In de ban van de Ararat – Schatten uit het oude Armenië. Drents Museum tot en met 30 oktober.

Na eerdere spraakmakende archeologie tentoonstellingen presenteert het Drents Museum tot en met 30 oktober de expositie In de ban van de Ararat. De voor Armeniërs heilige berg tekent zich -ver achter de grens tussen Turkije en Armenië- tantaliserend af aan de horizon. Bij het grensverleggende verdrag van Kars (1921) verdween de berg van de Armeense landkaart. In de vierde aflevering van de documentaire serie Jezus van Nazareth verovert de wereld (2020) spreekt presentator Kefah Allush met een groepje Armeniërs die over het grenshek heen foto’s maakten van de imposante berg.

Waarom? De Armeniërs zien zichzelf als afstammelingen van Hayk, een achter-achterkleinzoon van Noach, wiens Ark tijdens de Bijbelse zondvloed op de Ararat gestrand zou zijn. Het land dat wereldwijd bekend staat als Armenië, noemen zij naar hem Hayastan.

In de tentoonstelling maakt de bezoeker een tijdreis door de millennia lange, cultuurrijke geschiedenis van het bergachtige, letterlijk steenrijke Armenië.

Laat je door deze tijdspanne niet ontmoedigen; duidelijke zaalteksten leiden je moeiteloos door de overzichtelijke opstelling. Het verhaal, waarin zowel creationisten als Darwinianen worden bediend, wordt geïllustreerd met 170 objecten. Deze dateren van de prehistorie tot vondsten van rond 1500 v. Chr. toen heersers zich in monumentale grafheuvels lieten bijzetten, gevolgd door objecten uit de tijd waarin het christendom werd geïntroduceerd.  

Armenië is niet alleen een Mekka voor mensen die geloof hechten aan de Bijbel, maar ook voor liefhebbers van wijn en archeologie, zoals uit het navolgende zal blijken.

Armenië: steenland

Ten tijde van de schepping zouden de vroegste bewoners van deze streek geduldig hun beurt hebben afgewacht, waardoor zij het laatst overgebleven, slechtste land toebedeeld kregen. Hun bescheidenheid werd echter beloond, want ondanks de stenen bleek het land zeer geschikt voor wijnbouw. De archeologische vondst van een wijnpers en wijnkruiken van 4000 jaar v. Chr. lijken deze legende te bevestigen. Ook de oudtestamentische episode over de dronkenschap van Noach past in dit verhaal.  

In het zuidoosten van Armenië, werd ook de oudste veterschoen van Eurazië gevonden, daterend van 3627-3377 v. Chr. Deze vondst schittert door afwezigheid, maar in de expositie is wel een andere schoen in de vorm van een ceramisch rijglaarsje te zien.  

Vrijwel alle millennia oude archeologische voorwerpen worden gesierd met een verscheidenheid aan gestileerde, soms ook realistische dierfiguren. Zou het dan toch waar zijn, dat mooie verhaal van Noach, die met zijn schip enkele uitverkorenen en alle dieren van de allesvernietigende zondvloed redde?

De Armeniërs geloven er heilig in: het wapen van Armenië wordt gesierd met een gestileerde afbeelding van de door water omzoomde Ararat met de Ark van Noach in top.

De vormgevers van de expositie lieten zich inspireren door Noachs beestenboel. Tegen het alomtegenwoordige decor van de machtige Ararat plaatsten zij enorme in hout ‘opgezette’ dieren.

Meermaals gingen archeologen op zoek naar resten van dit Bijbelse schip, maar het ‘enige echte’ restant van de ark werd in de 4e eeuw aan de voet van de Ararat opgeraapt door de heilige Jacob van Nisibis (338). Deze vondst van onschatbare waarde wordt met een afbeelding van de heilige op een van de Armeense bankbiljetten gememoreerd. Het in een fraaie reliekhouder gevatte houtfragment is in Assen te zien. Tijdens de voorbezichtiging was de koerier van de bruikleengever, de kathedraal van Etchmiadzin -de Sint-Pieter van Armenië- aanwezig om vragen van de pers te beantwoorden. De directeur van het Drents Museum, Harry Tupan, sprak de man Gods uit Armenië’ respectvol toe als ‘father’.  

Reliekhouder met houtfragment van de Ark van Noach. 1800-1900. Kathedraal Etchmiadzin. Links voorzijde Rechts achterzijde. Foto Marina Marijnen

Een andere (niet getoonde) reliekhouder toont de duif die met een levensteken bij Noach terugkomt. Niet met een olijftak, maar -kleine variatie op het Bijbelverhaal- met een twijg van een druivenwingerd in zijn snavel. Verwijzend naar een minder heroïsche episode uit het leven van de Bijbelse held. Wie bekend is met de Bijbelse verhalen weet dat aan de protagonisten niets menselijks vreemd was. Sterker nog: velen doen alles wat God verboden heeft, maar de meeste komen bijtijds tot inkeer. In de verhalen waarin het perspectief nogal eens wisselt is altijd hoop. En zo konden de Armeniërs met hun beroemde wijnen ook een positieve draai geven aan de dronkenschap van Noach.  

De bezoeker wandelt met zevenmijlslaarzen door de lange -een half miljoen jaar bestrijkende- geschiedenis van Armenië. Een geschiedenis die getekend is door veel oorlogen en wisselende landsgrenzen. Het grondgebied van Armenië dat zich ooit over een groot deel van Centraal Azië uitstrekte, beslaat tegenwoordig een oppervlak zo klein als driekwart van Nederland. Maar gebleven zijn de talrijke objecten, waarin de verschillende overheersers hun sporen hebben nagelaten; Armenië is een smeltkroes van alle omliggende volken.

Millennia lange Armeense geschiedenis
Het verhaal begint met sporen van de eerste bewoners uit de steentijd. De homo-sapiens verscheen ca 40.000 jaar geleden. Deze leefde van de jacht en het verzamelen van voedsel. Vanaf 6000 v. Chr. worden akkerbouw en veeteelt belangrijker. Van deze tijd dateren werktuigen gemaakt van obsidiaan, een vulkanische glassoort. Vanaf 5000 v. Chr. dateren koperen gebruiksvoorwerpen en sieraden.

In de zuidelijke Kaukasus ontstaat ca 3500 v Chr. de zogenoemde Kura-Arax cultuur. Het leefgebied van de half nomadisch bevolking strekt zich uit tot in Israël, Palestina en het noordoosten van Iran. Van deze periode dateert glanzend zwart aardewerk met een rode binnenkant, versierd met abstracte figuren. Opvallend zijn de keramische haarden in de vorm van een klaverblad, in twee modellen: een verplaatsbare versierd met ramskoppen en een ‘inbouwmodel’, waarop verzonken in de bodem, gekookt kon worden.

Twee typen haarden van de Kura-Arax-cultuur: de ‘inbouwhaard’ en de verplaatsbare vuurbok, versierd met ramskoppen. De eerste is afkomstig uit Shengavit, de andere uit Karnut. 3de millennium v.Chr.

In de bronstijd, van 2400 – 1100 v. Chr. ontstaan grote grafheuvels, de zogenoemde koergans. Vooraanstaande doden kregen talrijke grafgiften mee, variërend van beschilderde voorraadpotten en gouden sieraden. Behalve metalen wapens, vaatwerk en meubilair vonden archeologen zilveren en gouden bekers, versierd met jachtscènes en leeuwen. Nabij Lchashen, in het droogvallende Sevan-meer in Oost-Armenië, kwam zeventig jaar geleden een hele ‘dodenstad’ boven water. In de geopende grafkamers werden twee- en vierwielige houten ossenwagens aangetroffen.

Halssieraad, goud met kralen van kornalijn en een geslepen ovale agaat. 2200-2000 v. Chr. Foto Marina Marijnen Gouden kom met leeuwen, 21e – 19e eeuw voor Chr. Foto Marina Marijnen

Imposant zijn de enorme stenen koppen daterend van 1000-800 v.Chr. en een fallus van basalt van rond 1200-1000 v. Chr., zoals deze bij diverse grafvelden werden gevonden.

De volgende stappen brengt de bezoeker in het koninkrijk Urartu, dat zich van het huidige Oost-Turkije uitstrekte tot Noordwest-Iran. Koningen met mysterieuze namen als Argisti I en Rusa II verschansten zich in hooggelegen, uit enorme steenblokken en kleitichels opgetrokken citadels, zoals die in Teishebani. Hier legden archeologen magazijnen bloot en grote ingegraven voorraadpotten, voor het bewaren van voedsel en wijn.  

In deze tijd ontstaan fraaie ceramische voorwerpen en drinkbekers. Een absolute blikvanger is de al genoemde drinkbeker in de vorm van een rijglaars, compleet met beschilderde veters en vetergaten, daterend van de 7e eeuw v. Chr. De porfieriet kom, waarvan replica’s het als theekop in de museumshop goed zouden doen, spreekt eveneens tot de verbeelding. Wie zou dit drinkgerei ooit naar de mond hebben gebracht? 

Kom van porfieriet met meanderend motief, diameter 11,2 cm. foto Marina Marijnen Drinkbeker in de vorm van een Rijglaars foto Marina Marijnen

Na de onderdanen van Urartu ontmoeten we, volgens het zaalopschrift,  de ‘eerste echte Armeniërs’. Na de val van het koninkrijk Urartu nemen de Meden het roer korte tijd over, waarna het gebied rond 550 v. Chr. op gaat in het oud-Perzische rijk der Achaemeniden. Na de veroveringen van Alexander de Grote ontwikkelt zich een onafhankelijk koninkrijk Armenië geregeerd door drie achtereenvolgende dynastieën: de Yervandiden, de Artashediden en de Arshakuni. Onder Tigran de Grote (95-55 v. Chr.) bereikt dit koninkrijk haar grootste omvang; het gebied strekte zich uit van West-Turkije tot Noord-Iran. Met de deling tussen het Byzantijnse- en Perzische rijk der Sassaniden verliest dit enorme rijk in de 4e eeuw n. Chr. haar zelfstandigheid.  

Sinds de tijd van keizer Augustus (27 v. Chr. – 14 n. Chr.) betraden ook de Romeinen het Armeens grondgebied. Daarvan getuigen diverse vondsten, zoals een zilveren denarius met veelzeggende oneliner: Armenia Capta (18-19 v. Chr.). Met deze munt memoreerde keizer Augustus de diplomatieke overwinning ter gelegenheid van de aanstelling van koning Tigran III als vazal. De Romeinse geschiedschrijver Cassius Dio noemt de namen van Trajanus, die Armenië in 114 n. Chr. annexeerde, onder Hadrianus werd de verliesgevende provincie in 117 afgestoten, maar dit werd door zijn opvolgers weer ongedaan gemaakt. Ook Lucius Verus, Septimus Severus en Caracalla (211-219) lieten hun sporen na. Van laatstgenoemde zie je een schitterend glazen kruikje gevormd naar zijn portret. Nabij Garni in centraal Armenië, is zelfs een reconstructie van een Romeinse tempel te zien.  

Glazen kruikje (h. 17,5 cm) in de vorm van het portret van de Romeinse keizer Caracalla (regeerperiode van 211-217). Het toont een oudere man met krullend haar, een baard, opvallende huidplooien boven zijn oogleden en samengeknepen lippen. Dit uitzonderlijke kruikje is met behulp van een driedelige mal geblazen. Afkomstig uit Tigranakert.

Hierna belandt de bezoeker in de eindfase, althans van de periode waarop de tentoonstelling gebaseerd is. Van 287 tot 33 na Chr. staat koning Trdat III aan het roer. Tijdens zijn regime maakten de oude goden plaats voor Een nieuwe God: de God van het Christendom. Maar dat ging niet vanzelf. De geschiedenis kent meer voorbeelden van christenvervolgers die het roer aan het eind van hun leven omgooiden. Trdat is een van hen. Zijn persoonlijke secretaris, de tot het christendom bekeerde Grigor sluit hij 13 jaar lang op in een put, omdat hij weigert de godin Anahit te vereren. Voor zijn euveldaden wordt de koning kennelijk gestraft. Wanneer koning Trdat krankzinnig wordt geneest Grigor hem. Deze wonderbare genezing betekent een omslagpunt; de koning laat zich tot het christendom bekeren en hij stelt het christelijk geloof als staatsgodsdienst in. In Vagharshapat laat Grigor een kathedraal bouwen; de eerste van vele duizenden godshuizen in Armenië.

De kerstening van Armenië wordt in de tentoonstelling op diverse stèles met afbeeldingen van Grigor en de Maagd Maria met het kindje Jezus gememoreerd.

Stèle met afbeelding van de Maagd Maria met het kindje Jezus. (400-600). foto Marina Marijnen.

Met de tijd van koning Trdat III (287-330 n. Chr.) houdt de tijdlijn van de expositie op. Voor de geschiedenis van Armenië betekent dit geenszins het einde van het verhaal. De geschiedenis van het land vervolgde haar grillige loop. In de op Netflix te vinden film The Promise staat een schrijnend aspect van de Armeense geschiedenis centraal. De door de Ottomanen gepleegde genocide van 1915-1923, waarbij anderhalf miljoen Armeniërs vermoord werden. Een misdaad tegen de menselijkheid, die tot de huidige dag door de aanstichter daarvan, Turkije wordt ontkend.

Buiten de tentoonstelling maken we even een flashforward. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 verlieten veel Armeniërs hun land. Zij vestigden zich ook in Nederland, waarmee de geschiedenis zich in zekere zin herhaalde. Want dat gebeurde in de 17e eeuw eveneens. In Amsterdam vonden zij godsdienstvrijheid en een vrije drukpers. In een van de vitrines ligt de Armeense bijbel, die daar tussen 1666-1668 in opdracht van Voskan Jerevantsi werd gedrukt. Het boek ligt open bij een illustratie van de Ark van Noach door Christoffel van Sichem. Noach en twee vrouwen gaan op weg naar de ark, waar een zwerm vogels en een paar landdieren op het punt staan om aan boord te gaan. De rest is geschiedenis.

Armeense Bijbel, Amsterdam 1666-1668. History Museum of Armenia, Jerevan. Foto Marina Marijnen

Drents Museum Assen, In de ban van de Ararat

 

Geverifieerd door MonsterInsights