Classic Beauties, Hermitage Amsterdam tot en met 13 januari 2019.

Een verwoestende uitbarsting van de Vesuvius in de zomer van het jaar 79 maakte  een einde aan al het leven onder de vulkaan. Pierre Jacques Volaire legde overeenkomend natuurgeweld later -in 1774- op indrukwekkende wijze vast. Wie oog heeft voor detail (niet zichtbaar in de catalogus) ziet de schilder helemaal links aan het werk met achter hem zelfs nog een assistent!

Detail  links onder uit Pierre Jacques Volaire, Uitbarsting van de Vesuvius, ca. 1774 © State Hermitage Museum, St Petersburg
Volaire_Vesuvius
Pierre Jacques Volaire, Uitbarsting van de Vesuvius, ca. 1774 © State Hermitage Museum, St Petersburg

Aanvankelijk probeerden schatgravers en plunderaars nog kostbaarheden uit de bedolven steden op te diepen, maar in de loop der tijd raakten Pompeii en Herculaneum in de vergetelheid. Bij het slaan van een waterput stuitte een boer in 1710 op fragmenten van gekleurd marmer. Het bleken resten van het antieke Herculaneum. Door de speciale consistentie van een zogenoemde pyroclastische asregen die na de eruptie op de stad was neergedaald zijn woningen, huisraad en beelden goed geconserveerd. Gehoor gevend aan een denkbeeldig commando freeze bleven de met hun kostbaarheden wegvluchtende slachtoffers liggen. Ingehaald door de dood; bedolven onder 25 meter gestolde lava. In de vroege 18e eeuw werd Herculaneum met veel moeite gedeeltelijk opgegraven. Evenals in Pompeï, dat toegankelijker was, werden spectaculaire vondsten gedaan. Complete bronzen en marmeren beelden, muurschilderingen, houten meubels, juwelen, keukengerei en prachtige vazen. Zelfs etenswaren waarvan de uiterste houdbaarheidsdatum allang verstreken was, bleken toch goed geconserveerd!  De oudheden, destijds ondergebracht in het Paleis van Koning Karel III in Napels, vormen nu de topstukken van het Nationaal Archeologisch Museum in Napels.

Rond 1800 kreeg ook Napoleon belangstelling voor antieke beschavingen; niet alleen van Egyptenaren, maar ook van Etrusken en Romeinen. Een detail in het schilderij van Hubert Robert toont hoe archeologische roofkunst op een kar wordt geladen met bestemming Parijs.

Hubert Robert_Paleis Bordes Kariatiden
Hubert Robert, Bordes van een paleis met een portiek en kariatiden, 1800 © State Hermitage Museum, St Petersburg

Oudheidkundige vondsten hadden in de 15e en 16e eeuw al eerder voor een antieke rage gezorgd. Beelden van de stervende priester Laocoön, de Apollo van Belvedere en restanten van keizer Nero’s Domus Aurea veroorzaakten een wedergeboorte van de kunst van de oudheid: de renaissance. Dit inspireerde kunstenaars als Rafaël, Michelangelo en dichter bij huis Jan van Scorel en Maarten van Heemskerck. Hun figuren zijn naar ideale klassieke maat vormgegeven in een deels authentieke, deels gefantaseerde antieke setting. Zoals in de vaste collectie van het Frans Hals Museum te zien is en deze zomer ook in de Grote Kerk in Alkmaar.

Heemskerk_Altaarstuk_Alkmaar
Maarten van Heemskerk, Altaarstuk in de grote kerk in Alkmaar, Bruikleen Domkerk Linköping Zweden

Twee eeuwen later gaven de rond 1750 herontdekte steden bij de Vesuvius wederom een impuls aan de belangstelling voor kunst en architectuur van de oudheid. Artistieke voortbrengselen uit deze periode worden als neo-classicistisch bestempeld.

De dichter Johannn Wolfgang von Goethe (1749-1832) bezag de allesverwoestende uitbarsting van de Vesuvius van een positieve kant:

Es ist viel Unheil in der Welt geschehen, aber wenig, das den Nachkommen sò viel Freude gemacht hat’…

 Ik kan niets bedenken dat interessanter is, aldus de dichter tijdens zijn bezoek aan Herculaneum in 1787. De tentoonstelling Classic Beauties laat zien dat Goethe niet de enige was die er zo over dacht.

Tischbein, Goethe in de Romeinse Campagnia,1786-1787, Stadtische Galerie, Frankfurt am Main

Aangestoken door deze antieke rage reisden welgestelde toeristen naar Italië. Kunstenaars lieten zich door de antieke architectuur en beelden inspireren. De resultaten zijn tot en met 13 januari in een betoverende expositie te zien. Als een 18e eeuwse toerist maakt de museumbezoeker een comfortabele Grand Tour langs schilderijen, prenten en op antieke beelden geïnspireerde neo-classicistische sculpturen van Antonio Canova en geestverwanten. Canova zelf is met maar liefst acht sculpturen, waaronder de Drie Gratiën vertegenwoordigd. Een trio dat ook bekend is van een muurschildering in Pompeï en in de oudheid in marmer vereeuwigd werd door de beeldhouwer Praxiteles. Het beeld van Canova’s Drie Gratiën is in verschillende uitvoeringen bekend, maar dit is de enige echte verzekert Cathelijne Broers, directeur van de Hermitage, haar gehoor. Gemaakt voor de Franse keizerin Joséphine. Anders dan antieke afbeeldingen van dit trio, zijn de hoofden van Canova’s gratiën naar elkaar toegewend. De mythologische zusters, Aglaia, Euphrosyne en Thalia stonden voor schoonheid, vreugde en geluk.

Canova is de alpha en omega van de tentoonstelling. De museale reis vangt aan met een special over de beeldhouwer en bereikt met diens monumentale sculpturen in de laatste zaal een apotheose. Een kleine ronddraaiende Amor vormt tegelijkertijd de prelude en het slotakkoord van de expositie.

Herculaneum, vandaag

In de kabinetten wordt de bezoeker aan de hand van schilderijen en prenten geïnformeerd over de uitbarsting van de Vesuvius en de herontdekking van Pompeï en Herculaneum en het ontstaan van het neo-classisisme. Het slechts gedeeltelijk opgegraven antieke Herculaneum spreekt nog altijd tot de verbeelding. Het archeologisch bodemarchief is niet alleen toegedekt met een dikke laag lava. Ook het daarop gebouwde moderne Ercolano (voorheen Resina) ligt in de weg. Een bezoek aan het kleinschalige Herculaneum is een belevenis. Vooral in het voorjaar, wanneer bloesembomen en oleanders de ruïnes van een schilderachtig decor voorzien.

De tour voert langs doeken met Italiaanse impressies, die in de tentoonstelling Romantiek in het Noorden niet zouden hebben misstaan. Voor alle duidelijkheid: de later als neo-classisisme en romantiek bestempelde stromingen bestonden gedeeltelijk naast elkaar. In Claude Joseph Vernet’s Ochtend in Castellamare di Stabia (1747) zijn vissers in de weer. Deze fraaie morgenstemming bevat ook humor. In een leuk detail probeert een visser en meisje te verleiden met een verse vis. Voor amoureuze veroveringen moet je tegenwoordig wel wat anders verzinnen!

Vernet Castellamare
Claud Joseph Vernet, ochtend in Castellammare, 1747, © Hermitage St Petersburg

Met uiterste precisie, waargenomen vanaf een hoog standpunt schilderde Caspar Adriaensz van Wittel in 1686 een Romeins stadslandschap met de Tiber en het Castel Sant’Angelo. De bebrilde uit Amersfoort afkomstige schilder veritalianiseerde zijn naam in Caspare Vanvitelli, waaraan zijn kunstbroeders het adjectief ‘degli Occhiali’ toevoegden. De eeuwige stad inspireerde ook Giovanni Paolo Panini. Zijn kerkinterieurs van de Sint Pieter en de Santa Maria Maggiore zijn perspectivisch zo goed weergegeven, dat je de voorstelling zo zou willen binnenstappen. Let hier en elders op de leuke opmerkingen die kinderen tijdens de speciale rondleiding ‘de open blik’ noteerden.

Panini Santa Maria Maggiore Rome
Giovanni Paolo Panini, Interieur van de Santa Maria Maggiore in Rome, 1754-1755,© Hermitage St. Petersburg

Niet alleen geschilderde documenten, maar ook literaire werken beschrijven de impact van de hervonden kunst van de oudheid. In de vitrines wordt met Johann Wolfgang von Goethe’s, Italienische Reise en werk van zijn vriend Johann Joachim Winckelmann (1717-1768), promotors van het neo-classicisme, letterlijk en figuurlijk een boekje open gedaan. De laatste, auteur van o.a. Geschichte der Kunst des Altherthums (1754) was in Rome werkzaam als zogenoemde cicerone, een welbespraakte gids, genoemd naar de beroemde redenaar Cicero. Winckelmann schreef het nieuwe artistieke ideaal voor: ‘edele eenvoud en stille grootsheid’. De in Rome vanuit alle windstreken neergestreken kunstenaars vervaardigden behalve kunst met een grote ‘K’, ook werkjes die de reizigers als souvenir mee naar huis konden nemen. Afgietsels van beroemde antieke beelden waren eveneens geliefd. De aankoop daarvan is leuk verbeeld in Thomas Rowlandsons, The Sculptor’s workshop, Buying casts, 1802. Als antwoord op ’s mans vraag …’zullen we deze dan maar nemen, lieve’…zegt de gelukzalige gelaatsuitdrukking van zijn echtgenote genoeg.

Rowlandson_Sculptor's workplace
Thomas Rowlandson, The Sculptor’s Workspace, Buying Casts, 1902, Privé collectie

Tot mijn verrassing lees ik dat antieke beelden het land ook toen al niet zomaar mochten verlaten. Het verkrijgen van een exportvergunning was  lastig in Italië, maar een vinding van de architect Paolo Posi bood uitkomst: het kopiëren van beroemde beelden middels gipsafgietsels. Een methode die ook succesvol gebruikt werd voor het kopiëren van de versteende slachtoffers van de vulkaanuitbarsting.

In Londen, Kopenhagen, St. Petersburg en Venetië werden hele galerijen met kopieën van antieke beelden ingericht. In 1755 opende Filippo Farsetti een galerij met afgietsels in zijn palazzo aan het Canal Grande, waar de jonge Antonio Canova de kneepjes van het vak leerde. Overigens -en Rodin later evenmin- nam Canova hamer en beitel zelden ter hand. Na voltooiing van zijn bozzetti en modellini, liet de meester het hakken van het beeld over aan assistenten.

Antieke beeldengallerij St. Petersburg
Grigori Michajlov, De antieke beeldengallerij van de Kunstakademie in St.Petersburg, 1836, Russisch museum, St. Petersburg
Kauffmann_Zelfportret
Angelika Kauffmann, Zelfportret, 1780-1785, Hermitage St.Petersburg

Een apart kabinet is ingericht met werk van de ‘goddelijke’ Angelika Kaufmann (1741-1807). Na een verblijf in Engeland reisde zij naar Rome om oudheidkundige en mythologische verhalen te schilderen. Bij haar kon de toerist terecht voor een portret in een antieke mise-en-scène. Aan de cool vormgegeven figuren in haar historiestukken voegde zij een (over)dosis emotie toe, zoals in Vergilius leest de Aeneis voor aan Augustus en Octavia (1788), die daarbij kennelijk in zwijm valt. Alle figuren zijn in pseudoklassieke outfit en passende gemoedstoestand weergegeven. Haar werken werden door velen, maar niet door iedereen gewaardeerd. Een bezoeker merkte op: …’als je er één gezien hebt, heb je ze allemaal gezien’…!

Kauffmann_Vergilius_Aeneïs
Angelika Kauffmann, Vergilius leest de Aeneïs voor aan Augustus en Octavia, 1788, Hermitage St.Petersburg

De corridor naar de grote zaal geeft met portretten van de latere tsaar Paul I en Maria Fjodorova en-passant een impressie van Russische Italiëgangers, geïllustreerd met Hackerts, Villa van Maecenas en de Watervallen van Tivoli, uit 1783. Ook Louis Royers buste van Anna Pavlovna, de echtgenote van Koning Willem II, staat hier. Omdat Willem beweerde dat hij wegens staatszaken niet mee kon, ging zij met haar kinderen Alexander en Sophie, plus een leger personeel op Grand Tour. In de interessante catalogus bijdrage van Thera Coppens lees je tussen de regels door de werkelijke reden van zijn weigering. In een teruggevonden dagboek maakt Sophie regelmatig melding van de aan waanzin grenzende woede uitbarstingen van haar moeder.

Batoni_Hercules op een tweesprong
Pompeo Batoni, Hercules op een tweesprong tussen de Deugd en de Ondeugd,1765, © State Hermitage Museum, St Petersburg

Onder de noemer ‘Kunst in Huis’ ziet de bezoeker monumentale doeken van de destijds geliefde schilders Pompeo Batoni en Anton Rafaël Mengs, die beide een grote schilderswerkplaats in Rome hadden. Van Pompeio Batoni ziet de bezoeker enkele pompeuze historiestukken met mythologische thema’s, zoals Hercules op de tweesprong, 1765. Een moraliserend werk, waarop de moeilijke keuze tussen een deugzaam en een ondeugende levenswijze wordt verbeeld.

Mengs_Winckelmann
Anton Raphael Mengs, Portret van Johann Joachim Winckelmann, ca.1777, Metropolitan Museum of Art, New York

Ook Anton Raphaël Mengs was bevriend met Winkelmann. Deze raadde kunstenaars aan om ‘hun kwast in verstand te dopen’, maar er tegelijkertijd voor te zorgen dat het werk levendig en bezield werd. Mengs deed meer dan dat; hij voegde een vleugje emotie -om niet te zeggen sentiment- toe. Zoals te zien in zijn Parnassus, (na 1761); een symmetrische compositie, met de god Apollo als in een klassiek reliëf geflankeerd door muzen. De figuren zijn naar klassiek Grieks ideaal gemodelleerd. Hun houdingen en gebaren ontleend aan bekende antieke beelden als de Apollo Belvedere en de Augustus van Primaporta. De prachtig belijnde klassieke neuzen vormen de finishing touch.

 

Mengs_Parnassus
Anton Raphael Mengs, Parnassus, na 1761, Hermitage St. Petersburg

Met dit sleutelstuk begint Mengs neo-classicistische fase. Het neo-classicisme werd hem met de paplepel ingegoten. Vader Ismaël Mengs nam zijn zoon mee naar Italië, waar hij zich in de schilderkunst bekwaamde door werk van Rafaël en Titiaan te kopiëren. Dat deed hij zo succesvol dat ze hem daar de Raphaele Tedesco noemden. Voor de Spaanse Koning Karel II schilderde hij rond 1767 een barokke Annunciatie; qua onderwerp en uitvoering heel anders dan de profane verstilde sfeer van zijn op de oudheid georiënteerde werken.

Mengs_Zelfportret
Anton Raphael Mengs, Zelfportret ca.1775, © Hermitage St.Petersburg

Mengs was niet zomaar iemand; hij schreef ook geleerde tractaten. Zijn Zelfportret (1775) toont hem in die hoedanigheid als pictor philosophus.

Winkelmanns devies van edele eenvoud en stille grootsheid is eveneens vertaald in het zoetgevooisde Oordeel van Paris uit 1750-1760,waarin hij de naakte godinnen met een zijdezacht incarnaat heeft bekleed. Paris wordt voor de keuze gesteld om -met gevaar voor repercussies- uit Hera, Athene en Afrodite de mooiste aan te wijzen.

Een onmogelijke taak, zoals uit het verloop van het verhaal dan ook zal blijken. Alledrie proberen ze Paris met een beloning te verleiden. Lang stond hij besluiteloos, maar Aphrodite wint. Zij belooft hem de liefde van de allermooiste vrouw op aarde: Helena. Een heerlijke beloning, maar er is een complicatie: Helena was getrouwd met koning Menelaos van Troje…. De rest is geschiedenis.

Mengs_Paris
Anton Raphael Mengs, Het oordeel van Paris, 1750-1760, © Hermitage St.Petersburg

Op meerdere plekken is via de audiotour muziek te beluisteren, zoals Monteverdi’s smachtende  Lamento della ninfa in de ruimte met Batoni en Mengs of in de grote beeldenzaal: Un été 42 van Mashup met de harp door Stefan Schmidt/Von Rosenthal verklankt. Hier wacht de bezoeker een neo-classicistische climax. Op de wanden van de grote zaal zijn enorme blow-ups van Giovanni-Battista Piranesi’s vedute aangebracht. In deze als souvenirs voor toeristen gemaakte stadsgezichten sjoemelde Piranesi wat met de onderlinge afstanden, zodat hij zoveel mogelijk Romeinse oudheden in één prent kwijt kon. Deze wandbekleding vormt de perfecte setting voor de acht eigenhandige sculpturen van Antonio Canova en werk van zijn gelijkgestemde collega’s. Conform Winckelmanns devies voegt Canova aan de koele, wat gelikt vormgegegeven figuren een mespuntje emotie toe. Door de subtiele belichting maken deze beelden een adembenemende indruk op de bezoeker.

Canova Paris Helena
Antonio Canova (en atelier), Paris, ca. 1819, De schone Helena, ca. 1819, © Hermitage St.Petersburg

Twee bustebeelden van Paris en Helena uit 1819, de geliefden die door het schenken van de gouden (twist)appel aan Aphrodite bij elkaar werden gebracht. Hij met een zogenoemde Phrygische muts, waar krullen als tortelloni onderuit piepen; zij van een van een welhaast onaardse schoonheid.

Canova Danseres
Antonio Canova, Danseres, 1805–12 © State Hermitage Museum, St Petersburg

Prachtig is Canova’s Danseres met de suggestie van haar naakte lichaam onder een ragdun gebeeldhouwd gewaad. Datzelfde geldt voor Hebe, de Griekse godin van de jeugd, bij wie het gewaad tot haar middel is afgezakt. De rest wappert rond haar benen, waardoor de beweging wordt gesuggereerd, waarmee zij met haar schenkkan langs de hemelbewoners snelt om nectar bij te vullen.

Canova Hebe
Antonio Canova, Hebe, 1800–05 © State Hermitage Museum, St Petersburg
Canova Maria Magdalena
Antonio Canova, De boetvaardige Maria Magdalena, 1808-1809,© Hermitage St.Petersburg

Onder Canova’s talrijke profane werken ontdek ik één religieus onderwerp; een boetvaardige Maria Magdalena. Haar handen in een klassieke gebedshouding, geflankeerd door een schedel als vanitassymbool. Ingetogen, maar net boven haar quasi onschuldig afgezakte gewaad een pikant detail.

Het toppunt van Canova’s sculpturale acrobatiek vormt het dubbelbeeld van Amor en psyche (1800-1803), waarmee Canova het prachtige verhaal uit de metamorfosen van Lucius Apuleius Madaurensis (2e eeuw) in beeld brengt. Aphrodite, godin van de liefde vervloekt de mooie Psyche en zendt haar zoon de liefdesgod Amor, met een speciale pijl op haar af. Hij moet haar verliefd laten worden op een monster. Op weg struikelt Amor, valt in de pijl en wordt zelf verliefd op Psyche. Omdat de tegenwerking van Amors moeder haar teveel wordt springt Psyche van een rots. Hiermee komt een einde aan haar aardse bestaan. In de hemel ziet zij Amor terug, waarmee het verhaal een happy end krijgt!
Moraal van het verhaal: schoonheid is een vloek, maar een zegen voor de museumbezoeker!

Hiermee is de cirkel van deze virtuele rondleiding rond. Aan het eind  staat de bezoeker weer oog in oog met Canova’s Amor die hem bij aanvang van de expositie begroette.

Link: Museum Hermitage, Classic Beauties

Link : Muziek bij de tentoonstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

Geverifieerd door MonsterInsights