Cultureel nazomeren in Edinburgh, september 2024,

The National Galleries of Schotland

Jarenlang heb ik het kunnen vermijden: Schotland. Altijd regen en overal muggen, mij niet gezien! Hoewel de reisgids ons verzekerde dat angst voor de gevreesde mitches na augustus onnodig zou zijn, bleken beide vooroordelen helaas op waarheid te berusten. In Edinburgh regende het cats & dogs, maar dat was met 4 vestigingen van de National Galleries of Scotland geen probleem.  

En met een adembenemende High Tea in The Palmcourt van het Balmoral Hotel was de regen snel vergeten. Exotische palmen, een enorme kroonluchter van Venetiaans glas en beschaafde gedempte conversatie schiepen de perfecte setting om te genieten van tongstrelende sandwiches, scones, pastries & more. De hemelse sfeer werd versterkt door de zoete tonen die een harpiste vanaf een balkonnetje de zaal inzond. Wil je meedoen met dit toneelstukje dan sparen en ruim van te voren reserveren: Treat yourself

John Singer Sargent, Lady Agnew of Lochmaw, 1892. Doek 126 x 100 cm The National Gallery, Edinburgh

Een bezoek aan de nabijgelegen vestiging van de National Galleries of Scotland is gratis. In deze immense kunsttempel worden grote Europese en Engelse meesters getoond: Rafael, Botticelli, Rubens, Vermeer, Monet, Constable, Turner om enkele te noemen. Hier hangt ook John Singer Sargents iconische portret van Lady Agnew of Lochmaw, dat de cover van de museumcatalogus siert. Rembrandt is eveneens vertegenwoordigd met een impressie van een op bed liggende halfnaakte oer-Hollandse Venus. Onwillekeurig weerklinkt een variatie op de hit waarmee Egbert Douwe in de seventies hoog scoorde:…’ kom in de bedstee m’n liefste’…                 
Wie van Rembrandts huishoudsters dit uitnodigende gebaar maakt -de onfortuinlijke Geertje Dircx of Hendrickje Stoffels- weten we niet. Wel is duidelijk dat we hier een volkomen nieuwe on-academische presentatie zien van het traditionele vrouwelijk naakt!   

Rembrandt, A Woman in Bed, 1647(?). Doek 81 x 68 cm, The National Gallery, Edinburgh

Van Vincent van Gogh bezit het museum een Olijfgaard uit 1889. De glooiing van de heuvel heeft hij trefzeker met snelle penseelstreken gesuggereerd. Paul Gauguin met wie Van Gogh kortstondig bevriend was, is ook vertegenwoordigd. Tot dusver kende ik het werk slechts van reproducties, maar nu stond ik oog in oog met zijn Visioen na de preek. Wat een compositie! In grote kleurvlakken plaatste Gauguin dit oudtestamentische verhaal in een eigentijdse context.

Paul Gauguin, Het visioen na de Preek, 1888. Doek 72 x 91 cm

Over de witgekapte hoofden van de Bretonse vrouwen zijn ook wij getuige van Jacobs nachtelijke worsteling met de engel (Genesis 32: 24-25). De protagonist ziet vreselijk op tegen de ontmoeting met zijn tweelingbroer Ezau, die hij 20 jaar tevoren op bedrieglijke wijze het eerstgeboorterecht heeft ontstolen. Gelouterd door de krachtmeting en geleid door Gods hand volgt in de morgen een verzoening tussen beide broers.   

Tafeltje in Balmoral Hotel, Edinburgh

In de National Gallery op The Mound is eveneens een grote ruimte ingericht met een keur aan Engelse en Schotse kunstenaars. Bijzonder origineel en geestig vond ik Sir Henry Raeburns portret van de schaatsende dominee Robert Walker. Dat de spreekwoordelijke Britse humor zich niet beperkt tot de schilderkunst en het gesproken woord ontdekten wij in The Balmoral. Staand tegen de muur van de entreehal stond een  bijzonder voorbeeld van een tot meubilair getransformeerde gedienstige Schotse transman!

Sir Henry Raeburn, Reverend Robert Walker skating on Duddingston Loch, ca. 1795

The New Scottisch Galleries
Een breed podium is ingeruimd voor de befaamde Glasgow Boys èn Glasgow Girls! Dankzij de steun van enkele vermogende verzamelaars kreeg een groep kunstenaars rond 1880 de gelegenheid om zich in de Glasgow School of Art te ontwikkelen. In 2015 wijdde het Drents Museum een boeiend overzicht aan deze in ons land weinig bekende Glasgow Boys. Zij lieten zich vooral inspireren door de Franse Impressionisten. James Guthrie (1859-1930) was een van de voortrekkers. Van zijn hand zag ik een Larense school-achtig doek In the Orchard, waarin twee lieflijke kinderen valappels verzamelen.

Edwin Landseer (1902-1873), Monarch of the Glen, 1851. Doek 164 x 169 cm

De trots van het museum is het meer dan levensgrote portret van de Monarch of the Glen, uit 1851. De beeltenis van dit edelhert is het handelsmerk van de Schotse Hooglanden. Op whisky flessen en koektrommels kom je het dier steeds weer tegen. Dit imposante beest werd vereeuwigd door Sir Edwin Landseer (1902-1873), een goede vriend van de beroemde schotse romancier Sir Walter Scott over wie straks meer.

Bessie Macnicol, The lilac Sunbonnet uit 1899. doek 41 x 31 cm

Rond 1885 werden ook vrouwen toegelaten tot de Glasgow School of Art. De zogeheten Glasgow Girls lieten zich niet onbetuigd.  Van hun hand worden niet alleen schilderijen getoond, maar ook voorbeelden van design, keramiek, metaalbewerking en monumentale borduurwerken. Je ziet hier aquarellen van Bessie Macnicol, zoals The lilac Sunbonnet uit 1899. Een zonnige impressie van een fieldworker die leunend op een hooivork even poseert voor de schilder. Macnicols stijl verraadt haar leertijd in Parijs. In haar korte leven, ze stierf op 34-jarige leeftijd aan de complicaties van een zwangerschap, exposeerde ze in Engeland, Europa en zelfs in de VS. Flora Macdonald Reid (1860-1945) koos eenvoudige landarbeiders als onderwerp.

Phoebe Anna Traquair, The Progress of the Soul, The Entrance, 1895. 180 x 71 cm

Frances en Margaret Macdonald zijn vertegenwoordigd met fraaie enigszins mysterieuze aquarellen. Bijzonder indrukwekkend is de reeks monumentale borduurwerken van Phoebe Anna Traquair (1852-1936), Progress of the Soul. Als multitalent -ze schilderde, maakte miniaturen en geëmailleerde voorstellingen- was zij een van de belangrijkste ontwerpers van de Arts and Crafts Movement. Haar borduurwerken weerspiegelen invloeden van de Pre-Raphaelieten, de schilderende dichter William Blake en de Italiaanse Renaissance. Bij de aanblik van deze enorme borduurwerken vraag ik me verbluft af hoe ze dit steek voor steek met de hand voor elkaar heeft gekregen. Ze deed een heel jaar over een exemplaar.

Verschillende Schotse kunstenaars haalden inspiratie uit de werken van Shakespeare (1564-1616), Sir Walter Scott (1771-1832) en Dante Alighieri (1265-3121).
Ontleend aan L’Inferno van Dante’s Divina Commedia gaf William Dyce in 1837 een impressie van de verboden liefde van Francesca da Rimini en haar zwager Paolo da Malatesta. Staand voor dit zoetelijke Romantische werk valt mijn oog op een ‘losse’ hand links op de balustrade. Hij behoorde toe aan Francesca’s van het doek afgesneden jaloerse echtgenoot, Gian Ciotto, die op het punt stond de geliefden te vermoorden.

William Dyce (1806-1864), Francesca da Rimini, doek 142 x 176 (Google Art Project)

Sir Walter Scott, bijgenaamd the ‘Wizard of the North’ mag niet ontbreken. Met zijn Gothic Novels was hij van grote invloed op de Schotse Romantiek. Een bizar zwartgeblakerd torenhoog gotisch monument aan Princess Street houdt de herinnering aan hem levend.

Dit virtuele bezoek aan deze collectie besluit ik dan ook met het doek waarin John Knox (1778-1845) een heerlijke impressie geeft van toeristen die, vergezeld van een piper het idyllische Ellen’s eiland in Loch Kathrine bezoeken. De voorstelling is gebaseerd op een passage in Scotts bestseller The Lady of the Lake uit 1810. De volgende dag deden we een leuke ontdekking: Knox romantische impressie van deze plek bleek nog onveranderd!

John Knox, Landscape with Tourists at Loch Katrine, ca. 1815-20

De collectie van the National Galleries is zoals gezegd verdeeld over vier locaties. Na het bezoeken van de tweede grote afdeling, the National Portrait Gallery met kopstukken die een rol hebben gespeeld in de roemruchte geschiedenis van Schotland, ben je nog niet klaar! In Modern One aan Belford street wordt moderne en eigentijdse Britse en Europese kunst getoond. Aan de overkant ligt ook nog Modern Two, dat ondergebracht is in een voormalig weeshuis: the Dean Orphanage.

Modern Two
In Modern Two is tot 26 januari Women in Revolt te zien. Een interessante tentoonstelling over de tweede Emancipatiegolf in Engeland. Het museum biedt een podium aan meer dan 100 vrouwelijke kunstenaars die het traditionele gezicht van de Britse cultuur en samenleving in de jaren ‘70 en ‘80 van de vorige eeuw ‘uitdaagden en… veranderden’.  Met een mengeling van herkenning en verwondering keek ik naar de krantenknipsels, affiches, video’s en kunstwerken, waarin Engelse vrouwen destijds letterlijk en figuurlijk hun stem lieten horen. Zoals in de bijzonder indringende video van Gina Birch, die in haar Scream drie minuten lang al het vrouwenleed van de wereld uitschreeuwt!                      
Bij het betreden van de zaal, waarin ook miskramen en aanverwant leed aan de orde komen, wordt de bezoeker gewaarschuwd voor emotionele beelden en het geschreeuw van Birch. Om dit geluid te dempen zijn earplugs available at the desk!

In een affiche aan het begin van de expositie worden alle eisen van de opstandige vrouwen opgesomd. Over een rode gebalde vuist zijn de Seven Demands -geestige, doch bloedserieuze zinspeling op de Bijbelse Commandments- genoteerd: zoals recht op gelijke scholing, banen, gelijke beloning, gratis voorbehoedsmiddelen en recht op abortus.

In deze expositie was ik niet alleen gefascineerd door de tentoongestelde objecten, maar ook door een eenvoudig geklede oude, op het oog doodgewone Engelse huisvrouw met een grijs permanentje. Ze ging er in elke ruimte rustig voor zitten om alle zaalteksten aandachtig te lezen. Het leek erop dat ze down memory lane, het traject van haar voorbije leven bewandelde. Dat greep mij in deze tentoonstelling nog het meeste aan: haar (althans door mij veronderstelde) spijt over al de opgedrongen huishoudelijke alledaagse taken en de gemiste kansen… Misschien had ze ook op de barricades moeten staan?


Modern One
Tot slot nog een impressie van de kunstwerken in Modern One. Op het tympaan van deze kunsttempel lees je de geruststellende in neonletters geschreven boodschap: EVERYTHING IS GOING TO BE ALLRIGHT.
Verscholen tussen het groen naast het kortgeschoren gazon lazen we juist de enigszins verontrustende waarschuwing: THERE WILL BE NO MIRACLES HERE.
In de tentoonstelling Allemaal Wonderen, die in 2020 te zien was in het Utrechtse Catharijneconvent was dit lichtkunstwerk toepasselijk, maar wat moesten we hier op deze plek nu van denken?

Eenmaal binnen lieten we de collectie op ons afkomen en het was inderdaad oké. Werk van Europese kunstenaars als André Derain, Pablo Picasso, Ernst-Ludwig Kirchner, Henri Matisse, Paul KLee, Max Ernst en René Magritte zorgden niet alleen voor een feest van herkenning, maar ook voor nieuwe ontdekkingen. Een vroege David Hockney uit 1965 heeft hier een plek gekregen: Rocky Mountains and Tired Indians.

Charles Rennie Mackintosh, Montalba, ca. 1924-1927

Hier kom je ook weer enkele Schotse kunstenaars tegen. Van de Glasgow Boy en architect Charles Rennie Mackintosh zie je een bijna abstracte weergave van het in Frankrijk ontstane Montalba. In deze aquarel zoomt hij in op de geologische gelaagdheid van de Pyreneeën. Zijn echtgenote, een van de Glasgow Girls, Margaret MacDonald Mackintosch (1865-1933) is vertegenwoordigd met The Mysterous Garden dat zij in 1911, waarschijnlijk geïnspireerd op een eigentijds toneelstuk The Blue Bird van Maurice Maeterlicnk, vervaardigde. Deze in symbolistische stijl uitgevoerde aquarel roept herinneringen op aan de periode waarin de artistieke kameleon Jan Toorop in deze stijl werkte. In de aan Gustav Klimt gewijde tentoonstelling in het Van Gogh Museum werden in 2020 enkele door haar geborduurde panelen naast Toorops Sfinx uit 1898 getoond.

Margaret MacDonald Mackintosch (1865-1933), The Mysterious Garden, 1911

Volgens de suppoost in Modern One, waren we very lucky, want hij stond op het punt de enorme deuren te sluiten van het volgestouwde atelier van Eduardo Paolozzi (1924-2005). Van deze surrealist bezit het museum enkele interessante sculpturen, waaronder een St. Sebastian uit 1957. Oneerbiedig gezegd: een opeenstapeling van bronzen schroot, afgetopt met iets dat lijkt op een mijter. Het vereist een groot inlevingsvermogen om hierin de door pijlen doorzeefde christelijke martelaar te herkennen.  In het museumcafé torende hoog boven onze hoofden Paleozzi’s monumentale Boccioni-achtige Vulcan. De metershoge Romeinse god van het vuur werd door hem op indrukwekkende wijze uit glimmende aan elkaar geklonken stukken plaatstaal gecreëerd.

Edoardo Paleozzi, Vulcan, 1998-1999. Welded Steel, 730 cm

In de beeldentuin gaat de expositie door met belangwekkende sculpturen. Hier zie je ook een betoverend voorbeeld van landschapskunst/tuinarchitectuur: Charles Jencks Landform. Vlak voor de entree herken ik Henry Moore’s tweeledige Reclining figure, waarvan vorig jaar in Museum Beelden aan Zee een versie te zien was. Joan Miro is aanwezig met een verrassende sculptuur uit 1978: Personage. Aan zijn werk als beeldhouwer -Miro is bij het grote publiek vooral bekend als schilder- wijdt Museum Beelden aan Zee dit najaar een groot retrospectief.  

Geverifieerd door MonsterInsights