Maya’s in het Drents Museum Assen t/m 4 september 2016

Maya’s: heersers van het regenwoud

Hoog boven de uitgestrekte regenwouden van Guatemala en het Mexicaanse schiereiland Yucatan torenen nog de ruïneuze resten van de bouwwerken van de Maya cultuur; andere zijn door het oerwoud helemaal overwoekerd. De hoogstaande beschaving van de tot de verbeelding sprekende Maya’s kende een bloeiperiode van 250 tot 900 volgens onze –zij kenden een andere- jaartelling. Waarom de Maya steden, met piramides, paleizen en sportvelden naar het schijnt plotseling werden verlaten is een van de vragen die in de Drentse expositie centraal staan.

Regenwoud en piramide, Tikal Guatemala, foto Edwin van Steenis

 Om ons onbekende redenen verlieten de Maya’s hun dichtbevolkte steden, waar zoals in Oxul, wel 6.000 mensen woonden. Waar zijn ze gebleven ?

Ze trokken naar de kust en anders dan wel gedacht wordt, bestaan de Maya’s nog steeds. Bij mijn bezoek aan de nog in opbouw zijnde tentoonstelling zag ik nazaten van die oude Maya’s aan het werk !

Door een smalle corridor tussen twee enorme foto’s van het regenwoud, de habitat van de Maya’s, betreedt de bezoeker de tentoonstellingszaal waar langs smalle gangpaden de vitrines met kostbare Maya-objecten staan opgesteld. De kleur van de kasten, een allesoverheersend maïsgeel, verwijst naar de ontstaansgeschiedenis van dit taaie oerwoudvolk: de eerste Maya-mens zou uit een maïskolf geboren zijn ! De maïsgod, een poppetje met een kolf als hoofd, is dan ook op allerlei voorwerpen te zien.

De bewoners van elk continent hebben zo hun eigen ontstaansgeschiedenis, maar deze genese is wel heel origineel !

De cyclus van het zaaien van maïs, de groei, bloei, oogst en wedergeboorte, vormt het leitmotief in de tentoonstelling. Zonder maïs en water was leven in de Maya steden niet mogelijk. Op ingenieuze wijze werd regenwater in ondergrondse holten en in bepleisterde bassins opgevangen en bewaard.

De grote paleizen en hoge piramides spreken nog altijd tot onze verbeelding. In de jaren 80 beklom ik de piramide in Chichen Itza, in Yucatan; een activiteit waarvoor je beslist ‘schwindelfrei’ moest zijn, want de enige houvast was je eigen mentale kompas !

Zelfs waagde ik mij aan een excursie naar het binnenste van de grafkamer, een claustrofobische ervaring !

 

Piramide Chichen Itza (Mexico), foto Drents Museum Assen

De mysterieuze hiëroglyphen waarmee zij communiceerden fascineren evenzeer. Zo’n 800 letter- en beeldtekens komen voor op gedenkzuilen, altaren, aardewerk en voorwerpen van jade, het ‘goud’ van de Maya’s. De duiding van deze mysterieuze tekens is inmiddels voor 90% mogelijk dankzij Maya kenner Prof. Dr. Nikolai Grube, hoogleraar aan de Universiteit van Bonn.

Eveneens fascinerend zijn de bloederige offers en het levensgevaarlijke balspel, waarbij de bal door een kleine, ronde opening moest worden geworpen. De spelers ‘gingen ervoor’ en speelden letterlijk en figuurlijk op leven en dood; het verliezende team werd onthoofd.…

Balspel Chíchen Itzá
Balspel Chíchen Itzá

Van dit alles komt niets ons bekend voor, het enige raakvlak met dit mysterieuze volk is de graagte waarmee zij ‘hot chocolate’ dronken ! Daar waren de Maya’s dol op getuige het deksel van een wierookbrander met een door cacaobonen (zo kostbaar dat ze ook als betaalmiddel fungeerden) bedekt beeld van de godin van de cacaoboon

Deksel van wierookvat met cacaogodin en cacao bonen. Collectie Nationaal Museum voor Archeologie en Etnologie, Guatemala

 Zij is één van de vele goden van de Maya’s. Deze huisden en in de onder-, midden- en bovenwereld. Heilige bomen speelden hierin een belangrijke rol, want de wortels, de stam en de takken waren in elk van deze 3 werelden aanwezig. Ook andere goden werden met een wierook, copal, in voornoemde antropomorfe branders vereerd.

Machtige koningen met goddelijke status, heersten over de verschillende elkaar regelmatig bevechtende stadstaten van het Mayarijk, dat delen van Zuid-Mexico, Guatemala, Belize, Honduras en El Salvador besloeg. De koning fungeerde als intermediair tussen de aardbewoners en de godenwereld. Op diverse stèles in de tentoonstelling zijn hun verdiensten geboekstaafd, zoals op een exemplaar van wel 800 kg ! De directeur van het in Guatemalteekse Archeologisch museum verschaft de menselijke (Maya) maat.

Directeur Daniel Aquino Lara Museo Nacional de Arqueologia y Etnologia, Guatemala met Stèle Foto Drents Museum 

Het koningschap was erfelijk, maar de troonpretendent moest zonder piepen wel een bloederige initiatierite doorstaan. Met een roggestekel werd zijn penis bewerkt, zoals te zien in een een replica van een tempel fresco uit San Bartolo, ‘de Sixtijnse kapel van de Maya’s’

Muurschildering met bloedige rituelen in de piramide San Bartolo Guatemala
Muurschildering met bloedige rituelen in de piramide San Bartolo Guatemala

Met deze tentoonstelling biedt het Drents Museum wederom een spraakmakende archeologische tentoonstelling, aangeprezen met de woorden: …van de makers van het Terracotta Leger…  De expositie toont een fascinerende mix van in Europa nog nooit getoonde bruiklenen uit o.a. Guatemala en Schaffhausen. Tot de absolute topstukken behoort het spectaculaire koningsmasker van Jade, het affiche van de tentoonstelling.

 

Jademasker
Jademasker, vindplaats onbekend, Collectie Fundación La Ruta Maya, foto Drents Museum

Behalve een mooie terugblik op de bloeiperiode van de Maya’s en de artefacten uit hun bestaan, geeft de tentoonstelling suggesties voor antwoorden op hun raadselachtige trek naar de kust.

Wellicht was de grond door monocultuur uitgeput, zeker is dat voorafgaand aan hun vertrek een bevolkingsexplosie plaats vond en dat het gebied in de jaren 810, 860 en 910 n Chr. geteisterd werd door aanhoudende droogte, waardoor de waterbassins opdroogden.

Heel Assen staat in het teken van de Maya’s, op 25 februari was het op het grasveld voor het museum een drukte van belang, daar zal voor de duur van de expositie een heuse piramide verrijzen !

Literatuur:

V.T. van Vilsteren & N. Grube, Maya’s: Heersers van het Regenwoud, tentoonstellingscatalogus Drents Museum, Assen, 2016. (WBOOKS €24,95)

  CR92sPT5          

 

 

Jan Toorop in het Gemeentemuseum den Haag t/m 29 Mei 2016

Jan Toorop (1858-1928): Zang der tijden.

Jan Toorop, Zee en duin bij Zoutelande,1907 LR
Jan Toorop, Zee en duin bij Zoutelande,1907.

Een betoverende impressie in de kleur van vruchtenhagel: lucht, zee, strand, duinen en twee kleine meisjes in Zeeuwse klederdracht …

Wat doen zij daar; zijn ze bezig met een opzegger ‘Iene miene mutten’ of gooien ze bikkels in het duinzand en wie zijn ze ? Het zou zomaar kunnen dat Jan Toorop mijn grootmoeder, geboren in 1901, als model voor dit doek gebruikte. Ze is bijna 100 geworden, maar Toorop schonk haar de eeuwige jeugd… 

Van dit in ‘technicolor’ gestippelde delicate werkje word ik helemaal blij. Het hangt in de ‘gele zaal’ van de Haagse tentoonstelling met andere door Toorop gepointilleerde werken. Impressies van het Walcherse landschap, de zee en de mensen door hem gevangen in het het Zeeuwse licht (dat wel degelijk bestaat ook al denkt Karel Blotkamp van niet).

Artistieke nieuwsgierigheid en sociaal engagement

Jan Toorop, zijn dochter Charly, Piet Mondriaan en anderen trokken in de vroege 20e eeuw zomers naar Domburg. Hier vonden zij niet alleen frisse lucht, maar vooral inspiratie. Sociaal geëngageerd als zij waren brachten zij hardwerkende knoestige boeren, struise Zeeuwse boerinnen en hun eenvoudige bedoeninkjes in beeld. Deze werken beslaan slechts één van de vele artistieke hoofdstukken in het boek van Toorops carrière, dat nu in het Haags Gemeentemuseum is geopend.

Jan Toorop, landarbeiders,1909, Museum voor Moderne Kunst, Arnhem
Jan Toorop, landarbeiders,1909, Museum voor Moderne Kunst, Arnhem

Toorop behoort met Van Gogh en Mondriaan tot de belangrijkste kunstenaars van de periode rond 1900. Veelzijdig als hij was, bewandelde hij steeds nieuwe artistieke wegen. Aan vrijwel alle avant-garde stromingen, waarmee hij via de Belgische kunstenaarsvereniging Les Vingt in contact kwam, snuffelde hij. Zonder deze slaafs na te volgen, begon hij erin te werken; liet de ene stijl voor de andere weer liggen en ging verder op zijn artistieke zoektocht. Hiernaast was Toorop betrokken bij de oprichting van de Moderne Kunstkring in Amsterdam en hij werkte mee aan de Beurs van Berlage.

Levenslange zoektocht

De resultaten van Toorops levenslange zoektocht zijn nu in een verrukkelijke tentoonstelling te zien; een co-produktie van Hans Jansen en gastconservator Gerard van Wezel. Deze heeft orde geschapen in de naar nu gebleken is ogenschijnlijke chaos in het werk van Toorop. Ook de visie van Victorine Hefting, oud-directeur van het GM die destijds als Toorop-specialiste bekend stond, is achterhaald. Zij zag Toorop vooral als een typisch Haagse kunstenaar, wiens carrière na 1904, het jaar overging tot het Rooms-Katholieke geloof, door haar een beetje werd afgeraffeld.

De huidige tentoonstelling verschaft helderheid in zijn leven en werk. Van Wezel ontdekte dat Toorop na het ‘uitproberen’ van weer een nieuwe uitdrukkingsvorm, regelmatig een ‘step-back’ maakte naar een eerder beoefende stijl. Ook ontdekte van Wezel meer werk in de stijl van de Delftse Sla-olie, waar velen hem van kennen en Amsterdamse werken uit late jaren 90; gedaan in de zogenaamde ‘Serpentine-stijl’, die destijds afgedaan waren als slechts opdrachtjes rond de Beurs van Berlage. Ze zijn nu in de kabinetten te zien.

Toorop werd in zijn zoektocht door andere kunstenaars beïnvloed, maar op zijn beurt beinvloedde Toorop anderen, zoals Piet Mondriaan, die gefascineerd raakte door de Nieuwe Kunst van Berlage èn Toorop, hetgeen uiteindelijk zou resulteren in de Stijl en nog iets later, Mondriaans keuze voor abstractie.

Virtuele rondleiding

De tentoonstelling vangt aan met Toorops Brusselse periode. Robuust, sociaal geëngageerde werk in een somber palet, waarin hij niet alleen het grove penseel, maar ook het paletmes hanteerde. Zoals in de Courbet-achtige Begrafenis, 1883,  het Breitner-achtige Paniek en de geestige, alweer kleurrijker, Gauwdief.

Jan Toorop, l'enterrement, de begrafenis,1883 LR
Jan Toorop, l’enterrement, de begrafenis,1883

De volgende zaal verrast met Toorops impressionistische, zonnige doeken met dames in het wit gedaan in de geest van Monet en Whistler, zoals het portret van Toorops echtgenote Annie Hall, Dame in het wit, 1886.

Jan Toorop, dame in het wit (Annie Hall), 1886, particulier bezit LR
Jan Toorop, dame in het wit (Annie Hall), 1886, particulier bezit

Een volgend stadium in Toorops artistieke queeste vormen de werken gedaan in een realistisch symbolistische stijl met ploeterende Katwijkse vissers zoals ‘Vloed’, 1891, waarvan het opspattende zilte water bijna voelbaar is !

Jan Toorop, de vloed, 1891, particulier bezit LR
Jan Toorop, de vloed, 1891, particulier bezit

Rond 1890 en volgende jaren ontwikkelde Toorop een geheel eigen symbolistische, raadselachtige beeldtaal, waarin angsten, verlangens en droefenis verklankt worden. Zoals Zang der tijden uit 1893 (Kröller-Müller)  naamgever van de tentoonstelling en fantasierijke, dromerige, soms ook verontrustende voorstellingen als Fatalisme, de Drie Bruiden, 1892, (Kröller-Müller), mijn eerste kennismaking met kunst , waarvoor de kleurrijke pop-poster ‘Up-in-arms’ in mijn tienerkamertje plaats moest maken ! Daar hangt ook de fascinerende Sfinx met een onverhuld mannelijk naakt en rechts bovenin zelfs een boeddha. De catalogus licht het scheppingsproces uitvoerig toe. In de grote zaal hangen meer raadselachtige, bevreemdende voorstellingen, voorstudies en tekeningen, waaronder een door Toorop zelf afgeschreven misbaksel met opschrift: DEUGT NIET !

Toorop_Chants
Jan Toorop, Des chants de notre heure (zang der tijden, 1883, Kröller-Müller Museum, Otterlo
Toorop_bruiden
Jan Toorop, De drie bruiden, 1892, Museum Kröller-Müller, Otterlo

Toorops symbolistische werk maakte op een tentoonstelling in Wenen een onuitwisbare indruk op de Weense avant-garde. Hij vormde zelfs de inspiratiebron voor Gustave Klimt’s Judith, dat vanaf 12 maart in het Gemeentemuseum te zien is.

Gustav Klimt Judith I, 1901
Gustav Klimt Judith I, 1901, Ostereichische Gallerie, Belvedere, Wenen

Delftse Sla-olie

Toorops speelse symbolistische lijnenspel resulteerde uiteindelijke in een persoonlijke variant van de Art Nouveau, door hem onsterfelijk gemaakt met zijn reclameaffiche voor Delftse Sla-olie, Rijksmuseum, Amsterdam waarnaar deze stijl is vernoemd. Diverse varianten en tekeningen in die Sla-oliestijl zijn in een van de kabinetten te zien, alsook ook een Affiche voor Vrouwenarbeid en een tekening, getiteld Evolution, waarin ik onmiskenbaar de inspiratiebron herkennen voor Mondriaans Evolutie triptiek uit 1910-11. De expositie toont ook een reconstructie van een winkelpui in Art Nouveau stijl, die Toorop in 1899 voor de Rotterdamse Kunsthandel Oldenzeel ontwierp.

Affiche voor de Delftsche slaolie, 1894, Rijksmuseum Amsterdam
Affiche voor de Delftsche slaolie, 1894, Rijksmuseum Amsterdam

Katholiek

De begeleidende catalogus werp ook een interessant licht op Toorops bekering tot het Rooms Katholicisme. Een keuze die, naar nu blijkt, niet zozeer is voortgekomen uit religieuze bevlogenheid, maar veeleer als noodsprong om zijn moeizame huwelijk met de streng katholieke Annie Hall (moeder van Charly) te redden…

In de laatste zalen zijn behalve Toorops Kruiswegstaties uit de Bernulphuskerk in Oosterbeek, ook andere religieuze werk te zien, zoals De Pelgrim uit 1921 uit Museum Catharijneconvent (al 30 jaar mijn uitvalsbasis voor rondleidingen en lezingen) en een Christus Eucharisticus uit 1909 met aan zijn voeten een schare devote kleine Zeeuwse meisjes…

Portretten

En nog was het met Toorops vernieuwingen niet gedaan. In 1895 begon hij te etsen in de verfijnde droge naald techniek. Staaltjes van prachtige lijnvoering; ‘hiëroglyfen van de innerlijke stilte’, zoals hij zelf zei. We zien diep doorleefde portretten op klein formaat, met o.a. gestileerde, en profil weergegeven koppen van biddende of mediterende figuren. Kunst werd, zoals Toorop het zelf verwoordde ‘een voertuig voor de revolutie naar rust’.

Literatuur:

De tentoonstellingscatalogus door Gerard van Wezel, Jan Toorop Zang der Tijden, uitgegeven door Wbooks, is het eerste van 3 delen over Jan Toorop en kost € 29,95.

Naar goed eigentijds gebruik verscheen voor € 14,99 bij uitgeverij Leopold ook een Kinderboek, geschreven door Kitty Crowter, Jan Toorop: Het lied van de tijd.

http://www.omroepwest.nl/nieuws/3072604/Topstukken-van-kunstenaar-Jan-Toorop-te-bewonderen-in-Gemeentemuseum-Den-Haag

Jan Toorop in het gemeentemuseum, Den Haag

Jheronimus Bosch in het Noordbrabants Museum t/m 8 Mei 2016

Jheronimus Bosch: Visioenen van een Genie

Portret van de schilder Jheronimus Bosch met gedicht van Domenicus Lampsonius 1572
Portret van de schilder Jheronimus Bosch met gedicht van Domenicus Lampsonius 1572

Met mooie woorden en een spectaculaire show in de Bossche St. Jan werd het startsein gegeven voor de herdenking van het 500ste sterfjaar van Jheronimus van Aken, alias Bosch (ca.1450-1516). Werkend rond 1500, op de drempel van de nieuwe tijd, bracht hij niet alleen de hem omringende zichtbare wereld in beeld, maar ook een wereld die zich alleen aan zijn geestesoog openbaarde. Tot 8 mei toont het Noordbrabants Museum een ruim overzicht van bruiklenen; 17 schilderijen en 19 tekeningen van Bosch zelf plus werk van tijdgenoten en navolgers. Een aantal contemporaine objecten zoals de koperen dragers van het doopvont de St. Jan. door Aert van Tricht. Interessant is een notitie in een rekeningboek van de Illustere Lieve Vrouwe Broederschap (de Zwanebroeders) over een vergadering met maaltijd bij hun lid, de vermaarde schilder Jheronimus Bosch, waar ‘men den swaen att’…

Jheronimus Bosch, de hooiwagen 1510-1516 Madrid, Museo Nacional de Prado
Jheronimus Bosch, de hooiwagen 1510-1516 Madrid, Museo Nacional de Prado

 

Wereldwijd  

Vanuit de hele wereld zijn kostbare schilderijen ingevlogen om deze, ja alweer, once-in-a-lifetime, zoniet once-in-eternity ervaring, waar te maken. Het is inderdaad bijzonder om het fantasierijke, raadselachtige wereldbeeld van Jeroen Bosch 500 jaar na dato niet als replica, maar in het echt te kunnen aanschouwen! In de tentoonstelling Van Bosch tot Bruegel, deze winter in Boijmans, kregen liefhebbers van Jeroen Bosch al een voorproefje. Daar stond zijn Hooiwagen uit het Prado centraal als ‘kraamkamer’ van de zogenoemde genreschilderkunst met onderwerpen ontleend aan (de zelfkant van) het dagelijks leven. De geschilderde personages waren druk bezig met de zeven hoofdzonden. Verbeeld met een satirische of ondeugende, maar voor de goede verstaander altijd moraliserende ondertoon; gepresenteerd tot lering en vermaak. De in Boijmans getoonde bordeelbezoekers, de veelvraten, de bedelaars en kwakzalvers, de oplichters, dronkenlappen en zotten zijn kort voor Carnaval, weer naar hun eigen musea teruggekeerd. Maar de Rotterdamse Marskramer ėn de Madrileense Hooiwagen zijn ter opluistering van de feestelijkheden rond de 500ste sterfdag van Jheronimus Bosch, doorgereisd naar het Noord-Brabant.

Duivelmaker    

Kon bij voornoemde tentoonstelling in Rotterdam nog worden gelachen om de vele dwaasheden van de zondige mensheid…. Bij de nù in Den Bosch getoonde Visioenen van een genie vergaat het lachen je wel bij het zien van de specialiteit van de ‘duivelmaker’: de wereld aan gene zijde. Jos Koldeweij, trekker van het Bosch Research & Conservation Project, spreekt van een sadistisch universum, waarin de meeste figuranten na een zondig leven een ènkele reis maken naar de hel. ‘Slechts weinigen zijn uitverkoren’ staat in de bijbel, en die bijbel heeft Bosch 500 jaar geleden, kennelijk ook gelezen !

Jheronimus Bosch, zijluik de Hooiwagen, 1510-1515, Museo Nacional del prado
Jheronimus Bosch, zijluik de Hooiwagen, 1510-1515, Museo Nacional del Prado

 

Wonder                                                                                                 

Hoe krijgt een provinciemuseum zonder eigen werk van Jeroen Bosch zoveel bruiklenen bij elkaar ? Zonder daar in de toekomst ook maar een enkele ‘I-owe-you’ tegenover te kunnen stellen ?                                                                               Zoveel authentiek werk in Den Bosch: het mag gerust een wonder heten. Dat vandaag de dag voor het realiseren van een wonder heel wat zelfwerkzaamheid en diplomatie nodig is toont Pieter van Huystee’s documentaire Jheronimus Bosch touched by the devil. We zien hoe hiertoe het speciaal voor dit doel opgerichte Bosch Research and Conservation Project (BRCP) werd ingezet. Een grootschalige internationaal kunsthistorische onderzoek onder auspiciën van de Stichting Jheronimus Bosch 500 en de Radboud Universiteit Nijmegen. De potentiële bruikleengever werd met wetenschappelijk onderzoek èn restauratie van de onderzochte panelen beloond. Belangrijke doelstelling van dit onderzoek was het vaststellen van de authenticiteit, waarover door het ontbreken van signaturen, veel onduidelijkheid bestaat. Bovendien ontstonden de werken –naar Middeleeuws gebruik- in een atelier, waar Jeroens vader, broer, ooms, neven en leerlingen samenwerkten. Niet zelden konden de onderzoekers van het BRCP meerdere handen in één werk vaststellen. Daarnaast is het fabelachtige werk van Bosch in zijn eigen tijd en nog lang daarna gekopieerd en vervalst. Met infraroodreflectografie werd onder de verflaag gekeken naar ondertekeningen en eventuele ‘pentimenti’ (veranderingen in de opzet). Middels dendrochronologisch onderzoek, werd aan de hand van jaarringen in het paneel een terminus ante quem vastgesteld voor het ontstaan van het werk.

De dood en de vrek ca 1500-1510, Washington National Gallery of Art, met infrarood ondertekening
De dood en de vrek ca 1500-1510, Washington National Gallery of Art, met infrarood ondertekening

Het onderzoek leverde de spectaculaire ontdekking van een Heilige Antonius op in het depot van een museum in Kansas City, waarover de NRC op de voorpagina van 1 februari jl. enthousiast, maar oliedom kopte: ..Doek in depot blijkt van Bosch….  Dat het Prado niet erg meewerkte was in voornoemde film, die een interessant inkijkje in het gekonkelfoes achter de museumschermen toont, al te zien. Maar het Spaanse ‘Rijks’ was helemaal niet blij met de onderzoeks-resultaten van het BRCP, dat 3 werken van hùn bloedeigen El Bosco verwierp; de Zeven Hoofdzonden, de Keisnijder en een Verzoeking van de Heilige Antonius. De laatste werden eerder als bruikleen toegezegd, maar zijn nu door het vertoornde Prado voor straf thuis gehouden !                                                           De laatst tentoonstelling over het werk van Jeroen Bosch in Nederland vond in 2001 plaats in Rotterdam; voor een expositie in Den Bosch moeten we terug naar 1967. Spraken we voor de huidige tentoonstelling al over een wonder, voor die expositie geldt dat nog meer. De tentoonstelling trok totaal zo’n 300.000 bezoekers. Bedenk daarbij dat de schattingen voor de huidige expositie op ca. 200.000 liggen, terwijl op de dag van de opening al 100.000 E-tickets waren verkocht ! Op die tentoonstelling in 1967 sloegen de hygrometers regelmatig op tilt, zoals te zien in de uitzending van Andere Tijden op 30 januari jl., waarin de weduwe van de organisator Ton Frenken memoreerde hoe een schilderij uit Philadelphia, gewikkeld in ‘n plaid op Schiphol aankwam en een werk uit het Prado met de trein in Roosendaal arriveerde !

Betekenis

Ter duiding van Bosch’ raadselachtige in verf gestolde visioenen zijn in het verleden vele suggesties gedaan. Bosch zou lid geweest zijn van een laatmiddeleeuwse sekte, de Adamieten; rituele naaktlopers, die orgieën hielden in kelders en grotten. In de Tuin der Lusten werd daarvoor het overduidelijke bewijs gezien. Ook werd geopperd dat Jeroen Bosch een rozenkruizer zou zijn of een kathaar. En in de jaren 70, de hoogtijdagen van de LSD werd Bosch’ ‘psychedelische’ beeldtaal verklaard uit het gebruik van geestverruimende middelen.

Jheronimus Bosch, detail middenpaneel tuin der lusten, Museo Nacional del Prado
Jheronimus Bosch, detail middenpaneel tuin der lusten, Museo Nacional del Prado

 Bij de Bosch tentoonstelling in Boijmans (2001) werden deze ideeën al van tafel geveegd. Bosch-kenner Jos Koldewey stelde dat Jheronimus Bosch een kind van zijn tijd was. Maar wel een die zijn kijk op een wereld, waarin ziekten, zonden en angst voor dood en duivel dagelijkse metgezellen waren, in een geheel eigen, fantasierijke wijze heeft verbeeld. Toch wortelt zijn beeldtaal in de laatmiddeleeuwse Nederlandse schildertraditie. Miniaturen die in 15e eeuwse getijdenboeken het laatste oordeel illustreren, tonen een aan Bosch idioom verwante beeldtaal; zoals de Hellemond in het vroeg 15e eeuwse getijdenboek van Katharina van Kleef, waar zondaren zonder pardon door vervaarlijke duivels naar toe worden gesleurd !

 

meester van Catharina van Cleef, Hellemond, Pierpont Morgan Library in New York
Meester van Katharina van Cleef, Hellemond, Pierpont Morgan Library in New York

 

De huidige tentoonstelling is ingedeeld in de volgende thema’s:

  • Levenspelgrimage met de Hooiwagen en de Landloper,
  • Bosch in ’s-Hertogenbosch met de Lakenmarkt en dragende beelden van het Doopvont in de St. Jan,
  • Het leven van Christus met Aanbidding der Koningen, Kruisdraging + Christuskind met looprekje),
  • Bosch als tekenaar met de onlangs ontdekte Hellescène, Heiligen (diverse Antonius– en Hiëronymuspanelen en het meest spectaculaire hoofdstuk:
  • het Einde der tijden met bloedstollende Laatste Oordeel en Hellescènes, waarin Jeroen Bosch zich echt heeft uitgeleefd. Er is slechts één troostrijk lichtpuntje: de lichttunnel waardoor enkele gelukzaligen vergezeld van een engel naar het hemelse paradijs begeleid worden.

Al in zijn eigen tijd waren de werken van Bosch geliefd bij vorsten en leden van de adel. Onder de trotse eigenaren van een echte Jeroen Bosch waren Filips de Schone, onze eigen Willem de Zwijger en de koning van Hispaniën, Filips II, hetgeen de hoge concentratie Bosch schilderijen in Spanje verklaart. Zijn schilderijen werden gekopieerd en nagevolgd en zij inspireren kunstenaars tot de huidige dag, zoals Robert Gobers sculptuur van een bloot achterwerk met muzieknotaties in Museum Boijmans.

Robert Gober, zonder titel ,torso 1990 )
Robert Gober, zonder titel ,torso, 1990

 

25B_ detail_muziekinstrumentenkwelling_detail
Detail Muziekinstrumentenkwelling tuin der lusten

 

 

 

 

 

 

 

 

Meer op Bosch geïnspireerd eigentijds werk van o.a. Fernando Sánchez Castillo en Pipilotti Rist is in het Stedelijk Museum van Den Bosch te zien.

Reële Fata Morgana

In het kader van het Jheronimus Boschjaar biedt Brabant een gevarieerd cultureel programma. Zoals een vaartochtje op de deels ondergrondse Bossche Dieze. Een reële Fata Morgana, in samenwerking met de Efteling opgeleukt met Bosschiaanse figuren.

St.Jan
St.Jan

 bosch-bootje_NEW kopie

 

Ook kun je een spectaculaire klim-excursie naar de luchtbogen van de St. Jan maken om de unieke, zogenoemde ‘Bosschenaren’ te bewonderen: zelfportretten in steen van de bouwvakkers aan de St.Jan. Voor info:  www.bosch500.nl

Tot lering en vermaak. 

De tentoonstelling werpt dankzij de onderzoeksresultaten en de geboden historische context, duidelijker licht op de betekenis van het werk van Jeroen Bosch. Als kind van zijn tijd was hij zeker gepreoccupeerd met gedachten over zonden, rekenschap en straf. Na het uitboeten van die zonden in het purgatorium zal bij het Laatste Oordeel voor een ieder daarover het laatste woord gezegd worden. Het hele traject van deze lijdensweg is door Bosch op ijzingwekkende wijze in beeld gebracht. Met een moraliserende ondertoon, zoveel is zeker, maar het is m.i. eveneens zeker dat hij met groot plezier in een vernieuwende, inventieve beeldtaal en dito schilderstijl werkte. Een stijl die beschouwers en latere kunstenaars tot de huidige dag heeft weten te boeien en inspireren !

Literatuur:

Ilsink & J. Koldeweij, Jheronimus Bosch: Visioenen van een genie, tentoonstellingscatalogus, ’s-Hertogenbosch, 2016.

Haveman e.a., Het Hiernamaals rondom Bosch in: Kunstschrift, nr. 6, december 2015/januari 2016.

Boom, De bezeten visionair: Vijfhonderd jaar controverse over Jheronimus Bosch, Amsterdam, 2016.

v. Huystee, doc. Jheronimus Bosch, Touched by the Devil, 2015.

Koldeweij e.a., Jheronimus Bosch: Alle schilderijen en tekeningen, Tentoonstellingscatalogus Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam, 2001.

Jheronimus Bosch Art Center, ’s-Hertogenbosch toont replica’s van alle werken.

Website NTR Andere Tijden, d.d. 30.1.2016. Virtuele wandeling door de Tuin der Lusten;

Bosch Research and Conservation Project

Voor alle activiteiten en manifestaties rondom het Jheronimus Boschjaar, ga naar de website bosch500.nl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geverifieerd door MonsterInsights