Botero: Celebrate Life ! t/m 11 september 2016 in de Kunsthal, Rotterdam

BOTERO, ZELFPORTRET, KUNSTHAL
Botero, zelfportret met beschermengel, 2015

Tijdens een voorbezichtiging van de tentoonstelling Botero: Celebrate Life ! waren Botero (*1932) en zijn dochter Lina aanwezig. Emily Ansink, directeur van de Kunsthal, licht toe dat de titel van de expositie een citaat is uit Fernando Botero’s eigen woorden. Vier het leven ! In de kunsthal zijn schilderijen en beelden uit de eigen collectie van de kunstenaar bijeengebracht; een unieke kans om zoveel werk van de Colombiaanse schilder bij elkaar te zien. In Nederland was dat in 1975 voor het laatst mogelijk in Museum Boijmans van Beuningen. De kopieën van zijn werk door meestervervalser Geert Jansen -sinds zijn bestraffing- netjes gesigneerd ‘naar Botero’ heb ik niet meegerekend.

Botero_Monumentaal paard_2009
Botero, Monumentaal Paard, 2009

Sinds 1975 is het oeuvre van de Zuid-Amerikaan gestaag in volume toegenomen, letterlijk en figuurlijk ! De kunsthal toont zo’n honderd schilderijen, tekeningen, pastels en beeldhouwwerken, waar de 84-jarige kunstenaar zich op latere leeftijd eveneens in bekwaamd heeft. Centraal staat het enorme Caballo, uit de collectie van het voormalige Scheringa Museum, dat gedurende enkele jaren een bekend ijkpunt langs de weg naar Friesland was

Tijdens de bijeenkomst stond Botero de pers te woord. In antwoord op mijn voor de hand liggende vraag naar het waarom van de …‘blown-up, fat figures’… corrigeert Botero mij, geen ‘fat figures’, maar volumineuze figuren. Daarna volgt -naar Zuid-Amerikaans literair gebruik- een breedvoerig relaas. Nog maar 14 of 15 jaar oud begon hij te aquarelleren; als vanzelf ontstonden ronde vormen. Als jong volwassene werd hij gegrepen door de grote Italiaanse meesters; Giotto, Massaccio en vooral Michelangelo, die altijd bezig was met -aldus Botero-…’sensuality and fullness of flesh’. De verschillende Renaissance meesters wezen hem de weg èn (een niet nader gespecificeerd boek van) Bernard Berenson. Deze kunsthistoricus beschreef, in diverse uitgaven, de kunst van de Middeleeuwen en vooral de Italiaanse Renaissance.

Botero, the Bath, 1989
Botero, Bad, 1989

In 1930 werden deze laatsten gebundeld in The Italian Painters of the Renaissance. Met name  Berensons theorieën over ‘volumes’, daar heb je het, spraken Botero naar eigen zeggen aan. Zo is het dus gekomen dat zijn werk bol staat van volumineuze figuren! De schilderijen worden in de tentoonstelling thematisch gepresenteerd. Het dagelijks leven gebaseerd op herinneringen aan zijn geboortedorp, hommages aan beroemde oude meesters, onderwerpen ontleend aan het circus en het stierengevecht en uitbundige close-up geschilderde stillevens. Alles even kleurrijk, je wordt er helemaal blij van ! Botero verdient het niet dat zijn werk wordt afgedaan als een gimmick, een trucje, zoals Sandra Smets in een recensie van 18 juli jl. in NRC deed. Dat zou je dan ook wel kunnen zeggen van het werk van bijvoorbeeld Jackson Pollock of Karel Appel, die de kritiek op zijn werk: ‘dat kan mijn kleine zusje ook’, pareerde met: ..’dat kan wel wezen, maar ik heb het gedaan’ ! Botero’s werken, gedaan in een heel eigen unieke stijl, zijn samengebracht in een leuke tentoonstelling.

Zijn werk weerspiegelt zijn jeugd,  maatschappelijke problemen en beelden van de burgeroorlog in Colombia. Talrijk ook zijn de schilderijen met remakes van beroemde werken uit de kunstgeschiedenis. Botero groeide op in een provinciaal, geïsoleerd plaatsje in Colombia. Je had er niets; geen kunst, geen musea en communicatie met de hoofdstad was er evenmin. Eigenlijk was het een micro-republiek waar de wereldlijke en kerkelijke leiders de baas waren, zo vertelt hij. Aanvankelijk werd hij geboeid door pre-Colombiaanse kunst en altaarstukken in koloniale barokstijl. Als jonge man sloeg hij zijn vleugels uit. Hij reisde naar Bogota, Spanje en het kleurrijke Mexico, dat zijn palet zou gaan bepalen. Hier zag hij werk van de muralisten Diego Rivera en Jose Clemente Orozco. Hij volgde zijn ‘vocation’; hij moest schilderen. In de vroege jaren ’50 reisde hij naar Italië, waar hij studeerde aan de Academia van San Marco in Florence. Na Velazquez en Goya richtte hij de focus op Giotto, Andrea del Castagno, Piero della Francesca, Paolo Ucello, Michelangelo, Leonardo da Vinci, de held van de (noordelijke) Renaissance, Albrecht Dürer en de barokschilder Peter Paul Rubens. Zonder zich iets aan te trekken van de tijdgeest -figuratief werken was inmiddels not done– ontwikkelde hij zich tot een bekend kunstenaar. Al ging daar wel wat tijd overheen. Kunstcritici konden zijn figuratieve werk niet waarderen. Zijn schilderijen brachten in de vroege jaren ’50 nog geen brood op de plank. Vanaf 1957 vertoont zijn curriculum  een stijgende lijn in exposities. Het begon met een succesvolle tentoonstelling in de Gres Gallery in Washington. Het Moma kocht in 1961 Botero’s Mona Lisa, maar negatieve kritiek bleef, zoals bleek bij een tentoonstelling het jaar daarop in de galerie The Contemporaries. Na een expositie in 1966 in de Kunsthalle van Baden-Baden, volgen tentoonstellingen in o.a. Milwaukee, New York, Parijs, Zwitserland, Tokyo, Rome, Palermo, Knokke, Los Angeles en St. Petersburg. Tot de huidige dag worden zijn werken over de hele wereld en zelfs in Rotterdam getoond !

Botero,Kunsthal, De Straat
Botero, De straat, 2000

Behalve werk geïnspireerd op oude meesters, waarover straks meer, schilderde Botero ook ‘his childhood memories’; scènes uit het dagelijks leven. We zien vrouwen op de markt, vrouwen in een naaiatelier, Colombiaanse straatjes in een mix van realiteit en fantasie.

 

 

 

 

Botero, Kunsthal, Bloedbad
Botero, 20.15 Bloedbad, 2004

Diverse werken herinneren aan de ellende van de burgeroorlog in Colombia en de lange periode van strijd tussen overheid en guerilla-beweging FARC.  Zoals in ‘20.15 Bloedbad’ waarin een kamer met door geweld getroffen personen getoond wordtAan deze misere lijkt met het tekenen van een vredesakkoord  binnenkort een eind te komen, aldus een hoopvol gestemde Botero.

Geestig zijn de monumentale portretten van de president en de first lady van Colombia uit 1989.

Botero_De President_1989
Botero, de President, 1989
Botero_First Lady_1989
Botero, First Lady, 1989

 

 
Uit liefde voor de Italiaanse Renaissance kocht Botero een huis in Toscane, nabij Carrara, de groeve waar Michelangelo zijn marmer haalde. Hij begon met het maken van  sculpturen met de techniek van de oude meesters. In de expositie staan een aantal bronzen, die evenals de geschilderde figuren opgeblazen (dus niet dik…) en volumineus van vorm zijn. Op dezelfde wijze modelleert hij ook zijn op topwerken uit de Italiaanse Renaissance geïnspireerde schilderijen.  Zoals de geestige portretten van  Federigo da Montefeltro en zijn gade, in de 15e eeuw geschilderd door Piero della Francesca.

Botero, Frederico de Montefeltro naaar Pierro della Francesca, 1998
Botero, Frederico de Montefeltro naaar Pierro della Francesca, 1998
Pierro della Francesca, Frederico da Montefeltro, Uffizi, Napoli
Pierro della Francesca, Frederico da Montefeltro, Uffizi, Napoli

 

 

 

 

 

 

 

 

Evenals zijn vroegere voorgangers, brengt hij de verf ook zorgvuldig, laag voor laag aan. In een van de zalen zijn Botero’s watercolours, schetsen en tekeningen geëxposeerd, waarin we zijn eerste invallen en ideeën herkennen voor de elders in de opstelling getoonde schilderijen.

Botero_vader_1990
Botero, Portret van mijn vader, 1990
Botero_man en paard_
Botero, Man op een Paard, 2001

 

 

 

 

 

 

 

Humoristisch en sarcastisch tegelijk zijn de religieuze werken. Een in vol ornaat badende bisschop, ongetwijfeld verwijzend naar het ‘warme bad’, waarin de Romeinse prelaten leven. Een ‘kamerheer’ met donkere huidskleur staat al gedienstig met een handdoek klaar !

Botero_de vaticaanse badkamer_2006 _NEW

 

Botero, Kunsthal, Dorothy
Botero, De heilige Dorothea, 2014

Grappig is ook de reeks vrouwelijke hooggehakte heiligen in eigentijdse kleding, waarvan ik hier, als hommage aan een van mijn beste vriendinnen, de Heilige Dorothea laat zien. Vanzelfsprekend beperkt de gelijkenis zich slechts tot de naam. De heilige maagden zijn voor de goede verstaander herkenbaar aan hun traditionele attributen.

 

 

 

 

 

Botero_jongleur_slangenmens
Botero, Jongleur en Slangenmens, 2008

Via stierenvechters, portretten van kermisklanten en acrobaten, die, lijvig als zij zijn, toch lenig aan de rekstok hangen of behendig staan te jongleren, komen we bij de stillevens. Hier wordt de blik van de toeschouwer recht in de volle boeketten getrokken of in de schaal met appetijtelijk fruit. Een echtpaar ligt, luierend, maar ernstig kijkend, te picknicken.

 

 

 

Botero_sinaasappels_2008
Botero, Sinaasappels, 2008

Bij het schilderij met een sinaasappelstilleven staan Botero en zijn dochter Lina, die ons, beurtelings vertellend, rondleiden, even stil. Aan een simpel onderwerp als één enkele geschilderde sinaasappel kun je toch de stijl aflezen van een specifieke kunstenaar. Het lijkt een open deur, maar het is wel een eye-opener voor wie er nog nooit goed naar heeft gekeken. Leg maar eens een (sinaas)appel van Cézanne, naast een door Picasso of …. Botero geschilderd exemplaar! Bij veel kunstenaars kun je een ontwikkeling in stijl waarnemen. Gevraagd naar de ontwikkeling van Botero’s stijl (niet dus), antwoordt hij dat deze manier van werken nu eenmaal zijn ‘conviction’ is, ‘why change it ?’ Gevolgd door de ietwat cryptische woorden:…’A good artist looks for the solution of problems; a great artist looks for problems’…

Botero_picknick
Botero, Picknick, 2001

Zo komt het dus dat je tussen vroeg en laat werk, afgezien van wisselende inspiratiebronnen, nauwelijks significante stijlverschillen ziet. Vergelijkt Botero’s Picknick uit 2001  met bijvoorbeeld zijn Onze Lieve Vrouwe van Colombia uit 1992.

Botero, Onze lieve vrouwe van Colombia, 1992
Botero, Onze lieve vrouwe van Colombia, 1992

Uiteindelijk is er toch iets vreemds aan deze werken. Bij geen van de tentoongestelde werken ontdekte ik ook maar (een zweem van) een glimlach. Ondanks de vaak blije onderwerpen en vrolijke kleuren ontbreekt echte vreugde en dat in een tentoonstelling die nota bene oproept tot het vieren van het leven !…’How come’…? Ligt de oorzaak in de ongelukkige gewelddadige geschiedenis van Botero’s vaderland ?
Dat zou ik Botero, die zelf ook op geen enkele foto lacht, nog wel eens willen vragen !

Link:

Kunsthal Rotterdam, Fernando Botero

Info Kunsthal Telefoon 010-4400301
Openingstijden: dinsdag t/m zaterdag 10.00 – 17.00 uur, 
zon- en feestdagen 11.00 – 17.00 uur

 

 

 

 

 

 

Napels zien en dan …..

……..gelukkig thuiskomen!!

                ………Torna a Surriento….. famme campá !..…

In 1902 werden deze dichtregels van Giambattista de Curtis door zijn broer Ernesto getoonzet in de ultieme Napolitaanse canzone. Dit woord te vertalen als smartlap zou een grove belediging zijn !

Beluister de versies van Luciano Pavarotti in duet met Meat Loaf of Andrea Boccelli

 

In de sixties weerklonk deze melodie in een hartstochtelijke remake van Elvis Presley: Surrender !

Dat Sorrento in vele toonaarden werd bezongen is geen wonder. Het bloemrijke, door azuurblauw water omspoelde Peninsola Sorrentina is een groot feest; althans voor de toeristen. De camerieri in de hotels en restaurants, gestoken in zwarte pakken en overhemden met lange mouwen, serverend in temperaturen van (nu al) 340, ervaren dat vast anders, al laten ze het niet merken. Tijdens een vakantieweek in Sorrento, zagen wij niets dan vriendelijke sorrisi !

Sorrento_Napels_baai_Vesuvius
Baai van Napels met Vesuvius, zicht vanaf Sorrento

Wanneer je je geen zomervakantie zonder zee kunt voorstellen is Sorrento een ideale bestemming voor kunst- en cultuurliefhebbers. Boek een hotel met toegang tot een privé strand. Zoals Palace Hotel Europa met zwembad en een lift die stopt in een spannende ondergrondse tunnel, aan het eind waarvan licht gloort en … de zee.

20160708_110104
Onderdoorgang naar golf van Napels

Culturele uitstapjes zijn vanaf Sorrento eenvoudig te maken met de Circumvesuviana, de trein met eindstation Napoli, die je naar de scavi van Pompeii en Ercolano (Herculaneum) brengt. Aan de pier van Sorrento varen ferry’s af en aan naar Napels, Procida, Ischia en het eveneens talloze malen bezongen Capri.

Wij begonnen de week met een bezoek aan het Museo di Capodimonte, het ‘rijksmuseum’ van Napels, hooggelegen in een mooi park. De draagvleugelboot brengt je vanaf Sorrento in een mezz’oretta, ‘n half uurtje, naar Napels. In plaats van het zoeken naar de metro (dove ?) en daarna de bus (come ?) kozen wij voor gemak. Een taxi bestuurd door een autista met het schizofrene karakter van een bandito en een pirata, bracht ons in een kwartiertje op onze bestemming.

Reggia_Capodimonte_Napoli
Museo di Capodimonte, Napels

De Farnese collectie, welke koning Karel III in 1734 van zijn moeder Elisabetta Farnese erfde, vormt de basis van dit enorme museum, eertijds het paleis van de koningen van het huis Bourbon. Behalve overdadig versierde vertrekken, waaronder een porseleinsalon in Chinoiserie stijl, vindt u hier topwerken van de vroege 13e tot in de 19e eeuw. In de collectie zijn schilders van naam vertegenwoordigd: Masaccio, Bellini, Parmigianino, Titiaan, Guido Reni, Caravaggio, Artemisia Gentileschi, Mattia Preti, Pieter Breughel de Oude en onze eigen Matthias Stomer uit Amersfoort, die als veel Nederlandse kunstenaars in de 17e eeuw naar Italië reisde en daar de rest van zijn leven bleef. In navolging van Caravaggio schilderde hij historiestukken met halffiguren, die dramatisch in chiaro-scuro belicht worden, zoals zijn Emmaüsgangers en Aanbidding der herders. Van een andere belangrijke fiammingho, Pieter Brueghel de Oude, bewaart het museum de Parabel van de Blinden.

Indrukwekkend zijn Massaccio’s Kruisiging, Titiaans Danaë en portretten van paus Paulus III. Zo ook Parmigianino’s, Lucrezia, naar wier beeltenis -ontdekte ik- de dochter van Paus Alexander VI in de tv serie de Borgia’s, onmiskenbaar gemodelleerd is. Hetzelfde blonde haar omzoomt het lieflijke, lichtroze getinte gezicht.

Parmigianino_Lucrezia
Parmigianino, Lucrezia, Museo di Capodimonte, Napels
Borgia_Lucretia_Lucrezia_tv series
Holliday Grainger as Lucrezia Borgia in The Borgias (TV Series, 2011)

 

 

 

 

 

 

 

 

Van documentaire waarde is Jacopo de’ Barbari’s Portret van Fra Luca Pacioli met zijn leerling Guidobaldo da Montefeltro, zoon van Federigo, hertog van Urbino, die in mijn bespreking van Fernando Botero in de Kunsthal binnenkort nog ter sprake zal komen.

De geleerde monnik Fra Pacioli is de personificatie van de nieuwe Renaissance mens. Hij publiceerde een wiskundige verhandeling gebaseerd op Euclides en was niet alleen de leermeester van Guidobaldo, maar eveneens van Leonardo da Vinci.

Ook Caravaggio’s Geseling van Christus, maakte veel indruk, maar Artemisia Gentileschi’s Judith en Holofernes sloeg alles. In andere schilderijen, waarin de bloedmooie oudtestamentische heldin figureert, toont zij triomfantelijk het reeds van de romp gescheiden hoofd van de vijandelijke legeraanvoerder. Hier bevindt de beschouwer zich midden in de crime scene, terwijl de brute moord wordt voltrokken ! Automatisch doe je een stap naar achteren om geen bloedspatten op je kleding te krijgen !

Gentileschi_beheading_Judith_Holofernes
Artemisia Gentileschi, Judith en Holofernes, Museo di Capodimonte, Napels

Behalve oude meesters zijn in Capodimonte ook 19e en 20e eeuwse meesters te zien, zoals Andy Warhols Vesuvius, uit 1985.

Warhol_Vesuvius
Andy Warhol, Vesuvius, Museo di Capodimonte, Napels

Een bezoek aan het Certosa van San Martino in de wijk Vomero is eveneens de moeite waard. Goed bereikbaar met de Funicolare. In dit kartuizerklooster wordt de geschiedenis van Napels aanschouwelijk gemaakt; daarnaast vindt u hier een keur aan Napolitaanse kerststallen. Rust even uit in de met marmeren zuilen omzoomde kloosterhof; het Chiostro Grande en geniet van het panorama; de golf van Napels met de Vesuvius, zoals u dat tot nu toe alleen van ansichtkaarten en reisfolders kende.

Napoli_golfo
Golfo di Napoli

Natuurlijk mag een bezoek aan het Nationaal Archeologisch Museum niet ontbreken. Na een bezoek aan Ercolano (Herculaneum) en Pompeii worden de blinde vlekken in uw voorstellingsvermogen hier ingevuld. Zoals de transparante tekeningen die je in populaire archeologie boekjes over foto’s met ruïnes kunt leggen. In het archeologisch museum vindt u de èchte dansende faun, waarvan u in de luxueuze gelijknamige villa in Pompeii een replica zag. 

House of the FaunAmphitheater, Faun Pompeii, Ancient, Pompeii Herculaneum, Italy Faunopompei,
House of the Faun Pompeii Herculaneum, Italy

 

Ook allerlei gebruiksvoorwerpen en huisraad, waaronder een schommelwiegje, sieraden en heel ontroerend: de gipsafgietsels van de slachtoffers die in hun vlucht werden ingehaald door de dood. Kort na de verwoestende uitbarsting van de Vesuvius in de zomer van het jaar 79 probeerden plunderaars nog kostbaarheden uit de bedolven steden op te diepen, maar in de loop der tijd raakten Pompeii en Herculaneum in de vergetelheid. Tot een boer in 1710, bij het slaan van een waterput op een aantal stukken gekleurd marmer stuitte. Het begin van de herontdekking van Herculaneum, dat, zo’n 25 meter onder het huidige nivo, onder een dikke laag lava, goed geconserveerd bleef. Voornoemde objecten en zelfs verkoolde broden en eieren bleven als bij toverslag eeuwenlang staan, alsof een spookachtig commando: ‘freeze !’ had weerklonken.

Bijzonder schokkend zijn de bewoners, die tijdens hun vlucht door de dood werden ingehaald; verstikt door een reeks pyroclastische golven. Aan de periferie van Herculaneum liggen ze nog steeds; gestold in doodsangst.

IMG_1812 kopie

Lopend door Herculaneum en Pompeii hoor je, wanneer je je fantasie laat werken, de karren ratelen over de met keien geplaveide straten; de uitgesleten sporen zie je nog. Voor mijn geestesoog zag ik ook antieke figuren eten in de thermopolia, de snackbars van de Romeinen, met de kruiken voor etenswaren nog in situ.

Beeldhouwer Igor Mitoraj (1944-2014) voegt aan de intrigerende resten van de oude stad een extra dimensie toe met zijn monumentale op de oudheid geïnspireerde sculpturen, zoals Ikaro Blu, op het Forum, de gevallen Icarus. Zijn beeltenis zou niet hebben misstaan op de cover van Kate Atkinsons, prijswinnende bestseller A god in Ruins.

 

Mitoraj_Ikaro Blu_Ikaro blue
Mitorai, Ikaro Blu

Voor een bezoek aan Pompeii by night, kunt u tijdens de zomermaanden op zaterdagavond terecht. Maar kom op tijd: omdat de entree dan € 2,– i.p.v. € 20,– is, staat er om 20.00 uur al een enorme rij wachtenden voor de biglietteria.

Voor wie niet naar Napels reist biedt de catalogus die in 2007 verscheen bij de tentoonstelling De laatste uren van Herculaneum, in Museum het Valkhof, een goed alternatief.

Sorrento is een prima uitvalsbasis voor excursies. Behalve in noordelijke richting kun je in zuidelijk richting Salerno de tempels van Paestum bezoeken of kiezen voor een bustocht langs de Costa Amalfitana. Rijd over de smalle kustweg met in de diepte de schitterende costa smeralda naar het pittoreske Positano. De locatie waar Francesca uit de film ‘Under the Tuscan sun’ haar Italiaanse vlam terugvindt, maar -niet ongebruikelijk bij ‘latin lovers’– in de armen van een volgende verovering. We reden door naar Amalfi, eertijds een belangrijke zeerepubliek. Bij de haven staat een standbeeld van Flavio Gioia, die volgens de overlevering in de 13e eeuw het kompas zou hebben uitgevonden. Een uitvinding die ook door Genua wordt geclaimd.

Amalfi, Duomo
Amalfi, Duomo

In Amalfi bezochten wij de Dom gewijd aan de heilige Andreas die gestorven is aan een X-vormig kruis. Zoals alle kerken in Italië, heeft ook deze, gesticht in de 9e eeuw, een lange geschiedenis. Achter de beroemde bronzen deuren met bijbelse scènes in de Lombardisch-Romaanse facade gaat een barok interieur schuil. Tussen de zuilen bevinden zich enkele spolia; antieke zuilen geroofd uit Paestum. ’s Middags gingen we op zoek naar de passeggiata costiera, een romantisch rotspaadje langs de zee, dat ik mij na 45 jaar nog goed herinner… Twee jonge informatrices van de locale VVV hadden geen idee, maar een paar oudjes wisten het (nog) wel; …’lí sopra l’acqua’… Zij wezen ons een met houten leuninkjes afgezet, onbereikbaar paadje langs de rotsen, vlak boven het water. Ook hier heeft de opwarming van de aarde toegeslagen; het zeewater is zodanig gestegen dat het paadje niet meer bereikbaar is. We konden er alleen nog maar naar kijken. Een diner bij ristorante Lo Smeraldino, naast de jachthaven maakte alles goed. Met uitzicht op het sprookjesachtige Amalfi, waar steeds meer lichtjes aangingen.

Amalfi_strand_zee
Amalfi

Wij moesten de cameriere, luisterend naar de naam Erasmo (ja, in Italië kan dat !) aansporen om de gangen snel achter elkaar te serveren. …’Non vi preoccupare, Signora’, als u de laatste bus mist breng ik u en vostra bella figlia persoonlijk terug naar Sorrento. Un vero cavaliere ! Jammer dat we toch nog op tijd waren voor de laatste bus!

Maak tenslotte ook een bezoek aan Capri. Diverse lijnen, waaronder de SNAV, varen af en aan met hydrofoils, afgeladen met toeristen. Koop uw tickets van te voren om op de dag zelf niet onaangenaam verrast te worden. Voor onze geplande terugreis met de laatste boot van 18.30 waren geen ticktets meer beschikbaar, zodat wij Capri al om 15.55 moesten verlaten. Wat gezien de drukte en hitte achteraf niet zo erg was. ‘Thuis’ konden we nog even zwemmen en chillen (in de woorden van dochterlief) bij ons hotel.

We keken terug op een spectaculaire rit met funicolare vanaf Marina Grande naar het hoger gelegen stadje Capri. We maakten een bloemrijke wandeling door pittoreske straatjes en via Via Krupp bereikten we de Giardini di Augusto met een betoverend panorama.

IMG_2008 kopie
Via Krupp

IMG_2004 kopie

 

 

 

 

 

 

In het nabijgelegen kartuizerklooster ontdekte een monnik bij toeval het maken van parfum (è vero ?). We lieten ons helaas verleiden tot de aankoop van een van de beroemde Profumi di Capri di Carthusia maar werden ‘geflest’ want bij gebruik bleek de geur met de frisheid van limoenen na enkele minuten reeds vervlogen !

Profumo di Capri
Profumo di Capri

Omwille van de tijd moesten wij jammergenoeg afzien van een bezoek aan Villa Jovis, het paleis van keizer Tiberius. De wandeling naar punta del Capo zou met 34o trouwens ook afzien zijn geweest. Toch hadden we de salto di Tiberio wel graag willen zien; de plek van waar hij ongewenste gasten via een valluik in het azuurblauwe water liet tuimelen. Dit azuurblauwe water kunt u bewonderen in de grotta azzurra. Sinds de tijd van de Grand Tours al een verplicht nummer. Het water neemt hier door lichtreflectie een heel bijzondere kleur aan; een mengeling van opaal, smaragd en aquamarijn.

In de 19e eeuw werd Capri een geliefde bestemming van kunstenaars en schrijvers als Alexandre Dumas, Oscar Wilde en de Zweedse arts en schrijver Axel Munthe. Evenals de Duitse industrieel Krupp werd hij verliefd op Capri en liet er een huis bouwen.Villa Michele is thans een museum. Laat u tenslotte door een van de talrijke schippers brengen naar een van de rotsstrandjes, waar je een verfrissend bad kunt nemen in het goddelijke azuurblauwe water.

Met het voorgaande heb ik u een impressie van Napels, Capri en het heerlijke schiereiland Sorrento gegeven. Wie de voorkeur geeft aan een kortere, poëtische impressie klikt hier voor de woorden van de gebroeders De Curtis !

De lokroep van het lied is even gestild, maar de herinneringen aan deze onvergetelijke reis beginnen zich nu al zodanig te nestelen dat wij een come-back niet uitsluiten !

Verder lezen:

Ph. Von Zabern, Verschüttet vom Vesuv: Die letzten Stunden von Herculaneum, Mainz am Rhein, 2006.

Links:

Fra Luca Pacioli:

Avondopenstelling Pompeii 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reiskoorts, de Hallen, Haarlem tot 11 september 2016

Andrea Roiter_My luggage_AKINCI
Andrea Roiter, My Luggage, installatie,courtesy de kunstenaar en AKINCI, Amsterdam

Reizen…. Het zit de Hollanders in het bloed ! In de Haarlemse Hallen is t/m 11 september de grensoverschrijdende tentoonstelling Reiskoorts bij Nederlandse kunstenaars sinds 1850 te zien.

Zelf behept met reiskoorts, of zoals de Duitsers het zeggen ‘Fernweh’, word ik soms overvallen door een intens verlangen naar vreemde oorden en verre kusten. Vanuit mijn comfortabele stoel geniet ik enigszins afgunstig van de avontuurlijke omzwervingen van Floortje Dessing op (be)zoek naar het ‘einde van de wereld’, maar op haar ontberingen ben ik niet jaloers ! Eénmaal bezocht ik zo’n Floortje Dessing bestemming. In een nog niet door 9/11 bezoedelde wereld reisde ik via New Delhi naar Kasjmir.  Zoals fotograaf J.C.J. Vanderheyden in de jaren ‘70 boven de Himalaya vloog, bezag ook ik comfortabel vanuit mijn vliegtuigstoel de Mount Everest.

Mt.Everest_Chomolungma_JCJ Vanderheyden
JCJ Vanderheyden , Everest of Chomolungma, 2007, collectie Warmerdam-Boerland

In de hoofdstad Srinagar deed ik een bijzondere ontdekking: in een onooglijk moskeetje bezocht ik het graf van Jezus van Nazareth; ja u leest het goed ! Bent u benieuwd naar mijn reisverhaal ? Ik tekende het op voor dagblad Trouw en Geschiedenis Magazine. De link vindt u onder dit artikel.

In de Haarlemse tentoonstelling bereist de beschouwer in de geest, zowel in tijd als in geografische zin, verre en nabije bestemmingen. Zoals bovengenoemde globetrotter mij verbaast met haar afgelegen bestemmingen, zo spreken ook de pelgrimsreizen van kunstenaars als Jan van Scorel tot mijn verbeelding. Wanneer je vandaag de dag naar Israël reist is dat met een vroege meldingstijd op Schiphol naar eigentijdse begrippen, al een tijdrovende onderneming. In de 16e eeuw gingen er maanden overheen eer je je bestemming bereikte. Deels te voet, te paard of meerijdend op een boerenkar bereikte een reiziger als Jan van Scorel in 1518 uiteindelijk Venetië om van daar scheep te gaan naar het Heilige land. Gedreven door de wens het land van Jezus te bezoeken,  als zelf opgedragen- of door de overheid opgelegde boetedoening of uit verlangen naar een middeleeuws sabbatical of wellicht gewoon uit ‘wandersucht’. Eenmaal veilig terug in Nederland sloten deze pelgrims zich aan bij een Jeruzalembroederschap. In een speciale kapel hielden hun groepsportretten (te zien in het Frans Hals- en Centraal Museum) de herinnering aan de pelgrimage levend. Met een mis en gezamenlijke maaltijd werd deze jaarlijks gememoreerd.

Jan van Scorel schetste de landschappen en plaatsen in het heilige land. In de Lockhorsttryptiek (Utrecht Centraal Museum) gaf hij de eerste topografisch correcte afbeelding van Jeruzalem. Op de terugweg bracht hij een bezoek aan zijn zojuist tot paus gekozen landgenoot: Adriaen Boeyens. Deze vroeg hem te blijven als conservator van de pauselijke collecties. Dit kortstondig verblijf in het Vaticaan, waaraan door de ontijdige dood van paus Adriaan in 1523 een einde kwam, maakte een onuitwisbare indruk op Van Scorel. In zijn Schilderboeck van 1604 beschreef Karel van Mander hem als …’de lantaarndrager die licht bracht in de duisternis’, doelend op Scorels introductie van de vormentaal van de Italiaanse Renaissance in de Noordelijke landen. Met zijn bestudering van de werken van Michelangelo en Rafaël gaf hij latere kunstenaars een voorbeeld. In Van Scorels voetspoor trokken andere kunstenaars over de Alpen naar Italië en nog verder. De weerslag van dergelijke studiereizen naar Italië is in het Frans Halsmuseum o.a. te zien in tekeningen en schilderijen van Maarten van Heemskerck. Frans Post reisde niet zuid-, maar westwaarts. In 1636 vergezelde hij gouverneur Johan Maurits van Nassau Siegen naar Brazilië. Van deze expeditie wordt t/m 28 augustus een goede indruk gegeven in de tentoonstelling Mapping Brasil in de Amersfoortse Kunsthal aan de Eem, waar naast eigentijdse Braziliaanse kunst ook een zaal gewijd is aan de 17e eeuwse Nederlandse periode in Brazilië. Terug naar Haarlem waar in het Frans Halsmuseum een kleine presentatie is ingericht met vroege voorbeelden van kunst-over-de-grenzen.

Voor modernere voorbeelden van door reiskoorts geïnspireerde kunst moet u in de Haarlemse Hallen zijn, waar werken van reizende kunstenaars uit de afgelopen 150 jaar te zien zijn. De geschilderde, geschetste of gefotografeerde reisimpressies geven niet alleen informatie over het weergegeven onderwerp, maar ze zeggen ook iets over de aard van de kunstenaar. Waarnemingen van uitheemse mensen, objecten en landschappen inspireren eigentijdse kunstenaars niet alleen tot weergave van de werkelijkheid, maar ook tot artistieke creaties, waarbij de realiteit ogenschijnlijk is achtergelaten, zoals in de performance Sammlung Weltensand: Quartz, waarin Elvira Wersche zand, dat zij op haar wereldreizen verzamelde, in geometrische vloerpatronen strooit.

Elvira Wersche_Sammlung Weltensand_Museum de Hallen
Elvira Wersche, Sammlung Weltensand; Quartz, 2016, performance, Museum de Hallen, Haarlem

Onderverdeeld in de thema’s reisschetsen, reisherinneringen, rondreizen en herbeleving van historische tochten, toont de expositie werken van o.a. Jan Sluijters, Isaäc Israëls, Marius Bauer en hedendaagse kunstenaars als Jan Dibbets en Joost Conijn. Het eigenhandig gebouwde vliegtuig van Conijns Afrikaanse odyssee in 2010 schittert door afwezigheid, maar de ‘handgemaakte’, houtgestookte houten auto, waarmee hij in 2001 door Oost-Europa en Rusland toerde, is wel te zien.

Hout auto_Joost Conijn_Centraal museum_Utrecht
Joost Conijn, Hout Auto, 2001-2001,Centraal Museum, Utrecht

Zoals Conijn bevangen werd door reiskoorts had ook Marius Bauer het twee eeuwen geleden ook behoorlijk te pakken ! Na eerdere verkenningen in Noord Afrika raakte hij in India in vuur en vlam. Met de volgende woorden trachtte hij ook anderen met reiskoorts te infecteren: …’komt hier zelf en ziet. Breekt uw spaarpot open en pakt uw valiesje. Al was het uw laatste geld, waarmede ge de reis moet maken, doet het, doet het !’

Is een reis door India nu al enerverend, twee eeuwen terug moet het contrast tussen de prachtige Moghulpaleizen en – tuinen enerzijds en het lawaai, de stank en de door lepra aangetaste bedelaars anderzijds, overrompelend geweest zijn. De kleurrijk geklede baders die zich ter reiniging in de vervuilde heilige rivier de Ganges onderdompelen inspireerden Marius Bauer tot een aantal pakkende werken. Terwijl de gelovigen zich baden in het heilige water kan zomaar een lijk voorbij drijven met, zoals ik ooit met afschuw zag: een kraai die met zijn snavel in het hoofd zat te pikken..

M.Bauer_Paleisingang_1906
Marius Bauer, Paleisingang, ca 1906, Singer, Laren

Marius Bauer was bezeten van India en schetste zijn impressies, van een feestdag in Benares of Paleisingang in suggestieve soms zelfs Rembrandteske stijl. Tja, Rembrandt zou zijn ogen hier ook uitgekeken hebben! Gefascineerd door exotische landen en types was hij zeker, getuige zijn portret van Sjah Jahan en de ets met oosterse types en  oudtestamentische figuren. Deze waren geïnspireerd op zijn verzameling Moghul-prenten. Rembrandt bleef van reiskoorts verstoken want reizen vond hij zonde van zijn tijd en hij is dan ook niet aanwezig op deze tentoonstelling.

In de Hallen zijn prachtige voorbeelden van vroegmoderne reisimpressies te zien. Zoals werk van Willem de Famars Testas, die van 1858-1860 deel nam aan een wetenschappelijke expeditie naar Egypte. Hij vond het ‘drommels mooi’ en ‘wonderbaarlijk pittoresk’, maar de Arabieren hebben daar zelf aldus De Famars, ‘wellicht geen benul van’

de Famars Testas_koffiehuis_Cairo
Willem de Famars Testas, Straatgezicht met een koffiehuis in Cairo, ca 1860-1872, Teylers museum, Haarlem

Deze werken passen in de 19e eeuwse stroming van het Oriëntalisme. Tijdens de Romantiek oefenden bestemmingen als Marokko, Egypte, het Nabije- en het Verre Oosten een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op avontuurlijke kunstenaars. In hun werk gaven zij een geïdealiseerd beeld van de Arabische cultuur.

Het zonnige zuiden of koude noorden

Ook Italië bleef in trek. Kunstenaars grepen terug op de grote meesters van de Renaissance. Winnaars van de Prix de Rome, bestudeerden hen conform de voorwaarden verbonden aan de prijs. In de tentoonstelling is een a-typisch werk van Jan Sluyters te zien. In 1905/06 kopieerde hij met tegenzin Titiaans Danaë’. Zijn artistieke energie wilde echter een andere kant op. Welke ? Dat is bijvoorbeeld te zien in zijn kleurrijke Danseres van ca. 1907 (Singer, Laren).

Jan Sluyters_danseres
Jan Sluyters, danseres 1907, Singer Laren

Louis Apol, bekend van de op 17e eeuwse voorbeelden geïnspireerde Hollandse winterlandschappen, monsterde in 1880 aan op de Willem Barents voor een wetenschappelijke expeditie naar Nova Zembla. Wanneer hij klaar was met wachtlopen legde hij als scheepstekenaar de nog niet door opwarming van de aarde aangetaste ijselijke wereld vast…. Middernachtzon boven de Noordelijke IJszee,  Gebaseerd op zijn impressies werd in de Amsterdamse Plantage Panorama Nova Zembla ingericht, compleet met opgezette ijsberen !

Louis Apol_Middernachtzon,_scheepvaartmuseum
Louis Apol, Middernachtzon boven de Noordelijke IJszee, 1880, het Scheepvaartmuseum, Amsterdam

Parijs

Anderen trokken naar Parijs, hèt centrum van de kunstwereld. Jan Sluijters (1881-1957) kwam hier onder invloed van de avant-garde en het uitgaansleven, in Bal Tabarin uit 1907 helemaal los van de academische stijl. Hij reisde nog eenmaal naar Zuid-Europa, maar daarna hield Sluyters het reizen voor gezien. Hij vond zijn inspiratie naar eigen zeggen voortaan ‘binnen een straal van 25 meter om zich heen’. Anderen trokken na Parijs verder. Else Berg en Mommie Schwarz bereisden in de jaren ‘30 het toenmalige Joegoslavië, waar zij in een ingetogen kleurengamma het eigenaardige van een (haar) onbekende volksaard in beeld bracht.

Else Berg_Dorpsplein_Stedelijk Museum_Alkmaa
Else Berg, Dorpsplein, 1931-1932, Stedelijk Museum, Alkmaar

Na Parijs, Rimini en Venetië belandde Isaäc Israëls zelfs in Batavia. Van zijn cosmopolitische omzwervingen zijn talloze schetsen en brieven bewaard. Uit een daarvan spreekt zijn rusteloze, wispelturige aard: … ‘t is hier vandaag weer bar heet… ik vind hier niets aan… Geloof maar niet dat ‘t geluk in reizen gevonden wordt. Heelemaal niet’, maar even later toonde hij zich weer content over zijn verblijf (in 1928) aan het Venetiaanse lido.

Isaac israels_Lido Venetie_Frans Hals Museum_Haarlem
Isaac Israels, Lido Venetie, ca 1925-1930, Frans Hals Museum, Haarlem

Indië

Een absoluut topwerk uit Israëls Indonesische periode is het portret van de Javaanse prins Mankoenegara VII uit 1922. Exemplarisch voor de trefzekere toets, waarmee Israëls een sfeer of in dit geval het karakter van een persoon wist vast te leggen.

Israels_javaanse prins_Frans Hals Museum
Isaac Israels,Portret van de Javaanse prins Pangeran Adipati Ario Praboe Mangkoenegara VII, 1922, Frans Hals Museum, Haarlem

Fraai zijn ook de Indonesische landschappen van de in Den Haag bij Andreas Schelfhout geschoolde Javaanse kunstenaar Raden Saleh (1811-1880), in wiens romantische landschappen de stijl van zijn leermeester doorklinkt. Indonesisch landschap met kampong, ca. 1860.

Raden Saleh_Indonesisch landschap met kampong
Raden Saleh, Indonesisch landschap met kampong, ca 1860-1875, Rijksdienst voor het Cultureeel Erfgoed

Willem Dooijewaard (1892-1980) kwam nog verder. Als een vroeg 20e eeuwse Ruben Terlou verkende hij de grenzen van Japan en China. In de tentoonstelling is een impressie van de Kyomizu-tempel in Kyoto en een doek met een Chinese herdersjongen uit 1925.

Willem Dooijewaard_Chinese herdersjongen_ S
Willem Dooijewaard, Chinese herdersjongen, 1925, Singer Museum, Laren

Het beeld van een andere jongen intrigeerde mij evenzeer. In een foto uit Juul Hondius serie mensen onderweg, Harmless 13.1 New York, 2003, staart een jongen van wiens gezicht slechts de kaaklijn, en vaag wimpers en mond te zien zijn, naar een voor de beschouwer niet zichtbare buitenwereld.

Juul Hondius_H13.1 New York _Harmless)_collectie Pieter en Marieke Sanders
Juul Hondius, H13.1 New York (uit project Harmless), 2003, collectie Pieter en Marieke Sanders

Oosterse invloed, maar dan anders, is ook te zien in de textile colourfields van Fransje Killaars, die zich door de kleuren van India liet inspireren tot ruimtevullende installaties van textiel, geconstrueerd met speciaal in India handgeweven felgekleurde stoffen.

Fransje Killaars_Textile colour fields_installatie
Fransje Killaars, Textile colour fields, installatie tijdens expositie in Gemeente Museum Den Haag.

 

Gingen veel oudere kunstbroeders gewapend met schetsboek of schilderskist op reis, anderen trokken er met hun camera op uit. Sem Pessers legde in 1953 een aardige impressie van de rivièra in Monte Carlo vast.

Sem Presser_Casino_Monte carlo
Sem Presser, Voor het Casino van Monte Carlo, Monaco, 1953, foto MAI Amsterdam

Fotografen van recenter datum leggen tijdens een thematisch georganiseerde rondreis, al dan niet geregisseerde beelden vast, anderen doen dat at random.

Bepaald kunstig zijn de creaties van Jan Dibbets, die koepels van kerken e.a. gebouwen fotografeerde en aanbracht op een gezeefdrukte achtergrond, zoals Palacio Guël, 1989.

Jan Dibbets_Palacio Guell
Jan Dibbets, Palacio Guell, 1989, particuliere collectie

Enkele eigentijdse fotografen tenslotte, traden in het voetspoor van vermaarde voorgangers en beleefden hun avontuur op hun eigen manier opnieuw. Zo reisde Paul Huf in het voetspoor van Van Gogh door Frankrijk. Vanuit de Hal van het psychiatrisch ziekenhuis in Saint Remy fotografeerde hij de tuin, waarbij hij het zelfde standpunt innam dat Vincent van Gogh koos voor zijn Hal van het Psychiatrisch ziekenhuis.

Vincent van Gogh_Hal_psychiatrisch ziekenhuis_Saint Remy,_Van Gogh Museum_Amsterdam
Vincent van Gogh, Hal van het psychiatrisch ziekenhuis te Saint Remy, 1889, Van Gogh Museum, Amsterdam
Paul Huf, Hal van het psychiatrisch ziekenhuis, Saint Remy, foto
Paul Huf, Hal van het psychiatrisch ziekenhuis, Saint Remy, foto

 

 

 

 

 

 

 

 

Jaren geleden verslond ik boeken over ontdekkingsreizigers en vooral avontuurlijke dames als de 19e eeuwse Alexandrine Tinne en nog avontuurlijker, de laat 17e eeuwse Maria Sybilla Merian. Zij reisde naar Suriname om in de binnenlanden exotische planten, rupsen en vlinders te schilderen. Ook Joos van der Plas was door deze onderneming gefascineerd. In 2005 reisde zij Maria Sybilla 300 jaar later, achterna. Niet alleen om te zien waar deze sterke vrouw gewoond en gewerkt had, maar ook om de bijbehorende ontberingen aan den lijve te ondervinden. Daarna tekende zij de vlinders van Maria minutieus na, te zien in het zogenoemde Portfolio Wiesbaden.

Als traîte-d’union tussen de zalen met historische- en eigentijdse werken fungeren de zogenoemde ‘pavement patterns’, die Henri Jacobs tijdens zijn talrijke reizen fotografeerde.

Hier stopt deze virtuele reis door de tentoonstelling. Mocht u deze in de Haarlemse Hallen willen overdoen; dan wens ik u een goede reis !

Artikel Trouw over het graf van Jezus in India

Geverifieerd door MonsterInsights