Oman revisited
Na 35 jaar keer ik terug naar Oman. Destijds zag ik met spijt de bergketen, de groene palmen en de azuurblauwe zee onder de vleugels van de opstijgende jumbojet wegglijden en beloofde ik mijzelf terug te komen. Nu is het zo ver en rijd ik langs die kale bergketen met groene oases en de azuurblauwe zee.
Zoals de keizers van het oude Rome hun portret tot in alle buitenposten van hun rijk verspreidden, ontmoet je overal in Oman het vriendelijke, door een keurig getrimde baard omkranste gelaat van sultan Qaboos. Het mooiste vind ik het portret dat ik in het authentieke lemen museumhuis in Al Hamra zag, waar anders dan bij ons in het Openlucht Museum èchte figuranten in de weer zijn met traditionele huishoudelijke bezigheden als het bereiden van qua –koffie- en het bakken van flinterdun brood. Daar zag ik dus het in mijn ogen mooiste portret van de sultan, samengesteld uit honderden zorgvuldig geplakte postzegels, resulterend in een verbluffend goed gelijkend portret! Dit staaltje van liefdevolle huisvlijt mag van mij kunst heten. Het portret deed me denken aan de portretten uit gerecycled materiaal door Arnaud Delorme. Zou het het gelaat van onze koning geplakt in postzegels er net zo gelikt uit zien?
Op de voorpagina van de Oman Times van woensdag 25 januari ontwaar ik Qaboos minzame portret wederom, afgebeeld boven foto’s van de wateroverlast veroorzaakt door de eerste regen in een jaar tijd.
Onder de kop ‘His majesty’s Wisdom’ staat:
…’Citizens have a right to know what efforts the government is making to improve living standards, develop the economy, develop national resources and provide care and welfare services for the community, guarantee its security and stability and uphold its values, heritage and achievements’
Nadat de in Engeland opgeleide sultan zijn vader -naar goed Oosters gebruik- afzette en diens op zelfverrijking gerichte politiek verving door een regering voor het volk, heeft hij er veel aan gedaan om deze woorden waar te maken. Vrijwel alles in Oman is prima geregeld. De goed onderhouden wegen waarlangs enorme regeringsgebouwen staan, zijn opmerkelijk schoon. Elders, zoals in Al Hamra, zijn de tot ruïnes vervallen authentieke lemen huizen bewust bewaard gebleven als onderdeel van de Omani Heritage. We parkeerden onze gehuurde 4 wheeldrive en zichtbaar veel bagage met een gerust hart in een achteraf buurt, iets waarover we in Europese vakantielanden of zelfs dichterbij huis niet zouden prakkiseren!
Alle Omani zijn (gast) vriendelijk; we drukten menige spontaan uitgestoken hand ook die van vrouwen en de stapels papieren wisselgeld bleken bij natellen in de auto op de rial nauwkeurig te kloppen! De hartelijke houding jegens onbekende bezoekers stamt uit de tijd dat de meeste Omani nog als bedoeïenen leefden en je een vreemdeling niet in de kou, of in dit geval de woestijn liet staan. Denkend aan de oudtestamentische kinderloze Abraham, alias Ibrahim, peins ik: je weet nooit welke verrassing je dan zou mislopen.
Terug naar het hier en nu: dankzij een goed bewind hebben de streng islamitische burgers kennelijk niets te klagen. In het buurland Jemen lijdt de bevolking tengevolge van een burgeroorlog honger en elders in het Midden Oosten bestrijden bevolkingsgroepen elkaar of worden door IS geterroriseerd.
In onze ogen is Oman een paradijs op aarde. Dat paradijs ontdekten kooplieden in de oudheid ook. Vanuit alle windrichtingen, via karavaanwegen en over zee bereisden zij Oman voor de aankoop van wierook, hout, koper en parels. Archeologische vondsten van beschilderd aardewerk uit Mesopotamië van het 5e millennium voor Chr. duiden op vroege handelscontacten rond de Perzische golf. Ook de Romeinse geschiedschrijver Plinius maakt in de eerste eeuw reeds melding van het rijke Omana. Portugese zeevaarders ontdekten deze regio in de vroege 16e eeuw. In 1506 namen zij onder leiding van Alfonso de Albuquerque bezit van het land. Op de rotsen naast de eertijds zo belangrijke zeehaven van Muthra, traîte-d’union tussen West en Oost, herinneren de forten Mirani en Jalali aan deze periode. Ook landinwaarts lieten de Portugezen hun sporen na in de vorm van ruïneuze en gerestaureerde forten. De mooiste zijn Jabrin Castle en het Fort van Nizwa, deels gestoffeerd met tapijten en huisraad.
In het midden van de 17e eeuw werden zij door de Perzen verdreven. Muscat ontwikkelde zich tot een belangrijke zeehaven. Voor die tijd vestigden Arabische stammen onder leiding van Julanda zich in Nizwa. Zoals elders in Centraal Azië werd ook Oman rond 630 veroverd door Mohammed en onder dwang geïslamiseerd. Om een lang verhaal wat korter te maken slaan we een stukje stammen- en andere strijd over. Midden 18e eeuw verslaat Ahmed Bin Said de Perzen. Hij is de grondlegger van de Al Bu Said dynastie, die de huidige heerser heeft voortgebracht. Aangezien de ongehuwde Qaboos geen nakomelingen heeft is het de vraag hoe het straks met de erfelijke opvolging van de inmiddels 77 jarige sultan moet. Homoseksualiteit is in Oman strafbaar, maar het is een publiek geheim dat Qaboos de herenliefde is toegedaan…
Niet iedereen kan zich hier wat geaardheid betreft vrijelijk bewegen, maar voor het overige is Oman in de Europese wintermaanden een perfecte bestemming. Behalve zon, zee en natuurschoon biedt het land historische monumenten, waarvan de bezoeker in temperaturen van zo’n 25º comfortabel kan genieten.
Langs de weg (Sultan Qaboos street) van het vliegveld naar het centrum van Muscat vindt u de immense moskee die Sultan Qaboos ter meerdere glorie van Allah (en zichzelf) ter gelegenheid van zijn 30-jarig jubileum heeft opgericht. Voor liefhebbers van fotografie een prachtig object. de oude wijk Mutrah bezochten wij de souq en de vismarkt, waar alles wat kieuwen en tentakels heeft vangstvers wordt verkocht. Leuk en informatief is het nabijgelegen Bait Al Zubair museum met wetenswaardigheden over het land en de bevolking.
In de nabijgelegen Ambassadewijk zochten wij tevergeefs naar het Oman Heritage Museum, dat in de Dominicus reisgids van 2015 nog letterlijk ‘warm wordt aanbevolen’ , maar opgeheven bleek. Dat was balen, maar een bezoek aan het luxueuze Al Bustan Palace maakte alles weer goed. Rond borreltijd genoten wij van (alleen maar) thee in de adembenemende lobby. Later op de avond dineerden wij op het strand, met -net als de tafelpoten- onze voetjes in het zand en hier gelukkig wel met een koel glas witte wijn!
Een aanrader en dat geldt ook voor het operahuis van Muscat. Op weg van het vliegveld naar ons hotel wees de taxichauffeur ons vol trots op het Royal Opera House, waar wij helaas geen tijd voor hadden. Weer thuis bezoek ik de website en lees dat je hier luxueus kunt dineren en shoppen (…), en ook kunt genieten van Arabische zangsterren en L’Italiana in Algeri door de Opera di Firenze.. Een gemiste kans stel ik teleurgesteld vast. https://www.rohmuscat.org.om/en/Pages/default.aspx
Na twee dagen in Muscat begon onze uitdagende rondreis in zuidelijke richting. Langs het vissersdorp Quriayat, dat niet veel voorstelt, reden we richting Sur. Een weg geflankeerd door rechts de prachtige coulissen van het Hadjargebergte en links de kust van de Indische Oceaan. Onderweg stopten we bij de betoverende Bimah Sinkhole, een kalksteen krater met azuurblauw zeewater, waarin ik, bij gebrek aan een bourkini, in een lang zwart T-shirt te water ging. De volgende sportieve stop was bij de Wadi Shab, een diepe kloof in de woeste bergen. De reisbeschrijving omschreef
dit uitstapje eufemistisch met de woorden ….’hier gaan de wandelschoentjes aan’… maar de realiteit was anders. De excursie bleek een gevaarlijke klim- en klautertocht via smalle paadjes langs steile rotsen waar de hekjes allang geleden naar beneden waren gevallen. De tocht moest ons naar een nòg idyllischer zwemplek leiden, maar gezond verstand maande ons bijtijds terug te keren. Op de vraag hoe de lege wadi’s er gevuld met water zouden uitzien kregen bezoekers van de kloof na de wolkbreuken van 24 en 25 januari het antwoord.
Onze relaxte start deze morgen brak ons op: tijdens de rit naar het schildpaddenstrand van Ras al Jinz vervielen we in duisternis… Uiteindelijk bereikten we onze volgende stop: een schitterend gelegen luxueuze Eco tent bij het Ras al Jinz hotel. ‘s Avonds laat zagen we een ploeterende groene reuzenschildpad bezig met het leggen van zo’n honderd eieren. Toen ze haar laatste ei gelegd had bedekte de aanstaande moeder de hoop eieren met vinnige gebaren, waarna ze haar logge lijf moeizaam terug sleepte naar zee.
Een ontroerend schouwspel, wanneer je bedenkt dat ze haar kroost -van de 100 eieren die 6 weken later uitkomen, overleven slechts enkele schildpadjes- nooit te zien zal krijgen! Vol ongeloof las ik dat deze dieren eenmaal volwassen, van soms wel 1000 kilometer ver, terugkeren naar hun geboortegrond voor een reprise in hun voortplantingscyclus. Daarin slaagt slechts 1 op de 10.000 dieren. In de Disneyfilm Finding Nemo zag ik ze zwemmen, de honderden migrerende zeeschildpadden.
Graag hadden wij van de verstilde plek nog wat genoten, maar onze itinirario schreef een vroeg vertrek voor om via de Wadi Bani Khalid, alweer een sprookjesachtige plek, door te reizen naar onze volgende bestemming: het 1000 nights Camp in de Wahibi Sands waar we in een geitenharen Sheikh tent zouden gaan overnachten. Voor deze sensatie, een spannende rit met half leeggelopen banden door de woestijn… hoef je geen geitenharensokken type te zijn ! Glijdend als over pistes met platgereden sneeuw, zoefden we over het zand. Even kwamen we in de verleiding om, zoals we enkele locals zagen doen, recht tegen een zandduin op te rijden, maar gelukkig kreeg gezond verstand de overhand. Ook de met een doodshoofd gemarkeerde afslag negeerden we. Toen de kaart een ‘doorwaadbare’ plek hoog over het duin aangaf, kropen we alsnog spectaculair het zandduin op; de instructie volgend: zet de 4 wheel drive in de hoogste stand, neem een aanloop en hup…. Voor een idee van deze condities: denk aan de film Tirza, waar hoofdrolspeler Gijs Scholten van Aschat onder heel wat minder gunstige omstandigheden voortploetert door vergelijkbare zandduinen in Namibië.
Aangekomen in het 1000 nights kamp werden we meteen weer zo’n hoog duin opgejaagd, dit keer te voet, om te genieten van de in de beschrijving beloofde mooie zonsondergang. Deze bleef echter verscholen achter dreigende regenwolken.
Een kudde fotogenieke kamelen maakt in de vroege morgen alles weer goed. Na een voldane fotosessie keren we terug in de bewoonde wereld. In Mintirib laten we de banden van onze 4 wheel drive weer oppompen en zetten de achtervolging in achter een Toyota met in de laadbak nog een fotogenieke kameel. Dit beeld zou een prachtige illustratie zijn bij de reclameslogan my Toyota is fantastic!
Vervolgens bezoeken we het pittoreske bananendorp Birkat al Mauz met vele deels leegstaande lemen huizen. Hier begonnen we aan een prachtige rit door de Omaanse Grand Canyon. Aan de voet van het Saiq plateau werden naam, kenteken en paspoortnummer door een politieagent genoteerd; wagens zonder 4 wheel drive werd toegang tot de pas geweigerd. Het beloofde een spannende rit te worden, maar de weg was anders dan bij de latere beklimming van de Jebel Shams, prima. Waar is dit papierwerk nou goed voor dachten we. Een zwart op wit bewijs dat het verdwenen Hollands echtpaar hier echt aan haar laatste reis was begonnen?
Boven wachtte ons een mooi maar letterlijk en figuurlijk kil onthaal in het Sahab Hotel. Het bedienende Indiase personeel was echter vriendelijk en zette zelfs een straalkacheltje voor ons neer.
De volgende bezienswaardigheid is de voormalige hoofdstad van Oman, Nizwa. De reisgids dicteert een bezoek aan de geitenmarkt en de souq. Deze zijn vooral leuk wegens de fotogenieke momenten. Na het bezichtigen van het Nizwa Fort ontmoeten we Ali, eigenaar van een souvenirwinkeltje, met later via Whatsapp berichtjes, foto’s en video’s uitwissel. Zijn meest recente met diepe stem ingesproken bericht: …Dear Marina, see you next year in Nizwah, Ins Allah, Ins Allah, bye, bye, bye !!!
Verder gaat het op weg naar de bergoase Al-Hamra, waar als elders de lemen huizen veelal verlaten zijn. De leegloop van het platteland is ook in Oman een probleem. Wanneer we aan ons volgende bergavontuur beginnen, blijft gek genoeg de voorzorgsmaatregel zoals bij de vorige bergtocht achterwege, terwijl dat hier wel verstandig zou zijn geweest. Het bereiken van de top van de Jabal Shams langs bloedstollende ravijnen via deels onverharde- en niet van vangrails voorziene wegen had veel weg van een dodemansrit!
Aangekomen op de hoogste piek van Oman verwachtten wij een verblijf in een schitterend resort, maar boven bleek voor ons geen plaats in de herberg! Er zat niets ander op dan de berg weer af te gaan. Kort na zonsondergang bereikten we het op een ander plateau gelegen View Camp, met vrijstaande hotelkamers op palen die de naam van het resort waar hadden kunnen maken. Letterlijk en figuurlijk waren wij hier echter in de wolken beland. De regen begon inmiddels flink door te zetten. Gedurende het hele voorafgaande jaar was geen druppel gevallen, maar nu gingen de hemelsluizen open. Het was was koud en winderig. Gelukkig was er een vertroostend en sensationeel warm bad met door de wolken heen soms uitzicht op de lichtjes van het dadeldorp Al Hamra, diep beneden.
In de loop van de volgende ochtend trok de mist op en wandelden we door Al Hamra, op zoek naar het bovengenoemde Bait al Safah huis, waar we na bezichtiging Omaanse koffie dronken (geef mij maar een nespressootje) en ons door de Osmaanse dames rozenzalf, sjaals een ‘huisgemaakte’ sleutelhanger en letterlijk een okergeel voorhoofd lieten aansmeren (brings happiness!)
Dat huis te vinden was geen sinecure. Het ‘museum’ stond nergens aangegeven en alleen door puur toeval kwamen we er toch nog terecht. Als in een film kwam ons uit een van de tot ruïnes vervallen, maar deels nog bewoonde lemen huizen een vrouw te hulp. Terwijl haar dochtertje mee huppelde, wees ze ons door de wirwar van vervallen straatjes, met handen en voeten gebarend de weg. Toen ze een groepje in smetteloos witte boernoesen geklede mannen tegenkwam ging ze gauw terug, maar om de hoek vonden we het Bait al Safah museum. Individuen kwamen er eigenlijk nooit, hoorden we, alleen kleine groepen met gids. Zo leerden we de het dagelijks leven van de eenvoudige Omani kennen. Met een okergeel besmeerd voorhoofd, verliet ik het pand. Volgens mijn reisgenoot liep ik voor gek, maar de zegen miste zijn uitwerking niet. Na deze bijzondere rondreis genoten wij tot slot nog enkele dagen van de faciliteiten in het paradijselijke Shangri-la Resort Al Husn hotel (adults only). Na het zwemmen in de onstuimige zee stond om 16.00 een verrukkelijke high tea klaar. En om 18.00 stipt was het happy hour in de meest ruime zin van het woord. Onder de zoete tonen van de Celtic harp bespeeld door een lieflijke Argentijnse ‘Lavinia Meier’, deed het personeel haar uiterste best om een Omaanse vakantie die dreigde te eindigen in een ongewenste dry january, af te wenden door het gemis van alcohol in de voorafgaande dagen scheutig te compenseren.
Link:
Onze individuele reis was goed georganiseerd door DKTS in Zevenaar. We kunnen hen van harte aanbevelen.