Tentoonstelling Boven het Maaiveld: 25 jaar archeologische vondsten. Tot en met 7 september in Rijksmuseum van Oudheden, Leiden.

In het Rijksmuseum van Oudheden kun je dagenlang dwalen door de erfenis die de oude Egyptenaren, de Grieken en de Romeinen ons hebben nagelaten. In de inmiddels voorbije expositie Bronstijd: Vuur van verandering kon je veel te weten komen over de bronstijd (2000-800 v. Chr.). De talrijke toepassingen van het nieuw ontdekte metaal bracht de samenlevingen in heel Europa op een hoger plan.
In de nieuwe tentoonstelling Boven het maaiveld blijven we dichter bij huis. In deze expositie worden de bijzondere vondsten getoond die de Nederlandse bodem de afgelopen 25 jaar prijs heeft gegeven.
Met 500 objecten wordt een beroep gedaan op het uithoudings- en het voorstellingsvermogen van de bezoeker. Dat laatste is niet zo moeilijk. De vormgevers van de tentoonstelling hebben de voorwerpen die tussen 2000-2025 op 200 vindplaatsen bovengronds kwamen op aansprekende wijze gepresenteerd.
Veel objecten steken letterlijk èn figuurlijk boven het maaiveld uit. Ze zijn niet alleen mooi of interessant qua uiterlijk, maar vertellen ook iets over de gebruikswaarde in de ontstaanstijd. Zoals een mantelspeld in de vorm van een Cicade. De vleugels dragen nog de sporen van glas of email. De speciale naaldconstructie verraadt dat de in 2015 in Utrecht gevonden fibula afkomstig is van de Balkan!

Bezoekers uit het hele land kunnen in deze expositie iets van hun gading vinden. Alle Nederlandse provincies en de Caribische eilanden zijn vertegenwoordigd.
Anders dan de traditionele benadering, waarin uitsluitend archeologen en overheidsinstanties aan bod komen, hebben ook amateurs die bijdroegen aan de expositie een stem gekregen. Jongens met metaaldetectors, mensen die een toevallige vondst deden en niet in de laatste plaats: vrijwilligers!
Alle getoonde voorwerpen zijn op eigen wijze waardevol en roepen uiteenlopende vragen op. Ze zijn mooi, uniek of verrassend. Dat geldt ook voor de vindplaats, zoals een kostbare bord van Japans porselein in de zogeheten Kutani-stijl dat het archeologenhart sneller deed kloppen. Het in olijfgroen en roze beschilderde -oudst bekende uit Japan geïmporteerde bord in ons land- werd opgediept uit de beerput van het huis van Cornelis Lampsins, de vermogende Vlissingse reder die zich als bewindhebber van de WIC baron (…) van het eiland Tobago mocht noemen.

Wat is er in de tijdspanne van 25 jaar al niet opgegraven? Je kunt het zo gek niet bedenken. Van alledaagse en luxe gebruiksvoorwerpen, wapens, munten en sieraden is de toepassing nog wel te achterhalen, maar de botten van een leeuw die op het Haagse Binnenhof bovengronds kwamen bezorgden de onderzoekers hoofdbrekens. Andere objecten zorgen ondanks, of juist door de distantie in tijd voor emotie.
Zoals de uitzonderlijk goed bewaard gebleven gebreide kindersok uit het midden van de 16e eeuw die in Groningen werd gevonden. De gedachte aan een kindervoetje dat hier destijds in rondgelopen heeft zorgt over de eeuwen heen voor connectie en emotie. Dat geldt ook voor meer recente persoonlijke bezittingen uit Kamp Westerbork en voorwerpen uit de West, die herinneren aan het slavernijverleden.

Scheepswrakken die eeuwenlang op de zeebodem hebben gelegen vormen als tijdscapsule ook een goed gedocumenteerde Fundgrube. Niet alleen de bewaarde inventaris van een schip dat naar de kelder ging, maar ook de versieringen aan het achterschip of de boeg zijn interessant. Zoals het boegbeeld van een schip dat tussen 1650-1675 op de rede van Texel is vergaan. Een afschrikwekkend beeld van een krijger met Phrygische muts dat vijanden op zee op andere gedachten moest brengen! De beeldtaal is illustratief voor de iconologie ten tijde van de 80-jarige oorlog. In de toen actuele Opstand tegen de Spaanse overheerser werd teruggegrepen op het roemruchte verleden van de Bataafse Opstand tegen de Romeinen.

Onderzoeksmethodes.
Bij het zoeken naar antwoorden op vragen die bodemvondsten oproepen staan archeologen niet alleen. Ze worden bijgestaan door wetenschappers van andere disciplines. Geologen, die verstand hebben van bodemlagen en dendrochronologen die houten objecten kunnen dateren aan de hand van boomringen. Samen met biologen en historici proberen ze de puzzel van het verleden op te lossen. Met als gezamenlijke doelstelling: meer te weten te komen over leven en werken van de mensen van toen.
Tot ver in de twintigste eeuw werd een onderzoeksterrein aan de hand van luchtfoto’s, proefsleuven en daadwerkelijke opgravingen onderzocht. Sinds de laatste decennia van de 20e eeuw wordt steeds meer gebruik gemaakt van zogeheten non-destructieve onderzoeksmethoden. Met nieuwe technologieën als magnetometrie kan het archeologisch bodemarchief zonder arbeidsintensief, tijdrovend en duur graafwerk worden onderzocht.
In verschillende situaties kunnen archeologen gelukkig ook nog fysiek aan de slag. In de tentoonstelling word je over dit alles geïnformeerd. Het van 1992 daterende Verdrag van Malta verplicht de bodemverstoorder om met tijd en geld archeologisch onderzoek te faciliteren.
Beginnen je handen bij het zien van al deze vondsten te jeuken? En krijg je zin om zelf de spade te hand ter nemen? Wees dan gewaarschuwd. Zomaar graven mag niet. Het is alleen toegestaan wanneer het bodemarchief door nieuwbouw of de aanleg van een weg voorgoed onbereikbaar en dus onleesbaar wordt.
Als je iets vindt mag je de vondst niet zomaar in je broekzak steken. Archeologische vondsten moeten worden gemeld bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, waar je online een vondstmeldingsformulier kunt invullen.
In de expositie zie je behalve Romeinse, 16e en 17e vondsten ook objecten uit de prehistorie, middeleeuwen en moderne tijd. Je hebt nog tijd, maar wacht niet te lang, want de expositie is tot en met 7 september te zien.