Franciscus: met het verhaal van Henk van Os,
Rond 4 oktober sporen reclames de consument aan om hun huisdier eens extra te verwennen en het jeugdjournaal toont blije kinderen met hun viervoeters in de klas…
Dat het werelddierendag is kan niemand ontgaan, maar wie weet nog dat 4 oktober de gedenkdag is van Franciscus van Assisi (1181-1226), de rijkeluiszoon die het roer omgooide ?
Hij verruilde een comfortabel leven, met bijbehorende wereldse geneugten, voor een godsvruchtig en dienstbaar bestaan. En dat deed hij zo overtuigend dat hij vandaag, zo’n 800 jaar na dato, nog niet vergeten is ! Prof. Dr. Henk van Os koos deze voorbeeldige heilige als hoofdpersoon voor de tentoonstelling, waarmee hij afscheid neemt als hoogleraar aan de UVA.
Laten we indachtig de huidige Jeroen Bosch tentoonstelling even beginnen met een schilderij dat dáár te zien is, de Bossche Lakenmarkt uit 1530. Niet alleen interessant om te zien waar Jeroen Bosch 500 jaar geleden werkte in het huis dat thans de Kleine Winst heet (naast het onlangs ingestorte winkelpand van Pearl) en waar hij schuin aan de overkant na zijn huwelijk woonde (thans winkelpand Invito). Op dit schilderij is ook de heilige Franciscus afgebeeld als beschermheilige van de textielhandelaren; deze hoedanigheid –een van vele- dankte hij aan zijn vader die in stoffen deed.
Wie was Franciscus ?
Laat ik beginnen met het beeld dat u allen waarschijnlijk wel kent: Franciscus de natuurliefhebber. Hij trok er graag op uit en werd beste maatjes met de dieren. Vogels kwamen luisteren naar zijn preken en vlogen pas weg nadat Franciscus hen had gezegend !
Wanneer u deze Franciscus niet kent, dan kent u wellicht de Franciscus die in de bossen van Greccio in 1223 ‘life’ een kerststal neerzette, compleet met os en ezel en een kribbe met beeld van het Christuskind, dat na vurig bidden tot leven kwam. In navolging van dit wonder worden nog ieder jaar op tal van plaatsen kerststallen, al of niet gestoffeerd met levende have, opgebouwd. Maar de wonderlijke menswording van het houten Christusbeeldje heeft zich nooit meer voorgedaan.
Het verhaal dat Prof. Dr. Henk van Os de genodigden in de Catharinakerk ter opening van de expositie vertelde ging ook over een dier. Geen lieflijke vogel of verstilde os en ezel, maar een gemene wolf, die de bewoners van het stadje Gubbio jarenlang terroriseerde, maar die onder de zachte woorden en dwingende blik van Franciscus zo mak werd als een lam…
Franciscus liefde bleef niet beperkt tot dieren. Hij hield ook van mensen. Als werkterrein koos hij de stad, waar veel plattelandslieden in de hoop op een beter bestaan naar toe kwamen om er helaas in armoede te eindigen. Volgelingen van de door Franciscus gestichte orde der franciscanen of minderbroeders leefden in zelfverkozen armoede en zetten zich in voor de opvang en verzorging van paupers, zieken en melaatsen. Tijdens de opening van de tentoonstelling vertelde een hedendaagse franciscaan, pater Rob Hoogenboom, over het wonder van een melaatse man, die tijdens een wasbeurt onder Franciscus handen genas. Het verzorgen van melaatsen behoort nog steeds tot de taken van minderbroeders in Brazilië.
Begin van de Renaissance
Talrijk zijn de verhalen rond deze inspirerende figuur die reeds twee jaar na zijn dood in 1228 werd heilig verklaard. Franciscus sprak tot de verbeelding van velen en Van Os is één van hen. Tijdens zijn studie kunstgeschiedenis vernam hij de theorie van een 19e eeuwse kunsthistoricus, Heinrich Thode, die stelde dat met de orde der franciscanen het begin van de Renaissance werd ingeluid. Franciscus wenste een directere band tussen de individuele gelovige en God. Een in de woorden van Van Os: ‘bijzonder, middeleeuws soort individualisme (…) met een diep doorleefd gevoel van verbondenheid met Gods schepping’…Dit zien we in veel afbeeldingen van Franciscus terug.
De Franciscanen gebruikten van meet af aan de schilder- en beeldhouwkunst als promotiemiddel ter verbreiding van het geloof. Preken met beelden was een belangrijk communicatiemiddel in tijden van ongeletterdheid. In opdracht van Franciscanen beschilderde Giotto di Bondone (1266-1337) de muren van de basiliek in Assisi, waar Franciscus zijn laatste rustplaats vond. Dit ‘stripverhaal’ over het leven van de heilige, is gebaseerd op de laat 13e eeuwse beschrijving van Bonaventura. Heel kies zijn de wilde jeugdjaren –Franciscus is ook jong geweest- uit deze beeldreeks geweerd ! Voor het eerst in de kunstgeschiedenis wordt in deze schilderingen aandacht besteed aan de anatomie van het menselijk lichaam (zij het verscholen onder de kleding), dieptewerking en… emotie !
De 28 fresco’s uit Assisi kon zèlfs Van Os niet naar Utrecht krijgen en het Florentijnse ‘portret’ van Franciscus door Sassetta, dat in 1958 (…) een onuitwisbare indruk op hem maakte, evenmin, maar Van Os heeft wel kunstwerken bijeengebracht die zelden in Nederland te zien zijn. Schilderijen, miniaturen en beelden van o.a. Taddeo di Bartolo, Fra Angelico, Ludovico Carracci èn Rembrandt.
Talrijke wonderen
Ze brengen de talrijke wonderverhalen rond Franciscus in beeld. Naast de vogelpreek is het wonder van zijn stigmatisatie het meest bekend. Als asceet trok Franciscus zich vaak terug in de natuur om zijn aandacht te richten op God. Tijdens een retraite in de bossen van La Verna leefde Franciscus zich het lijden van Christus zò sterk in, dat hij spontaan ook wonden in handen en voeten ontving.
Tijdens een lezing voor de Kunstkring Doorn benadrukte Van Os onlangs het belang van Franciscus van Assisi. Door zijn toedoen was religie niet langer uitsluitend een zaak van ‘specialisten’, maar meer een van het volk. Zijn volgelingen, de minderbroeders, stonden het volk met raad en daad terzijde. Met de urbanisatie en bijkomende problemen als armoede en ziekte, kwam een belangrijk nieuw fenomeen op: het gezin als hoeksteen van de samenleving. Gepromoot door Franciscanen, die daartoe, aldus Van Os, een beschavingsoffensief lanceerden. Afbeeldingen van de voorbeeldige Heilige Familie en geschriften van de franciscanen helpen daarbij. Dit aspect komt in de huidige tentoonstelling niet aan de orde, maar werd door Van Os wel in de inmiddels voorbije tentoonstelling Heilige en Onheilige families in Huis Bergh belicht.
Oude bronnen
In het Catharijneconvent zijn ook de oudste bronnen over Franciscus leven te zien. In 1228 werden de wetenswaardigheden over zijn leven in opdracht van paus Gregorius IX al op schrift gesteld door tijd- en ordegenoot Thomas van Celano, die in zijn vita een vriendelijk signalement geeft van de kleine, charismatische Franciscus.
Ook latere bronnen zijn tentoongesteld. Zoals Bonaventura’s Legenda minor uit 1263 en de zogenoemde Fioretti (bloempjes); een 15e eeuwse bundel met sprookjesachtige Franciscusverhalen. De eerste Nederlandse levensbeschrijving door Jacob van Maerlant (ca. 1275), die wij van de Middelbare school beter kennen als de auteur van de Spieghel Historiael, is in de tentoonstelling te zien.
In de uitbeeldingswijze –iconografie- van Franciscus wordt het accent op zijn verschillende verschijningsvormen in de loop der tijd verlegd en aangepast aan eigentijdse idealen. En op zijn conto worden steeds meer wonderen bijgeschreven.
We leerden Franciscus kennen als bekeerling, asceet, mysticus, wonderdoener, boetvaardige heilige, prediker tot- en beschermheilige van de dieren en tenslotte wordt hij zelfs als tweede Christus ten tonele gevoerd. Als rolmodel voor mensen die in het voetspoor van Jezus zouden willen treden, maar dat toch moeilijk vonden, was Franciscus voor gewone stervelingen makkelijker na te volgen ….
Deze hoedanigheid wordt gepromoot in een laat 14e eeuws boek, waarin Bartolomeus van Pisa overeenkomsten beschrijft tussen Franciscus en Christus. In schilderijen en prenten is de weerslag van deze vindingrijke ideeën te zien. We zien hoe God de Vader Franciscus uit een rots tot leven wekt en hoe Hij vervolgens uit diens rib een naakte vrouw creëert (…); de personificatie van de orde der franciscanen. In een prent van Philips Galle uit 1587 brengt een als pelgrim vermomde engel, Franciscus moeder de blijde boodschap dat haar kind een grote toekomst wacht. Analoog aan de maagd Maria, aanvaardt zij deze boodschap deemoedig. Leuk in het licht van de huidige Jeroen Bosch-gekte: de scène ernaast laat zien hoe Franciscus geboorte voor commotie zorgt in de hel !
De engel kreeg gelijk; in een onafzienbare reeks prenten zien we hoe Franciscus zijn mantel weggeeft aan een bedelaar; hoe hij -analoog aan Mozes- water uit de rots slaat en zelfs water in wijn weet te veranderen ! En l’histoire se repète: Franciscus speelt het klaar om zoals Jezus aan het meer van Galilea, vijfduizend minderbroeders tijdens hun jaarlijkse bijeenkomst, met slechts 5 broden en twee vissen te voeden !
Omgekeerde wereld
Tenslotte bereikt de beeldvorming rond Franciscus een bizarre climax in een prent waarin Christus, als ongelovige Thomas zijn vinger in de zijdewond van Franciscus steekt (Philips Galle, 1580 Museo Francescano, Rome). Zoals een zegelafdruk de echtheid van een document garandeert, zo fungeren Franciscus stigmata als ‘certificaat van echtheid’ voor diens hoedanigheid als tweede Christus, aldus Bartolomeus van Pisa. Calvinisten nu zouden zeggen: het moet niet gekker worden… Zij uitten destijds ook al kritiek in twee in de opstelling onopvallende 16e eeuwse spotprentjes. Ene Erasmus Alber kritiseert in zijn Barfüßer Mönche Eulenspiegel und Alcoran uit 1542 (met voorwoord van Maarten Luther) de vergelijking van Franciscus met Christus. Op het satirische titelblad spreekt een duivel in minderbroederpij: ‘Al is Christus een groot heer, onsen Franciscus is nog al meer.’ Een andere illustratie toont hoe Franciscus uit de zijdewond van Christus kruipt ! Uit de vele afbeeldingen blijkt dat Franciscus door katholieken als een goede bemiddelaar wordt beschouwd. In Utrecht worden goedkope pijpaarden devotie-beeldjes voor de massa gemaakt, zoals een mal met een daarin gevormd Franciscus beeldje illustreert.
Contrareformatorisch offensief
Onder het mom aanvallen is de beste verdediging wordt tijdens het Concilie van Trente (1545-63) een antwoord geformuleerd op de Reformatie. Bisschoppen trachtten de Rooms-Katholieke kerk van binnenuit te zuiveren. De door hervormers gekritiseerde buitensporige Maria devotie wordt (overigens zonder succes) ingeperkt en al te ongeloofwaardige heiligen, zoals Christoffel, worden geschrapt van de officiële lijst, maar blijven niettemin geliefd bij het volk. Geschriften, prenten en schilderijen, waarin de gelovigen emotioneel worden aangesproken moeten hen voor de moederkerk behouden en afgedwaalde schapen terugwinnen. Dit is mooi verbeeld in Anthony van Dycks Franciscus onder het kruis, uit de eerste helft van de 17e eeuw en in Ludovico Carracci’s, Maria met Franciscus en het Christuskind, 1585. Maria legde haar kindje even in de armen van Franciscus, waarna hij het een nacht lang zou hebben gewiegd. De verkoop van aflaten bleek eveneens een probaat middel om gelovigen aan de kerk te binden. Reeds aan het eind van de 13e eeuw verleende de paus de minderbroeders toestemming voor het uitgeven van de zogenoemde ‘aflaat van Porziuncola’. Franciscus zou deze aflaat persoonlijk van Christus hebben ontvangen. Federico Barocci vervaardigt een prent die voor de koper fungeert als aflaat. Hiermee werd het verblijf in het vagevuur, waar zonden moeten worden uitgeboet, aanzienlijk bekort. Deze oude praktijk wordt na het Concilie van Trente nieuw leven ingeblazen.
In de laatste tentoonstellingszaal is te zien hoe de natuur als setting voor Franciscus wonderen steeds prominenter wordt. Franciscus ontvangt zijn stigmata in de woeste natuur, waar hij zich als boeteling heeft teruggetrokken, zoals in een prent van Rembrandt, Franciscus als mysticus in de natuur.
Een fraai 17e eeuws wandtapijt toont Franciscus te midden van een weelderige natuur, verwijzend naar het verloren paradijs van Adam en Eva, dat door Christus’ kruisdood in de hemel weer toegankelijk wordt.
Franciscus in een modern jasje
Zo komen we aan bij de verbeelding van Franciscus in de 19e en 20e eeuw. Zoals het beeldmerk van de tentoonstelling; een schilderij door Francesco Coppola Castaldo’s Franciscus in een kustlandschap, uit 1878.
In dit desolate, welhaast Felliniaanse landschap zijn nog altijd zijn vaste metgezellen de vogels aanwezig en een hier en daar een bloem ! Hier treffen we ook een fraaie houtsnede aan door Maurits Escher, Franciscus preekt voor de vogels, 1922.
Illustratief als document van het tijdsbeeld van de jaren tachtig, is Elie van Damme’s, Franciscus als natuurberschermer.
Hier staat Franciscus als een soort Jantje Beton, in dit geval Fransje Beton, met in de voorgrond nog maar een enkel bloempje. Onmiskenbaar een verwijzing naar de 13e eeuws urbanisatie, de tijd waarin Franciscus werkzaam was onder de outcasts in de nieuw gestichte steden.
In deze zaal staat ook het sobere Franciscubeeld dat Mari Andriessen in 1942 in opdracht van de Amsterdamse Obrechtkerk maakte. Het beeld kon het parochiebestuur maar matig bekoren. Daarom werd Piet Worm om een kleurrijk (geslaagd ?) achtergrondkoortje gevraagd !
Het Zonnelied
Een laatste hoofdstuk in de tentoonstelling wordt gevormd door verbeeldingen van Franciscus Zonnelied, dat talloze componisten en 20e eeuwse kunstenaars inspireerde. Onder wie Hans Pape, van wie 4 houtsneden over dit lofdicht op Gods schepping.
Tot besluit onze virtuele rondleiding sta ik even stil bij de huidige paus in wiens naamkeuze en levenswandel de heilige Franciscus voortleeft. Paus Franciscus die Franciscus ideeën van soberheid en rechtvaardigheid metterdaad belijdt. Hij bewoont geen luxueuze suite in het Vaticaan, maar huist in een eenvoudig appartement. Zijn uitvalsbasis voor een kruistocht tegen corruptie en arrogantie onder de curie; een offensief dat hem niet door alle Romeinse prelaten in dank wordt afgenomen, zoals te lezen in een recent verschenen boek onder de titel Kruistocht, door G. Nuzzi. Geheel in stijl met Franciscus liefde voor de armen, ontving paus Franciscus deze winter de Utrechtse dakloze Marc op audiëntie. Gevraagd naar zijn ervaring antwoordde de bezoeker, dat het net was of hij bij zijn opa op bezoek was ! De paus op zijn beurt liet in antwoord op de vraag of hij Nederland nog eens wilde bezoeken weten, dat hij zou komen als de daklozen van Utrecht hem zouden uitnodigen. Het cadeautje dat de Utrechtse verkoper van straatnieuws van de paus ontving, een rozenkrans, ligt in de tentoonstelling.
Epiloog
Niet in de tentoonstelling, daarom hier even aangestipt. Zoals de leefwijze van de 5e eeuwse heilige Benedictus van Nursia in 2003 in een modern jasje verscheen met tips voor timemanagement, in de zin van op tijd met een taak te stoppen, zo is er ook een boek met tips van Jaap Lodewijks voor management in de geest van Franciscus. De heilige van Assisi zocht bewust de ontmoeting met de ander en was op zoek naar wat bindt in plaats van naar wat scheidt.
Franciscus zag zijn leiderschap als een noodzakelijke taak, maar vond die taak beslist niet belangrijker dan het wassen van andermans voeten; een boodschap die wel past bij Pasen.
Bibliografie:
W. Derkse, Een levensregel voor beginners: Benedictijnse spiritualiteit voor het dagelijkse leven, Tielt, 2003.
J. Lodewijks, Als het wassen van andersmans voeten: Franciscus ontmoeten in leidinggeven en werk, Utrecht 2011.
H. van Os e.a., Franciscus met het verhaal van Henk van Os, Tentoonstellingscatalogus Museum Catharijneconvent, Zwolle, 2016.
G. Nuzzi, De kruistocht: Paus Franciscus en zijn geheime strijd tegen corruptie in het Vaticaan, Amsterdam, 2016.