De kunstschatten uit het oude Armenië hebben in Assen plaats gemaakt voor een indrukwekkende tentoonstelling over de wereld van Pompeï en Herculaneum. Dat deze steden in het jaar 79 door een uitbarsting van de Vesuvius ten onder gingen is geen nieuws, maar dat de allesverwoestende eruptie niet op 24 augustus van dat jaar plaats vond is dat wel. Op grond van een recent ontdekte inscriptie, waaruit blijkt dat het leven tot 24 oktober nog in volle gang was, wordt de ramp twee maanden later op de tijdlijn geplaatst.
Aan de omvang van de ramp en de loop van de geschiedenis verandert deze ontdekking niets. Kort na 12 uur ‘s middags explodeerde de berg. Pompeï, aan de voet van de vulkaan, werd ‘slechts’ ondergesneeuwd door as en puin, maar het iets lagergelegen Herculaneum verdween onder een 25 meter dikke laag van gestold lava. In de loop der tijd werd het stadje daarenboven toegedekt met de bebouwing van het plaatsje Resina.
Toen werklieden bij het slaan van een waterput in 1709 op antieke brokstukken stuitten werd Herculaneum bij toeval uit haar eeuwenlange winterslaap gewekt. Ter verfraaiing van zijn paleis liet Koning Karel III van Bourbon destijds een reeks beelden en architectuur fragmenten opdiepen. Deze 18e -eeuwse opgravingen vallen onder de categorie schatgraven. Van enig historisch bewustzijn was nog geen sprake. Dat ontstond pas toen Mussolini aan de macht kwam. In 1927 werd onder leiding van de Italiaanse archeoloog Amadeo Maiuri begonnen met wetenschappelijke, systematisch gedocumenteerde opgravingen. Inmiddels is nog maar een gedeelte van het totale oppervlak van 5 ha blootgelegd. De rest van dit rijke bodemarchief ligt ontoegankelijk verborgen onder de kelders van de huizen in Ercolano, zoals Resina na 1969 wordt aangeduid.
Schoonheid is het sleutelwoord
Anders dan bij eerdere exposities over Pompeï en Herculaneum, waarin vooral de laatste uren van de slachtoffers centraal stonden, wordt in de tentoonstelling Sterven in Schoonheid de mooie kant van het leven, vóór de ramp getoond. Die schoonheid was vooral weggelegd voor de elite en enkele gefortuneerde middenstanders, zoals bakker Terentius Neo en zijn vrouw. Met hun attributen: een stilus, wastafeltje en boekrol presenteren zij zich als geletterde mensen van stand. Het enorme leger slaven dat zorgde voor het welzijn van de happy few, mocht naar de hen omringende schoonheid alleen maar kijken, maar aankomen niet, tenzij bij de uitoefening van hun werkzaamheden. En oh wee als ze iets kostbaars uit hun handen lieten glippen, zoals de rituele wijnkelk van aardewerk met ingelegde Egyptische motieven in obsidiaan, carneool, goud en lapis lazuli.
Niet alleen in de woonhuizen, maar ook in overheidsgebouwen, badhuizen en op straat waren mooie muurschilderingen en sculpturen te zien. Bustes en standbeelden van rijke weldoeners en niet in de laatste plaats: keizers als Augustus (63 v. Chr. – 14 n. Chr.) en Tiberius (42 v. Chr. – 37 n. Chr.), die zich om propagandistische redenen een beetje mooier dan de werkelijkheid, forever young, lieten portretteren. De omhooggevallen of beter -gevochten soldatenkeizer Vespasianus (9 – 79 n. Chr.), de vader van Domitianus die dit voorjaar centraal stond in het RMO vormt hierop met zijn realistisch weergegeven kop een uitzondering. Hoewel… door ‘maar gewoon te doen’ presenteerde hij zich bewust als een man van het volk!
1.Marmeren buste Keizer Vespasianus. Pompeï, 1e eeuw Foto: Marina Marijnen
2.Marmeren buste van Keizer Tiberius. Pompeï, 1e eeuw. Foto Nationaal Archeologisch Museum Napels.
Op de wanden van de tentoonstellingszalen staan graffiti en uitspraken van Romeinse auteurs, zoals:
Odit Populus Romanus Privatam Luxuriam Publicam Magnificentiam Diligit;
…De Romeinen haten persoonlijke luxe, maar houden van openbare pracht…
Bij deze woorden van Marcus Tullius Cicero (106 v. Chr. – 43 v. Chr.) kun je vraagtekens plaatsen. Misschien ging deze uitspraak vóór de keizertijd nog op, maar voor de tijd daarna houdt deze (veronder)stelling, getuige de mooie en prestigieuze objecten in de tentoonstelling niet langer stand.
Abrupt Einde
In Assen worden geen gruwelen getoond. De enige directe verwijzing naar het moment, waarop het hier geschetste mooie leven tot stilstand kwam, vormt een projectie van de eruptie en een solitair gepresenteerd afgietsel van een slachtoffer, dat in zijn of haar stervensuur niets anders kon doen dan het onvermijdelijke af te wachten. Na dit confronterende beeld wordt de bezoeker uitgenodigd te genieten van de prachtige veelkleurige fresco’s, gebruiksvoorwerpen, portretbustes, juwelen en een grote fraai bewerkte kluis. Elk object getuigt ontegenzeggelijk van grote schoonheid. Alleen een zwartgeblakerd altaar en een verkoold brood in de vorm van een wagenwiel herinneren nog aan de alles vernietigende ramp. Het brood dat ik vijftig jaar geleden met mijn ouders in het Archeologisch museum in Napels zag, ligt er uit de tijd en ver van huis nog net zo bij.. Bij dit weerzien ervaar ik het begrip tijd even als tijdloos!
Op die grenzeloze tijdbalk tussen 79 n. Chr. en 2022 presenteerde Museum het Valkhof in 2006 de overweldigende tentoonstelling De Laatste Uren van Herculaneum, waar alle ellende gelardeerd met citaten van oude auteurs, breed werd uitgemeten. Na zijn bezoek aan Herculaneum noteerde de dichter Johann Wolfgang von Goethe in 1787 de volgende woorden:
…‘Es ist viel Unheil in der Welt geschehen, aber wenig, das den Nachkommen so viel Freude gemacht hätte’…
Ook het verslag van Plinius de Jongere, waarin hij de ervaringen van zijn bij de ramp omgekomen oom Gaius Plinius de Oudere aan de geschiedschrijver Tacitus communiceert, werd aangehaald. In Assen herinnert een schilderij van Angelica Kaufmann aan de bange uren van Plinius de Jongere en zijn moeder. Vanaf Misene op de landtong ten westen van Napels, sloegen zij het natuurgeweld gade, waarbij Plinius de Oudere, nadat hij zijn laatste uren op schrift had gesteld, de dood vond.
Vulkanologen maakten in 2006 een reconstructie van de gebeurtenissen. Wellicht werpt de recente uitbarsting van de Mauna Loa op Hawaiï nieuw licht op de eerdere bevindingen. De impressies daarvan ondersteunen in elk geval onze beeldvorming. Vanuit de berg steeg een enorme wolk op. Twee dagen regende het as en puin op Pompeï, dat met een 7 meter dikke laag werd bedekt. Een paar duizend slachtoffers vielen ten prooi aan verstikking toen zij door een brandend hete gloedwolk gevuld met giftige gassen -een zogeheten pyroclastische golf- werden overvallen.
Herculaneum, dat meer naar het westen ligt, werd niet door de puin en asregen getroffen, maar wel door een reeks pyroclastische stromen, waarin mens en dier een directe dood vonden. Daarna werd Herculaneum, ànders dan Pompeï, met een laag van 25 meter vulkanisch beton hermetisch toegedekt. Hoewel de namen in oude literatuur bewaard zijn gebleven, raakten de bedolven steden in de loop der tijd in de vergetelheid.
Pas in de eerste helft van de 18e eeuw werd begonnen met opgravingen. In 1738 kwam een belangrijke inscriptie bovengronds, waaruit bleek dat men gestuit was op het theater van Herculaneum.
Omdat hier weinig stoffelijke resten waren gevonden, werd vermoed dat de meeste mensen Herculaneum op tijd konden ontvluchten. Groot was dan ook de verbazing toen in 1982 tòch 300 skeletten werden gevonden. In de meest erbarmelijke houdingen waren de vluchtelingen in de boothuizen bij het toenmalige strand, dicht tegen elkaar aangekropen. Sommige slachtoffers hielden nog lampen, geldbuidels en kostbare juwelen in de hand. De vindplaats vormde letterlijk en figuurlijk een ‘Fundgrube’ voor oudheidkundigen, forensisch pathologen en biologen.
In de expositie geven romantische prenten, schilderijen en oude foto’s impressies van de vroege opgravingen, waarbij de lokale bevolking werd ingezet. Beelden in sepia van arme Napolitaanse schoffies, die sjouwend op hun blote voeten proberen te ontkomen aan de stokslagen van een besnorde opzichter.
Bronzen en marmeren beelden, uitgehakte muurschilderingen, gebruiksvoorwerpen en sieraden werden vanonder as en puin en uit de harde lavastructuur bevrijd en met karrevrachten naar het paleis van Koning Karel III in Portici gebracht. Uiteindelijk belandden de oudheden in het het door de koning opgerichte Palazzo degli Studi, onderkomen van het latere Archeologisch Museum van Napels, dat een deel van de kunstschatten nu aan het Drents museum heeft uitgeleend.
Pompeï en Herculaneum in Assen
Eigentijdse projecties van antieke architectuur vormen het decor waartegen de oudheden thematisch gepresenteerd worden. Onder de noemer Openbare Pracht wordt kunst in openbare ruimtes als tempels, fora en badhuizen getoond. Kunst en gebruiksvoorwerpen in woningen illustreren het thema Persoonlijke Schoonheid en bij het thema Gemaakte Schoonheid wordt aan de hand van de ideeën van de Griekse filosoof Plato (427-347 v. Chr.) de moreel verheffende werking van schoonheid verduidelijkt. Het aanschouwen van mooie dingen, zou goede en mooie gedachten genereren. En daar zit wel wat in. Terugdenkend aan het verkoolde schommelwiegje, dat ik destijds in het Valkhof zag, waarin de stoffelijke resten van een baby werden aangetroffen, begrijp ik de keuze van de samenstellers van de huidige tentoonstelling.
De expositie laat zien dat de Romeinen behalve in het publieke domein hun macht en welstand ook in hun huizen etaleerden. In de ontvangstruimte van de welgestelde Romein, het atrium, waren voorouder- en eigen portretten te zien. Alsook kostbare gebruiksvoorwerpen, die na vertrek van het bezoek weer in een kluis werden opgeborgen. In het atrium bevond zich ook het huisaltaar met sculptuurtjes van persoonlijke beschermgoden, zoals een betoverend met gouden juwelen gesierd beeldje van de liefdesgodin Venus. Ter illustratie van het Romeinse schoonheidsideaal wordt zij getoond naast een volslanke, op de Venus van Willendorf gelijkende een prehistorische vruchtbaarheidsgodin.
2. Venus Anadyomene marmer met goud Pompei eerste eeuw na Chr, foto Nationaal archeologisch museum Napels
Ook de populaire zonnegod Apollo is met een marmeren borstbeeld, getooid met lauwerkrans aanwezig. Met zijn mooie androgyne voorkomen en lange lokken was deze van de Grieken overgenomen god ook bij de Romeinen geliefd. Het werkterrein van deze multifunctionele god besloeg het domein van de muziek, cultuur, profetie, medicijnen en genezing. De tegenwoordig veel besproken roofkunst is geen nieuw fenomeen. Na hun verovering van Griekenland en Egypte namen de Romeinen veel bewonderde kunstwerken mee, die als inspiratiebron fungeerden voor eigen kunstenaars.
Muurschilderingen
De wanden van de woningen in Herculaneum en Pompeï waren voorzien van mozaïeken en kleurrijke, vrolijk stemmende fresco’s. De muurschilderingen ontwikkelen zich van eenvoudige composities met geometrische motieven en stillevens met vruchten en gevogelte tot uitbundige voorstellingen, waarin alle goede dingen van het leven verbeeld worden. Variërend van musicerende en dinerende tot copulerende figuren… Deze laatste scènes leidden tot verbijstering, maar ongetwijfeld ook tot vermaak. Na bestudering liet Koning Karel III van Napels ze achter slot en grendel in het Gabinetto Secreto opbergen. Anno 1970 bestond dat geheime kabinetje nog steeds. Als tiener bezocht ik met mijn moeder Pompeï. Een suppoost met een grote sleutelbos wenkte ons. Hij opende een deurtje, waarachter een muurschildering schuilging waar wij ongelooflijk van schrokken! De talrijke erotische voorstellingen, waarvan in de expositie een exemplaar getoond wordt, gaven in de 18e en 19e eeuw voeding aan de gedachte dat de ondergang van de vulkaansteden, analoog aan de vernietiging van het Bijbelse Sodom en Gomorra, als een straf van God moest worden gezien.
In de tentoonstelling worden diverse fresco’s getoond. Twee daarvan zijn gewijd aan muziek; Apollo met zijn lier en een groot fresco met vier vrouwen onder een colonnade. Eén van hen speelt het klaar om, onder het bewonderend oog van de anderen, tegelijkertijd een harp en een kithara, een citer-achtig snaarinstrument, te bespelen.
In de eetzaal van het Pompeiaanse huis van Julia Felix, was het getuige de overdadige muurschilderingen, goed van eten en drinken. De oude Romeinen kenden ook humor! Ronduit geestig is de verhalende voorstelling van liefdesgodjes die druk in de weer zijn met de bouw van een tempel voor Apollo. De kleine helpers dragen zijn attributen, een harp en lauwerkrans aan. Een muurschildering met een vliegende cupido verraadt de herkomst van onze kerstengelen!
Romeinse heren en dames lieten tijdens diners alles uit de kast halen om hun welstand te tonen. In de tentoonstelling zijn voorbeelden van kostbaar glas en vaatwerk te zien, zoals de reeds genoemde drinkschaal die nabij Pompeï werd gevonden, met een voorstelling van gelovigen die Ra, Osiris en Isis vereren.
Wanneer de Romeinse dames op hun mooist gekleed en behangen met dure sieraden aanlagen, werd onder het schone schijnsel van olielampen, de show off verhoogd. Met de in de expositie getoonde juwelen kon de Romeins matrona ongetwijfeld goede sier maken. Onder meer met armbanden die, in de vorm van een slang, wegens het afwerpen van haar oude huid, als symbool van eeuwige jeugd werd gezien. Schitterend en verrassend eigentijds zijn de bolvormige oorbellen met granaatstenen, die in de kelder van een van de woningen gevonden werden. Bizarre gedachte dat ze hier nu liggen, terwijl de eigenaresse ze daar destijds in veiligheid had gebracht om ze later op te halen.
Een Romein in goeden doen zorgde niet alleen voor een mooi interieur, maar de eetzaal, het triclinium, bood zicht op een fraai aangelegde tuin met mooie sculpturen, zoals de atleten uit de Villa dei Papiri. In de tweede helft van de vorige eeuw werden deze uit de krochten van Herculaneum opgediept. Toen oliebaron Paul Getty de plattegrond van deze villa zag, riep hij uit: dat wil ik ook! En zo geschiedde. Voor een impressie van deze gekopieerde villa en de beeldentuin moet je in Malibu Californië zijn. Niet iedereen was enthousiast over deze would be Romeinse Villa nabij Hollywood. De Washington Post schreef in februari 2006:
…’ Omringd door scandaleuze geuren is het Romeinse Disneyland heropend; je kunt er zelfs ‘Romeinse’ hamburgers bestellen met een ‘Atheense’ koolsla !
Uit een van de mooiste tuinen van Herculaneum bij het Huis van de Herten, is een bijzonder kunstig gemaakte marmeren sculptuur te zien van een hert dat wordt aangevallen door jachthonden. De toenmalige en huidige beschouwer met kennis van de klassieken, herkent natuurlijk het verhaal dat de Romeinse dichter Publius Naso Ovidius in de eerste eeuw optekende in zijn Metamorfosen. De onfortuinlijke jager Actaeon moet zwaar boeten voor het aanschouwen van de godin van de jacht tijdens haar bad. Voor straf verandert Diana hem in een hert, waarna hij verscheurd wordt door zijn jachthonden.
In de tentoonstelling zie je nog een tuinornament: een fonteinkop in de vorm van Silenius. De leermeester van de god van de wijn Dionysus is gezeten op een oudheidkundige zitzak. Uit deze wijnzak stroomt echter geen wijn, maar water!
Het object werd gevonden bij een van de mooiste villa’s buiten Herculaneum. Hier kon de eigenaar omringd door kunst en natuur genieten van zijn vrije tijd, het zogenoemde ‘otium’ genieten.
Tot slot staan we even stil bij de legendarische stichter van Herculaneum, wiens naam in Herculaneum doorklinkt: de Griekse god Hercules. De mythologische krachtpatser was befaamd om twaalf heldendaden. Een daarvan, de dood van de Hydra van lerna, is in deze fontein uitgebeeld.
Met de in Assen opgestelde (droge) bronzen fontein wordt de herinnering aan de oorsprong van de stad tweeduizend jaar geleden levend gehouden. Samen met de 100 andere werken in de tentoonstelling wekt de Hydra van Lerna het verre verleden voor de eigentijdse bezoekers in Assen tot leven
Bastiaan Steffens e.a., Sterven in Schoonheid: De wereld van Pompeï en Herculaneum, Waanders Uitgevers, Drents Museum, 2022
Link: Drents Museum, Assen