De Schepping van de Wetenschap. Tot en met 2 juni 2024 in Museum Catharijneconvent.

Religie en wetenschap onverenigbaar? Vergeet het maar!

Earthrise (aardopkomst) is een foto van de Aarde, gemaakt in 1968 door astronaut William Anders tijdens de Apollo 8-missie. De officiële naam van de foto is afbeelding AS8-14-2383. Bron Wikipedia

De tentoonstelling laat zien dat mensen sinds jaar en dag in religie en wetenschap niet alleen antwoorden zoeken op existentiële vragen maar ook op onverklaarbare verschijnselen die hun verwondering wekken. Beide disciplines staan sedert het midden van de 19e eeuw op gespannen -soms zelfs vijandige- voet met elkaar. Althans dat wordt vaak gedacht. Ten onrechte menen de samenstellers van deze expositie, die in samenwerking met Teylers Museum en Rijksmuseum Boerhaave tot stand kwam. Voorafgaand aan de opening laten de conservatoren Lieke Wijnia en Geertje Dekkers zien dat onderzoek van de omringende wereld in het verleden -maar ook nu nog- juist vanuit een religieuze vraagstelling voortkwam!
Zij proberen het stereotype beeld te nuanceren. De gedachte dat wetenschap en religie onverenigbaar zouden zijn komt voort uit de lotgevallen van Galileo Galilei (1564-1642) die rond 1612 durfde te tornen aan het gangbare wereldbeeld. De Rooms Katholieke kerk beschouwde de aarde als het middelpunt van de schepping, zoals ook de oude Grieken hadden gedacht. Daarvan getuigt een kleurrijke verbeelding van de kosmos die de cartograaf Andreas Cellarius in de late 17e eeuw, gebaseerd op de ideeën van Claudius Ptolemaeus (2e eeuw) publiceerde. Sinds mensenheugenis wordt de stand van de hemellichamen bestudeerd. Met de verworven informatie werd vroeger het juiste moment bepaald om gewassen te zaaien. Tegenwoordig is dat niet meer nodig. De data van verschillende religieuze feesten worden nog altijd bepaald aan de hand van de stand van de maan. De stand van de sterren hielp bovendien bij navigatie op zee en over land.

Door eigen waarneming ontdekte Galilei dat de door Nicolaus Copernicus in 1543 gepresenteerde destijds controversiële visie op de relatie tussen de zon en de aarde op waarheid berustte. Copernicus publicatie de Revolutionibus orbium coelestium, ligt in de expositie open bij de afbeelding waarin de zon het middelpunt is van de kosmos. Niet de zon draait om de aarde, maar de aarde draait om de zon!

Met deze wereldschokkende ontdekking veranderde het wereldbeeld van geocentrisch in heliocentrisch. Toen Galileo vasthield aan zijn bewering werd hij door de kerkelijke autoriteiten in 1633 gedwongen om zijn bevindingen te herroepen. Hij veranderde echter niet van gedachten. Volgens een anekdote mompelde hij binnensmonds …e pur’ si muove… [en toch beweegt ze].

Het zou echter nog tot 1992 duren eer Paus Johannes Paulus II Galilei in het gelijk stelde en rehabiliteerde. Geloof en sterrenkunde gaan in de Rooms Katholieke kerk al langer hand in hand, zoals foto’s van religieuze sterrenkundigen laten zien.  

De tentoonstelling werpt nieuw licht op de ontwikkeling van wetenschappen als astronomie, anatomie, biologie en geologie. Deze eeuwenlange geschiedenis is niet los te denken van het christendom. Anders dan vaak gedacht blijkt dat de onderlinge relatie tussen religie en wetenschap tot de huidige dag veeleer dynamisch, veelzijdig èn verrassend is!

Newtoniaanse spiegeltelescoop, 1736. Leiden, Museum Boerhaave.

In de introductiezaal staat een enorme spiegeltelescoop uit 1736. Met zo’n instrument deed Isaac Newton (1643-1727) zijn waarnemingen. In deze ruimte informeert een sympathieke stem met een licht Amsterdams accent de bezoeker over de fascinatie met de ruimte en de hier getoonde objecten. Als ervaringsdeskundige weet astronaut André Kuipers als geen ander waarover hij het heeft!
Ter illustratie van de invloed van de Bijbel op het wetenschappelijk denken wordt een kostbare geïllustreerde Bijbel getoond. Het 13e -eeuwse manuscript ligt open bij het boek Genesis. In de versierde beginletter, een zogeheten gehistorieerde initiaal, worden alle dagen van de schepping in beeld gebracht.

Het spanningsveld tussen geloven en zelf onderzoeken wordt mooi verbeeld in een schilderij van Hendrick ter Brugghen uit 1622. De in het evangelie beschreven ongelovige Thomas doet, door zijn vinger in de zijdewond van Jezus te steken, op empirische wijze onderzoek naar het waarheidsgehalte van diens opstanding uit de dood. De gedachte eerst zien, dan geloven wordt onderstreept door de discipel die er, gewapend met een knijpbril met zijn neus bovenop staat. Ook in zijn optische hulpmiddel komen religie en wetenschap samen.

In het daarnaast getoonde sculptuurtje van Kathrin Schlegel komen verleden en heden samen. Dit eigentijdse kunstwerk -waarvan meer voorbeelden in de expositie te zien zijn- geeft haar betekenis niet een-twee-drie prijs. Als je goed kijkt herken je een in een wond gestoken vinger. Je ziet het niet, maar het werk heeft een extra betekenislaag. Het is gemaakt van een omgesmolten, want overbodige, miskelk!

Kathrin Schlegel, Vessel to flesh, 2023. Coll. Kunstenaar

De expositie is ingericht aan de hand van 4 kijkrichtingen. De blik naar Boven is gericht op de hemel. De blik naar Binnen onderzoekt letterlijk de ‘inwendige’ mens en haar plaats in de wereld. Bij de blik naar Buiten wordt al wat groeit en bloeit bekeken. De blik naar Beneden richt de focus op de aarde. In de laatste sectie ontmoet de bezoeker wellicht het meest indrukwekkende object in deze tentoonstelling: de Homo diluvii testis. Dit fossiel uit de collectie van Teylers Museum werd ooit aangezien voor een tijdens de Bijbelse zondvloed verdronken mens.

In de zalen en kloostergangen van het oude convent maakt de bezoeker een fascinerende reis door de tijd. Door de eeuwen heen stonden religie en wetenschap soms tegenover elkaar, maar ze gingen ook vaak op verrassende wijze samen. Dit laatste wordt onder meer geïllustreerd met een ontroerend filmpje dat in 1968 aan boord van de Apollo 8 werd opgenomen. In de geavanceerde technische bagage van de astronauten bevond zich ook een Bijbel. Deze mannen waren zich ervan bewust dat ze veel konden, maar de grote geheimen van het heelal en het ontstaan van het leven op aarde konden ze niet bevatten. Terwijl zij op kerstavond een rondje om de maan vlogen lazen de crewleden om beurten voor uit het scheppingsverhaal, waarna zij de thuisblijvers op planeet aarde een gelukkig kerstfeest wensten. Van die reis dateert William Anders iconische foto: Earthrise, die de cover van het begeleidende boek siert. Naast deze bijzondere kerstgroet hangt een poster met een heel andere boodschap: Er is geen God! De vrolijke Russische kosmonaut German Titov was tijdens zijn ruimtereis in 1961 God niet tegengekomen en engelen evenmin!

Vladimir Menshikov, Er is Geen God, Affiche, 1975. Clinton, Icon Museum and Study Center

Tijdens een lezing bekende de populaire sterrenkundige Govert Schilling dat astrofysici weliswaar veel, maar tegelijkertijd ook weinig weten. Over het precieze ontstaan van het onmetelijke heelal en het ontstaan van de mens tasten ook de knapste astronomen nog in het duister. De enige zekerheid is dat we van sterrenstof gemaakt zijn en dat we tot stof zullen wederkeren. Saillant detail; de theorie van de oerknal als verklaring van het ontstaan van het heelal, werd door een katholieke priester geformuleerd.

Eerste foto van een zwart gat in de Melkweg,
2019. Event Horizon Telescope Collaboration

Een recent voorbeeld van de synthese tussen religie en wetenschap lees je bij de spectaculaire foto van een zwart gat, waarmee de astrofysicus Heino Falcke en zijn team de wereld in 2019 verraste. Deze knappe kop, die het observatorium regelmatig voor de preekstoel verruilt, omschrijft dit fenomeen als de poort naar de hel. Alles wat daar binnenkomt wordt verzwolgen… Bij dit scenario moest ik denken aan de dichter Dante en zijn metgezel Vergilius, die, zoals beschreven in La Divina Commedia, ruim 700 jaar geleden bij de poorten van de hel werden begroet met de volgende woorden:   

…’lasciate ogni speranza, voi ch’entrate’….  

Virtueel bezoek 
In de spectaculair ingerichte grote zaal zie je diverse hemelglobes en astrolabia, waarmee de stand van de hemellichamen kan worden bestudeerd. Hier ligt ook de oudst bekende rudimentaire telescoop die bij archeologisch graafwerk in Delft aan het licht kwam. In de vitrines liggen de originele publicaties van Copernicus en Galilei. Blikvanger is de indrukwekkende blow-up van de sterrenhemel uit het planetarium van Eyse Eysinga (1744-1828). Deze godvrezende, eenvoudige handwerksman had een bijzondere hobby. In zeven jaar tijd construeerde hij in zijn woonhuis in Franeker een getrouwe weergave van het firmament. Via een ingenieus raderwerk op zolder bewegen alle hemellichamen sinds 1710 tot de dag van vandaag op de minuut nauwkeurig; echt ongelooflijk! Hier gaat de stelling op: achter elke grote man staat een vrouw. Zijn echtgenote vond ook alles maar goed: tot in de bedstede hingen gewichten om de boel in het juiste tempo te laten draaien!
Met vooruitziende blik beschreef Eysinga in een handleiding de correctie die om de 4 jaar handmatig op zolder moest worden uitgevoerd. Dit jaar was het weer zover: de huidige directeur van het Planetarium liet het raderwerk letterlijk en figuurlijk een tandje minder lopen om het systeem van 1 maart terug te zetten naar 29 februari!

Planetarium Eyse Eysinga in zijn woonhuis te Franeker 1710

Niet iedereen was verrukt over de geheimen van het onmetelijke en niet te bevatten heelal. De soms aan angst grenzende verwondering over de verschijnselen aan het firmament wordt treffend geïllustreerd met een 17e -eeuws paneeltje. Lieve Verschuier gaf een impressie van de consternatie die in 1680 in Rotterdam ontstond toen een staartster aan de hemel verscheen. Geprogrammeerd door Bijbelse onheilstijdingen, waaraan hemeltekenen vooraf zouden gaan, kijkt een vrouw angstig weg. Gewapend met een Jacobsstaf kunnen anderen hun ogen niet van de komeet af houden. In 1774 liet een onheilsprofeet van zich horen. Gebaseerd op zijn bestudering van de sterren voorspelde de Friese predikant Eelco Alta het naderende einde der tijden.

Staartster boven Rotterdam, Lieve Verschuier, 1680. Rotterdam, Museum Rotterdam

In deze ruimte bevestigen foto’s van een pater en twee nonnen de zojuist genoemde relatie tussen de Rooms Katholieke kerk en de sterrenkunde. Giuseppe Laïs (1845-1921), lid van de congregatie der Oratorianen, is er even bij gaan liggen om de sterrenhemel door een enorme telescoop te bestuderen. Deze zogeheten Carte de Ciel telescoop staat opgesteld in het astronomische onderzoeksinstituut van het Vaticaan, de Specola Vaticana in Castel Gandolfo. Het ontstaan van dit sterrenkundig instituut dateert uit de tijd waarin Paus Gregorius XIII in 1582 de kerkelijke kalender liet hervormen. De fraters van het Vaticaans instituut doen nog steeds onderzoek, maar niet meer vanaf deze plek. Tegenwoordig richten zij de blik vanuit een observatorium in Mount Graham in de VS hemelwaarts.
In de Specola Vaticana waren in de late 19e en vroege 20e eeuw ook vrouwen werkzaam. In een ongedateerde foto brengen twee kloosterzusters de sterren in kaart. Als tiener zag ik The Nun’s Story, waarin Audrey Hepburn door de hoofdpoort het klooster ingaat om jaren later, bevrijd door de achterdeur weer uit te treden. De beelden wekten mijn misplaatste medelijden met de nonnen die achterbleven. Niet in beslag genomen door de dagelijkse zorg voor man en kinderen genoten zij vrijheid om zich aan onderwijs en studie te wijden.

Relatie tussen religie en wetenschap.
De tentoonstelling maakt de eeuwenlange zoektocht naar kennis en de aftastende en soms schurende relatie tussen religie en wetenschap zichtbaar. De historische objecten, manuscripten en kaarten worden op verrassende wijze gepresenteerd naast eigentijdse artistieke creaties. In zijn Sfeer uit ca. 1916 geeft Theo van Doesburg een [door theosofische ideeën ingegeven] abstracte impressie van de kosmos. Van de vrouwelijke amateurastronoom Rohini Devasher wordt de installatie One Hundred Thousand Suns getoond. Deze presentatie uit 2022 is gebaseerd op waarnemingen die in het Kodaikanal Solar Observatorium in India zijn vastgelegd.

In de volgende zaal krijgt de bezoeker de gelegenheid om de blik naar binnen te richten. De objecten worden tegen een toepasselijke bloedrode achtergrond getoond. Hier zie je Michiel van Mierevelts Anatomische les van Dr. Willem van der Meer uit 1617. Objecten en geschriften illustreren de voortgang van de kennis van de inwendige mens.

De Anatomische les van dr. Willem van der Meer, Michiel Jansz. van Mierevelt, 1617. Delft, Museum Prinsenhof. Schenking van de Reinier de Graaf Groep

Tijdens onze Middeleeuwen stond de geneeskunde in de Arabische wereld op een hoog peil; daarvan getuigen antieke medische geschriften. In de bagage van reizigers belandden deze Arabische medische teksten in Europa. In een 15e -eeuws manuscript uit de Leidse Universiteitsbibliotheek zie je een kleurrijke afbeelding van medische instrumenten. 

Rond 1300 waren artsen al begonnen met empirisch onderzoek van het menselijk lichaam. Religie, astrologie en geneeskunde komen samen in een zestiende-eeuws gebedenboek. In een miniatuur is te zien hoe zo’n anatomische les in zijn werk ging. De toenmalige medische wetenschap was gebaseerd op de ideeën van de Grieks-Romeinse arts Claudius Galenus (2e eeuw). Hij beschreef hoe een disbalans tussen de lichaamssappen: gele en zwarte gal, bloed en slijm ziekten bij de mens veroorzaakte. Lange tijd werd aangenomen dat de stand van de hemellichamen hier invloed op had, zoals te zien in een van de illustraties.

Anoniem. Getijdenboek, 1513-1527. Antwerpen The Phoebus Collection. Foto Marina Marijnen

De veronderstelling dat het Vaticaan het ontleden van het menselijk lichaam verboden zou hebben lijkt een misvatting. Hoe zou de Katholieke kerk anders aan al die stoffelijke resten van heiligen zijn gekomen? In een laat 15e-eeuwse reliekhouder uit het arsenaal van het Catharijneconvent toont de heilige Laurentius de rib, waarvan een partikel in dit sculptuurtje bewaard wordt. Gelovigen waren er destijds heilig van overtuigd dat relieken wonderdadige krachten bezitten.  

In 2020 legde Laurence Winram een eigentijdse anatomische les vast. Geïnspireerd op Rembrandts Anatomische les van Dr. Tulp memoreerde hij de ontleedsessie van de zogeheten Edinburgh Seven. De eerste vrouwen die in 1869 medicijnen studeerden. Ook Anna Maria van Schurmann (1607-1678) heeft hier een plekje gekregen. De rector van de Utrechtse Universiteit, Gisbertus Voetius, gaf haar toestemming om de colleges vanachter een gordijntje (…) te volgen!  Naast haar portret ligt de dissertatie, waarin zij de stelling verdedigt dat de vrouwelijke geest geschikt is voor intellectuele zaken. Zij zette haar vertoog kracht bij met passages uit de Bijbel.

Iris Kensmil, The contribution of Henrietta Lacks, 2023. Utrecht, Museum Catharijneconvent

Met het uit 2023 daterende postume portret van Henrietta Lacks zijn we terug in de twintigste eeuw. Geïnspireerd op de iconografie van de Heilige Lucia vervaardigde Iris Kensmil de beeltenis van de vrouw die in 1951 overleed aan baarmoederhalskanker. Op het schoteltje in haar hand liggen niet de ogen van de vroegchristelijke martelares, maar haar uitvergrote kankercellen. Ze verwijzen naar een medisch wonder. Artsen brachten deze foute cellen destijds voor onderzoek naar het laboratorium. Tot hun verbazing ontdekten zij dat deze naar haar vernoemde HELA- cellen zich -tot de huidige dag- buiten het lichaam van de overleden patiënt bleven delen. Henrietta Lacks leverde een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. Zo werd deze zwarte vrouw een gesanctioneerde ‘modern saint of science!’ Regelgeving rond privacy bestond destijds nog niet, maar de familie is dankbaar dat hun voormoeder op deze wijze een bijdrage aan de wetenschap levert en daardoor voortleeft.

In de volgende ruimte wordt de blik achtereenvolgens naar buiten en beneden gericht. Hier vind je Charles Darwins On the Origin of Species uit 1859. Daarin poneerde hij de stelling dat alle wezens afstammen van voorouders die miljoenen jaren geleden leefden en zich sindsdien verder hebben ontwikkeld. In deze afdeling mag Carolus Clusius (1707-1778) niet ontbreken. Door nauwkeurige bestudering en classificering in soorten en ondersoorten bracht Clusius Gods Schepping ‘als een tweede Adam’ overzichtelijk in beeld. Clusius kan gerekend worden tot de zogeheten fysicotheologen, die de uitkomsten van empirisch onderzoek in overeenstemming trachtten te brengen met Gods schepping. De wonderen van de natuur beschouwden zij als bewijs daarvan. Anderen namen afstand van het scheppingsverhaal. Door eigen bevindingen en de wreedheden die hij in de natuur en de hem omringende wereld waarnam, viel Darwin, die aanvankelijk een gelovig man was, van zijn geloof en werd agnost.

Gerrit Stevens Cramer, Microscoop met afbeelding van een luis en de hand van God. 1729-1755. Leiden Rijksmuseum Boerhaave. Foto Marina Marijnen

De groeiende wetenschappelijke belangstelling wordt geïllustreerd met verschillende 18e en 19e -eeuwse publicaties. Jan Zwammerdams Bijbel der Natuure Of Historie der Insecten (1737-1738) ligt open bij een illustratie waarin hij Gods almacht illustreert aan de hand van de anatomie van een luis. Dit voorbeeld van de ‘minste van Gods schepselen’ is overgesprongen op de ernaast getoonde microscoop. De beschildering van dit optische instrument bewijst dat de maker ervan thuishoort in het kamp van de fysicotheologen. Boven de luis en de onderzoeker bracht hij de hand van God aan!
In deze ruimte nemen de samenstellers van de tentoonstelling je mee naar de flora en fauna van Suriname. Geïnspireerd op de wonderen die Maria Sybilla Merian daar in de vroege 18e eeuw vastlegde, vervaardigde Patricia Kaersenhout een schitterend wandkleed. In het midden van dit geweven drieluik kopieerde zij Merians gedetailleerde weergave van de groeistadia van de bananenplant en de ontwikkeling van een rups tot vlinder. Het boek waaraan Kaersenhout de afbeelding ontleende zie je hier ook: de Metamorfoses Insectorum Surinamensium, 1705.

Patricia Kaersenhout, Of Palimpsests & Erasure, 2022. Tilburg. Collectie kunstenaar.

In het linkerdeel schemeren de portretten van Maria Sybilla en haar inheemse ‘slavin’ Kwasiba, als in een palimpsest [een hergebruikt stuk perkament] door. Een subtiele verwijzing naar het slavernijverleden, dat in de geschiedenisboeken lange tijd onzichtbaar was.  

De ark van Noach, Kasper Bosmans, 2022, Museum Catharijneconvent Utrecht

De verhalen over de schepping en de zondvloed plaatsten al dan niet gelovige lezers van de Bijbel eeuwenlang voor raadsels. In zijn impressie van de Ark van Noach maakt Kasper Bosmans zijn vragen zichtbaar. Bood deze Bijbelse reddingsboot ook plaats aan nietige wormen, insecten en vissen? Aanhakend bij deze vragen over Noach’s grootscheeps evacuatie: sta ik even stil bij de straf die God over de verdorven mensheid uitstortte: de zondvloed. In de tentoonstelling is -in de woorden van Wijnia- de graal van de paleontologie te zien: een fossiel van de zogeheten zondvloedmens. Bij het zien van dit wel heel kleine ‘voorwereldlijke’ mensje [later herkend als een reuzensalamander] verwondert de kijker van nu zich over de goedgelovigheid van de mensen, die deze wetenschappelijke ‘ontdekking’ rond 1735 door de Zwitserse onderzoeker Johann Scheuchzer kregen voorgeschoteld. Hij trachtte de wereld en al wat daarin leefde eveneens vanuit Bijbelse optiek te verklaren.

Reuzensalamander,Homo diluvii testis, Teylers Museum.

Naast deze reuzensalamander worden meer fossielen en ammonieten getoond. Een paar versteende slakken werden als stille getuigen van Bijbelse gebeurtenissen, in de 18e eeuw als reli-souvenier uit het Heilige land meegenomen.   

Naast al die goedgelovigheid weerklonken -vanuit religieuze hoek- ook kritische geluiden. Een bijzondere wetenschappelijke ontdekking sloeg in als een bom. De katholieke priester en sterrenkundige G. Lemaître (1894-1966) was de grondlegger van de theorie van de oerknal. In 1927 lanceerde hij de stelling dat het universum uit een kleine massa ontstond, die geleidelijk aan steeds verder uitdijde. Deze visie op de oorsprong van alle leven op aarde was niet in overeenstemming met het Bijbelse scheppingsverhaal. In het originele notitieboekje waarin Lemaître zijn berekeningen vastlegde -een hersenkrakertje voor wiskundigen- kunt u zijn gedachtegang proberen na te volgen!

Op de duiding van het zwarte gat moet de mensheid nog wachten, maar de bezoeker verlaat de tentoonstelling met een vernieuwde visie op wetenschap en religie. Anders dan het betreden van Dante’s Inferno is een bezoek aan deze tentoonstelling een hoopvolle ervaring. Een absolute aanrader: zowel voor gelovige belangstellenden als atheïsten en agnosten! 

L. Wijnia e.a., De Schepping van de wetenschap, Museum Catharijneconvent Utrecht, 2024.

Link: Museum Catharijneconvent

Tentoonstelling Bij ons in de Biblebelt, tot en met 22 september 2019 in Museum Catharijneconvent.

Campagnebeeld Bij ons in de Biblebelt, foto Sjaak Verboom, ontwerp Fabrique

Dubbelbeelden

Portretten uit de fotoserie Zaterdag/Zondag van Sjaak Verboom, waarin  vrouwen op zondag een totale make-over ondergaan, roepen een herinnering op.

Wij lopen naar buiten voor een ommetje. Bij de brievenbus staat een jonge vrouw. Onder haar prachtige lange haar is een oor piercing zichtbaar. Ze vertelt dat postbezorging maar een bijbaantje is. Ze doceert kunstvak en is in-between-jobs even thuis bij haar ouders.

Een paar weken later nodig ik haar binnen voor een kop thee. Onze studerende dochter revalideert na een knieoperatie bij ons thuis. Met stijgende verbazing hoort zij het gesprek aan. De ‘postbode’ heeft kunstacademie gedaan. In haar vrije tijd past ze vaak op de vier kinderen van haar zus, die ook les geeft. Welk vak? Geboorte regulatie. Wat vooruitstrevend denk ik, naïef. Pas wanneer de methode wordt genoemd, valt het kwartje: periodieke onthouding. Verbaasd roept dochterlief uit: maar dat werkt toch niet?!

Wanneer onze gast in de loop van het gesprek onbevangen en moedig getuigt dat God voor haar wel nummer één is beseffen we onmiskenbaar dat we in de Biblebelt wonen.   

Historie
Met verwondering en soms verbazing loop ik door de zalen van het Catharijneconvent, waar de wereld van de bevindelijk gereformeerden ontsloten wordt. In de fotoserie zie ik meer dubbelbeelden; door de week casual en hip, op zondag refo-chique. Anders dan de bezoeker van het Catharijneconvent gewend is, deze keer geen oogverblindende objecten en bijzondere schilderijen, maar vooral foto’s en boeken met en over het woord van God. De door dit woord gedicteerde levenshouding van streng gereformeerde gelovigen in de laatste zuil van Nederland, de Biblebelt, wordt niet door beelden, maar vooral met woorden geïllustreerd. De reformatorische cultuur is geen materiële cultuur. Dat heeft te maken met het Tweede van de Tien geboden; de richtlijn voor een zuivere levenswandel. Bijbelteksten spelen een belangrijke rol in het leven van streng gereformeerden, die overigens niet één groep vormen, maar in de woorden van conservator Tanja Kootte uit …’een mozaïek van verschillende kerkgenootschappen bestaat, die we rekenen tot de rechterflank van het protestantisme’

De tentoonstelling verklaart het ontstaan van de Biblebelt; dat deel van ons land met een hoge bevolkingsdichtheid aan reformatorische christenen. Deze streek loopt diagonaal vanuit Zeeland tot diep in het oosten van ons land. Deze demografische gesteldheid vindt haar oorsprong in de late 16e eeuw, de tijd van de 80-jarige oorlog, toen de Noordelijke Nederlanden in opstand kwamen tegen de overheersing van het katholieke Spanje. 

Verkiezingsuitslagen laten zien dat de SGP hier favoriet is. Een historisch overzicht verduidelijkt de ontwikkeling van de verschillende afscheidingen, de bijbehorende geschriften en afbeeldingen van de godshuizen. Waar elders kerken worden gesloten of voor een seculiere doorstart opgedeeld in appartementen, verrijzen in de Biblebelt nieuwe kerken met soms wel 2500 zitplaatsen. De bezoeker ziet foto’s van deze zogenoemde refo-domes in o.a. Bleskensgraaf en Barneveld.

De Hoeksteen, Barneveld

Levenskeuzes

De mensen in de Biblebelt en hun levensstijl staan centraal. Eigentijdse literatuur biedt interessante uitgangspunten. In hun romans beschrijven  Jan Siebelink en Franca Treur meermaals momenten waarop de werking van God in het hart van de gelovige wordt ervaren: het bevinden, waar het voor buitenstaanders wat raadselachtige bijvoeglijk naamwoord bevindelijk van is afgeleid.

Aanhakend op de actualiteit wordt de Nashville verklaring zonder commentaar getoond: met stellingname over Bijbelse seksualiteit gebaseerd op psalm 100:3: …‘Weet dat de Heere God is: Hij heeft ons gemaakt – en niet wij-…’  Dit in Amerika opgestelde pleidooi voor het traditionele gezin, waarmee alternatieve gezinsvormen en het praktiseren van homoseksualiteit op grond van Genesis 1: 27 worden afgekeurd, vindt ook binnen reformatorische kringen in ons land veel weerklank.

’En God schiep den mens naar Zijn beeld;…man en vrouw schiep Hij ze’..
Wanneer ik dit lees komt nog een herinnering boven. In New York worden we in een trendy restaurant door een leuke ober bediend. We raken in gesprek en hoe we erop kwamen weet ik niet meer, maar anders dan we verwachten zegt hij met een lach:

’God created Adam and Eve; not Adam and Steve’…                                                            
Elders in de expositie is de stem te beluisteren van een man voor wie wegens zijn seksuele geaardheid geen plaats meer is in de gereformeerde kerk van zijn jeugd.

De Bijbel en wetenschap

Bijbelteksten en de drie zogenoemde formulieren: de Heidelbergse Catechismus uit 1563, de Nederlandse Geloofsbelijdenis van 1561 en de van 1619 daterende Dordtse leerregels spelen een belangrijke rol in het dagelijks leven van reformatorische christenen. Een paar jaar geleden hoorde ik een leerling van Pabo de Driestar in Gouda tijdens een rondleiding  zeggen:…‘wij geloven dat de Bijbel van kaft tot kaft waar is’. Sprekend over de Heilige Schrift wordt niet gedoeld op eigentijdse edities, maar op de Statenvertaling uit 1637, waartoe in 1619 bij de Synode van Dordrecht werd besloten. Hoe valt deze overtuiging te rijmen met de huidige stand van wetenschap inzake de evolutieleer en recente verkenningen van het heelal?

In de tentoonstelling ligt een geschiedenisboek open bij een hoofdstuk over de oude Egyptenaren. Een kadertje geeft richting aan de gewenste gedachtegang van de leerlingen: ‘…Vaardigheid. Geschiedenis beschouwen vanuit de Bijbel. Je moet een historisch persoon of een periode uit de geschiedenis proberen te beoordelen vanuit de Bijbel. Vraag je hierbij af welke richtlijnen de Bijbel geeft over dit onderwerp’…

Ik sla even een zijweg in. Tot mijn verbazing nam ik onlangs kennis van de stellingname van Heino Falcke, hoogleraar radioastronomie en astrodeeltjesfysica aan de Universiteit van Nijmegen. Wetenschapsjournalist Govert Schilling ging tijdens een recente tv-serie met hem op zoek naar de Grenzen van het Heelal. Deze moderne wetenschapper, onlangs in het wereldnieuws met de eerste foto van een zwart gat, gelooft in de oerknal èn het bestaan van God. In Falcke’s eigen woorden: … ‘De oerknal kan nooit de oorsprong zijn. Er was al iets. God is groter dan alles wat wij in kaart hebben gebracht en hij houdt alles ‘in control”, aldus Falcke in een interview bij ForumC geloofenwetenschap.nl. Bij het zien van deze bepaald niet wereldvreemde wetenschapper, ben ik wederom verwonderd: hoe is dit mogelijk? Het antwoord geeft hij zelf:

…’Sterrenkundig onderzoek leert ons hoe het heelal in elkaar steekt. Maar geloof en wetenschap zijn ook met elkaar verbonden. Mijn onderzoek van het heelal geeft me bijvoorbeeld nieuwe beelden om het scheppingsverhaal uit de Bijbel te beleven. Natuurlijk is een Bijbels verhaal iets heel anders dan een wetenschappelijke theorie. Maar het bevat wel waarheid, net als een gedicht of een liefdesbrief…’

Het gezin als hoeksteen van de samenleving.

In de eerste zalen van de tentoonstelling staat de beeldvorming over de Biblebelt centraal. Deze term is eind vorige eeuw overgewaaid uit Amerika. Afgezien van deze benaming zijn er weinig overeenkomsten tussen Amerikaanse en Nederlandse orthodoxe christenen. Aan uiterlijkheden of levensstijl zijn Amerikanen van de Biblebelt nauwelijks te onderscheiden. Ze wijzen het gebruik van moderne media of vaccinaties niet af, aldus hoogleraar James Kennedy in de Catharijne, het magazine van het Catharijneconvent. Anders dan de bescheiden op zelfreflectie en innerlijke beleving gerichte bevindelijkheid van hun Hollandse geloofsgenoten zijn de Amerikanen uitbundig in hun gemeenschappelijk met muziek ondersteunde lofprijzing. Maar op één terrein komen de opvattingen weer samen: een strenge seksuele moraal.

Refo meisjes, herkenbaar aan lange haren en rokken trouwen jong, zonder eerst samen te wonen. Terwijl doorsnee twintigers nog druk zijn met studeren en aanverwante zaken, krijgen zij al kinderen. Tussen twee kerkdiensten door zie ik ze op zondag vaak wandelen met één kind in de wagen, één op het treeplankje voorop en één onderweg.

Samuel Otte’s foto’s van verloofde en jonggehuwde stellen in de serie Gods Bedoeling, illustreren het beeld van het gezin als hoeksteen van de samenleving. Ze poseren zittend op een eenpersoonsbed in hun tienerkamers of een stap verder, in trendy grijs-wit ingerichte ‘modelwoningen’. Op zoek naar landelijk meubilair belandde ik jaren geleden in een ‘country winkel’ op de Veluwe, waar ik mij toen nog onwetend, verbaasde over het winkelende ‘zwarte kousen’ publiek.

Samuel Otte, Peter en Aline, uit de serie Gods bedoeling, 2014

Reformatorische Kunst

In de laatste zaal komt eigentijdse gereformeerde kunst aan bod met verrassende en soms ronduit geestige creaties zoals Martin de Heer’s tekeningen van de Reformeerkoet uit 2015.

Martin de Heer, Reformeerkoet, 2015

Reformatorische kerken zijn sober ingericht; maar anders dan vaak gedacht was Calvijn geen tegenstander van beelden. Hij was alleen tegen het afbeelden van God, licht Tanja Kootte toe. In reformatorische afbeeldingen van de brede en de smalle weg is Hij dan ook afwezig.

De brede en de smalle weg, toegeschreven aan Laurence Neter,1630-1639, collectie Museum Catharijneconvent

Die brede en smalle weg beschreven in Mattheus 7: 13-14, inspireerde de Zeeuwse kunstenares Liesbeth Labeur tot haar bijdrage aan de tentoonstelling.

Liesbeth Labeur, Ballenbad

Je zou haar installatie in de vorm van een ballenbad, als ludiek kunnen ervaren, maar de rode, gele en oranje ballen verwijzen (met wat fantasie) naar de vlammen van de hel in voorstellingen van de smalle en met name de brede weg die daar uitkomt. Ligt wel lekker hoor… en als je er op tijd weer uit klimt bereikt het hellevuur je niet!

Het Tweede Gebod (Exodus 20: 1-17) staat kunstenaars dus (bijna) niets in de weg. Er is zelfs een beroepsvereniging van Kunstenaars op Reformatorisch Fundament, KORF. In verschillende kunstwerken resoneren de thema’s van de expositie. Zoals de in hemelsblauwe tinten verbeelde Pelgrimsreis van Bert Bosch; een trap over een bergkam eindigend in een dubbele hemelwaarts gerichte lichtbaan. Een eigentijdse symbolische verbeelding van de middeleeuwse levensreis van de viator mundi op weg naar het hemelse vaderland.

Bert Bosch, einde van de Pelgrimsreis, 2015

Heel modern en diep doorwrocht is de Kruisiging van Martijn Duifhuizen; een minimalistisch drieluik. In een bijbehorende vitrine ligt een klein paneeltje met -zichtbaar onder een loupe- de namen van 1000 christenen. De horizontale en verticale lijnen vormen een kruis als symbool van alle christenen ter wereld. Het werk bevat een diepere betekenislaag; de figuur ter linkerzijde van christus, de sinistere kant, voor de beschouwer rechts, komt aan het kruis niet tot inkeer, ‘alles blijft horizontaal’, de goede moordenaar aan de rechterkant zal, indachtig de verticale lijn, met Jezus naar de hemel gaan.

Martijn Duifhuizen, Kruisiging, 2019

Wat raadselachtig is de knoestige verbeelding van de ellenlange psalm 119 door Tijs Huisman uit 2016. Bovenin deze sculptuur zit de psalmist van dit 176 regels tellende lied. In mijn afscheidscadeau van de lagere school met de bijbel lees ik de beginregels: …’Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn, die in de wet des Heren gaan’……Gevolgd door o.a. ….’Met heel mijn hart heb ik u gezocht…. Laat mij niet afdwalen van uw geboden’..het oog op uw paden gericht… wanneer zult u mijn vervolgers berechten… ze hebben voor mij een kuil gegraven… bijna was ik van de aarde verdwenen… aanvaard Heer, de lof uit mijn mond en onderwijs mij in uw voorschriften… zondaars hebben een net gespannen… ik dwaal rond als een verloren schaap’

Tijs Huisman, Psalm 119: hoe wonderbaar is uw getuigenis, 2016

Aan de hand van deze tekst probeer ik de gedachtegang van de beeldhouwer te volgen, maar ik zie, afgezien van wat haken, ogen en holtes, geen aanknopingspunten.

Ook de andere kunstwerken blijken geïnspireerd op bijbelteksten, zoals Piet den Hertog’s paneel getiteld:

Als broeders…?  Gebaseerd op de berijmde psalm 133.

Piet den Hertog, Als broeders samenwonen, 2016

..’Ai ziet hoe goed, hoe lief’lijk is ‘t, dat zonen van ’t zelfde huis, als broeders samen wonen’ …’waar liefde woont, gebiedt de Heer den zegen…’.
Dat de werkelijkheid vaak anders is spreekt uit dit prachtige, bijna magisch realistische beeld.

Ogenschijnlijk lieflijk is het paneel met Mirjam, Kwetsbaar weefsel door Jan den Ouden uit 2016. De kunstenaar kwam tot deze creatie door de woorden uit de berijmde psalm 102: …’als een kleed zal ’t al verouden; niets kan hier zijn stand behouden…’, waarmee het beeld van dit jonge meisje op haar skateboard tot een vergankelijkheidssymbool wordt; er hangt zelfs al een draadje los.

Jan den Ouden, Miriam. Kwetsbaar weefsel, 2016

Wie de zojuist besproken eigentijdse kunstwerken uit deze bijzondere tentoonstelling wil zien kan van dinsdag tot en met zaterdag terecht. Op verzoek van de kunstenaars zijn deze werken op de dag des Heren verscholen achter een gordijn.

Literatuur:

Catharijne, Museummagazine nummer 2, juni 2019.

Link:

Museum Catharijne Convent

Tot ziens in de Biblebelt


Geverifieerd door MonsterInsights