
Limburgers staan bekend als Bourgondiërs. Ze houden evenals hun verre voorvaderen van gezellig samenzijn genietend van een heerlijke maaltijd en een glas wijn, maar hoe bourgondisch is dat eigenlijk?
Tijdens een interview op 5 oktober met de samensteller van de expositie op NPO klassiek hoor ik het antwoord. Remco Beckers vertelt over dè Bourgondiërs, die van 1419 tot 1482, aan de macht waren in het gebied dat we nu Limburg noemen.
Het etiket ‘bourgondisch’ staat voor luxe en genieten van de goede dingen des levens. Die associatie is gebaseerd op schilderijen en wandtapijten met afbeeldingen van uitbundige feesten en overdadige maaltijden van de hertogen van Bourgondië. Op de wand zie je een uitvergroting van de miniatuur van het bekende feestmaal van Jean Duc du Berry, zoals weergegeven in zijn gebedenboek de Très Riches Heures du Duc de Berry, dat tot 5 oktober jl. te zien was in het Parijse Jeu de Paume.

De relatie tussen de Bourgondiërs van vroeger en de ‘Bourgondiërs’ van nu, stamt uit de jaren ‘70. De term bourgondisch werd door verschillende Maastrichtse horecabedrijven en voedselproducenten ingezet als een marketingstrategie. De zoekterm ‘Bourgondisch’ geeft nog steeds lifestyle tips als: hoe te leven als een Bourgondiër, te eten als een Bourgondiër en zelfs te koken als een Bourgondiër.
De tentoonstelling onderzoekt de vraag: wie waren die Bourgondiërs en zijn er overeenkomsten met de huidige Limburgers? Het antwoord op deze laatste vraag luidt: afgezien van de gezamenlijke belangstelling voor lekker eten & drinken, houdt de vergelijking op. Je hebt culturele en historische Bourgondiërs. De vraag heeft echter wel een mooie tentoonstelling opgeleverd, ingericht met topstukken uit binnen- en buitenlandse musea als het Louvre, Versailles en dichter bij huis het Bonnefanten museum.
De Bourgondiërs spreken tot de verbeelding. Daarvan getuigt de bestseller van Bart van Loo uit 2019. Deze vuistdikke publicatie behandelt de vroege Nederlandse eenwording in een: …’ wonderlijk relaas van ontbolsterende steden, ontluikend individualisme en uitstervende ridderidealen, verteld aan de hand van brandstapels en banketten, pest en steekspelen, Jeanne d’Arc, Jan van Eyck, Filips de Goede en het Gulden Vlies’…
Geen zin in een 600 pagina’s durende geschiedenisles lees dan de recensie, van Bart Funnekotter in de NRC van 8 februari 2019, maar ga vooral kijken in Venlo, waar ook het vervolg Stoute Schoenen dat Van Loo in 2024 schreef op de schappen ligt.
De Bourgondiërs: wie waren zij?
Het kerngebied van de hertogen van Bourgondië lag in de omgeving van Dinant. De naam van het roemruchte geslacht stamt van een groepje volksverhuizers afkomstig van het Deense eilandje Burgundarholm [Bornholm]. Zoals veel kolonisten noemden zij het gebied waar zij zich uiteindelijk in de 4e eeuw vestigden naar hun plek van herkomst: Bourgondië.
We maken even een gedachtesprong naar de 14e eeuw. Filips de Stoute ontving de erfelijke hertogelijke titel in 1360 uit handen van de Franse koning. Indertijd stond Frankrijk onder het gezag van koning Karel VI. Tijdens diens vlagen van waanzin werd het land geregeerd door zijn broer Lodewijk van Orleans. Hertog Jan zonder Vrees (1371-1419) ruimt hem in 1407 uit de weg. In 1419 werd hij op zijn beurt vermoord; zo ging dat toen. Bij Filips de Goede pakken wij de draad weer op. Onder zijn regime beleeft Bourgondië haar meest glorieuze jaren. Door huwelijken, erfenissen en gewapende strijd wisten de hertogen van Bourgondië hun grondgebied in de 15e eeuw uit te breiden met een groot deel van de Nederlanden.
De tentoonstelling is ingericht rond drie historische figuren, die 60-plussers nog kennen van de vaderlandse geschiedenisles: Filips de Goede, Karel de Stoute en Maria de Rijke.
Omdat de traditionele Middeleeuwse standenmaatschappij met strikte grenzen tussen geestelijkheid, adel en burgerij zijn langste tijd had gekend presenteerden de Bourgondische hertogen zich zelfbewust met veel uiterlijk vertoon. Ze bewonen fraai ingerichte kastelen, laten zich op hun mooist portretteren en organiseren indrukwekkende ridder toernooien. Met de in 1430 door hem ingestelde Orde van het Gulden Vlies zorgt Filips de Goede voor ‘klantenbinding’. In ruil voor de prestigieuze gouden keten schonken gunstig gezinde ridders hem hun loyaliteit. Ook manifesteerden zij zich als beschermheren van het christendom.
De orde bestaat nog steeds, alleen de betekenis is anders. Onder een portret van Filips de Goede ligt de keten van het Gulden Vlies die koningin Beatrix in 1986 van de Spaanse orde van het Gulden Vlies ontving.

De toewijding van de ridders was mooi, maar de goedkeuring van de onderdanen was zo mogelijk nog belangrijker. Om de gunst van het volk te winnen liet Filips de Goede bij feestelijkheden bourgondische wafels bakken. In de opstelling hangt een wafelijzer met het hertogelijke wapen. De lelies duiden op de band met de Franse koning, de zwarte leeuw staat voor het rijkste wingewest Vlaanderen, de gouden leeuw voor Brabant en de rode leeuw voor Limburg.
De regeringsperiode van Filips de Goede (reg. 1419-1467) wordt geïllustreerd met wandkleden, schilderijen en objecten, die een indruk geven van zijn vrijetijdsbesteding: de valkenjacht en toernooien. Impressies van feestelijke maaltijden weerspiegelen letterlijk en figuurlijk het goede leven tijdens het zijn bewind. Om de Bourgondische sfeer ten volle te proeven zijn op de wanden uitvergrote miniaturen uit de Très Riches Heures du Duc de Berry aangebracht. Ze werden tussen 1411-1415 geschilderd door de gebroeders Limbourg. Het originele manuscript uit de Bibliothèque National de Paris ontbreekt, maar je ziet wel een facsimile. De bezoeker kan zelfs aanschuiven bij het extravagante Banket van de Fazant. Wanneer de Turken in 1453 Constantinopel veroveren vat Filips de Goede als beschermer van het ware geloof, het plan op voor een kruistocht. Tegenwoordig maak je grote plannen wereldkundig via social-media en je zet een crowd-funding op. Om medestanders voor zijn onderneming te enthousiasmeren organiseerde Filips in 1454 een gigantisch banket. De aanwezigen kregen niet alleen een menu van tien gangen voorgeschoteld, maar zij werden ook op allerlei spectaculaire feestelijke ‘tussengerechten’, intermezzi, vergast. Het ene hoogtepunt volgde op het andere. Een kleurrijk ooggetuigenverslag maakt melding van een groep muzikanten die tijdens het diner tevoorschijn kwam uit een reuzenpastei en er werd zelfs een leeuw ten tonele gevoerd. De absolute climax vormde de personificatie van de bedreigde stad: zittend op een olifant betrad Vrouwe Constantinopel de feestzaal.
De inspanningen van de hertog ten spijt ging de kruistocht niet door. Goed denkbaar dat de bodem van de schatkist inmiddels in zicht was gekomen, alsook het besef dat het goede leven te verkiezen was boven een barre krijgstocht vol gevaren.

Over al deze aardse bezigheden was de zegen van de Almachtige wenselijk. Om zich van een plek in de hemel te verzekeren waren schenkingen aan de kerk dan ook bon usance. Niet alleen van geld, goederen en kunstwerken, maar ook kinderen werden aan de kerk gewijd. Zo belandde David van Bourgondië, een van de vele bastaardzonen van Filips de Goede, van 1456-1496 op de bisschopszetel van Utrecht. Van zijn tijd als geestelijk leider van dit bisdom dateert een goudbrokaten dalmatiek met granaatappel- en distelpatroon. De voor- en achterzijde van dit kostbare liturgische gewaad zijn versierd met zogeheten aurifriezen, stroken met in gouddraad en zijde geborduurde heiligen. De dalmatiek is onderdeel van een zogeheten vierstel bestaande uit een koorkap voor de bisschop, een kazuifel voor de voorganger en twee dalmatieken. Deze werden gedragen door de diakenen, de assistenten van de celebrant. Naast de dalmatiek zie je een drieluik waarop de Meester Van Delft het portret van bisschop David van Bourgondië naast een biddende stichter aanbracht. Vanaf het zijpaneel aanschouwen zij de Maagd Maria en het Christuskind. Uit mijn tijd als rondleider in Museum Catharijneconvent herken ik beide werken. Het was even zoeken naar het embleem van de ‘vredelievende’ tak van de Bourgondiërs; de tondeldoos met vuurslag. De laatmiddeleeuwse ‘aansteker’ die staat voor het belang van of liever: de wens naar stabiliteit en vrede in het hertogdom, want de ambtstermijn van David wordt gekenmerkt door de ene (burger)oorlog na de andere. De tegenwerking van de burgers van Utrecht leidde in 1483 zelfs tot het beleg van zijn eigen stad, waarover je in de canon van Nederland meer leest. Het vuur verwijst symbolisch naar beschaving en welvaart. De tondeldoos die prominent te zien is op de (in Venlo niet getoonde) koorkap ontbreekt op de dalmatiek, maar als je goed kijkt ontdek je wel de vlammen.

Met de aanstelling van David van Bourgondië (en diens opvolger zijn halfbroer Filips van Bourgondië) konden de hertogen van Bourgondië invloed uitoefenen op het kerkelijke en wereldse bestuur in het bisdom Utrecht.
Onder Filips de Goede’s zoon Karel de Stoute (Davids halfbroer), waren rust en vrede ook nog ver te zoeken. Karel de Stoute (reg. 1476-1477) was een wraakzuchtige vechtersbaas. Wegens het economisch belang vormden Maastricht, Roermond en Venlo meer dan eens het doelwit van Karels krijgszuchtige plannen. Zijn karakter vormde een merkwaardige symbiose tussen de oorlogsgod Mars en de hoedster van de kunsten Minerva. Zijn regime wordt niet alleen geïllustreerd met haakbussen en kanonnen, maar ook met schilderijen en voorwerpen van toegepaste kunst als een buffelhoorn op griffioenpoten en een verguld zilveren, naar ontwerp van Albrecht Dürer vormgegeven appelbokaal.
In dit gedeelte van de expositie wordt een impressie van het beleg van Neuss getoond. In het enorme kampement waren niet alleen soldaten, artsen, apothekers en ambachtslieden aanwezig, maar gek genoeg ook gezinnen met kinderen. Karel de Stoute zelf voerde in het kampement een vorstelijke staat. Bij het beleg van Neuss ging het in 1474-1475 -althans voor Karel- mis. Veelvuldig aangeroepen wierp de stadspatroon van Neuss, de heilige Quirinus met succes zijn krachten in de strijd. Van Karels inderhaast verlaten tent zou een hier getoond roodfluwelen kazuifel zijn vervaardigd.

Twee jaar later sneuvelde Karel de Stoute tijdens een veldslag tegen de Zwitsers. Via het huwelijk van Karels dochter Maria komen de Nederlandse gebiedsdelen tot de Opstand die leidde tot de Tachtigjarige oorlog, onder Habsburgs bestuur. Voor details over de dynastieke verwikkelingen en de talrijke aanvaringen tussen de Bourgondische hertogen en Vlaamse steden als Gent en Brugge moet je bij Van Loo zijn.
Na de verwoestende politiek van haar vader bracht Maria de Rijke (1477-1482) stabiliteit. De dochter van Karel de Stoute was overigens ongewild op de troon beland. Zij had een jongen moeten zijn; als meisje was zij ongewenst. Haar vader en grootvader weigerden zelfs om aanwezig te zijn bij haar doop.

In een tent kun je het levensverhaal van Maria de Rijke beluisteren. Door haar huwelijk met de Habsburgse Keizer Maximiliaan (1459-1519) werd het kerngebied van de Bourgondiërs verder vergroot. In de vitrine onder haar portret ligt de akte van het zogeheten groot privilege, waarmee Maria de Nederlandse gebieden de autonomie teruggaf die haar vader hen had afgenomen. De jonge hertogin erft de Bourgondische Nederlanden in chaos. Als dochter van Karel de Stoute werd zij eerst met argwaan bekeken, maar met haar vriendelijke en vergevingsgezinde opstelling wist zij de harten van haar opponenten te winnen. Lang heeft zij niet geregeerd. Zij overleed op jonge leeftijd na een val van haar paard.
Haar echtgenoot Maximiliaan nam het roer over, waarmee een einde kwam aan de Bourgondische tijd. L’Histoire se repète: Maximiliaan stelde zich evenals de vader van zijn overleden echtgenote, op als absoluut heerser. Zijn harde optreden tegen opstandige steden werkte echter contraproductief. De zachtmoedige Maria genoot waardering van het volk, maar Maximiliaan werd gehaat. In het gedeelte over Maria de Rijke wordt aandacht besteed aan de positie van de vrouw in die tijd. Anders dan je misschien zou verwachten, zijn veel vrouwen zelfstandig werkzaam op velerlei gebied.
Terug naar de expositie.
Wandkleden, schilderijen, sculpturen, verluchte gebedenboeken, intrigerende verhalen en muziek uit de late Middeleeuwen brengen je in Venlo terug naar de tijd van de historische Bourgondiërs.
Bij het zien van al die beschamende overdaad lijkt het wel of de Bourgondiërs onkundig waren van de Bijbelse waarschuwing dat het voor een kameel makkelijker is om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om de hemelpoort te passeren… De in het Nieuwe Testament bij Mattheus, Marcus en Lucas opgetekende woorden van Jezus hebben tal van illustratoren geïnspireerd tot evenzovele soms geestige illustraties.

Toch hadden ze het kunnen weten. Miniaturen in middeleeuwse gebedenboeken zijn er duidelijk over. In illustraties bij de bidstonden voor de dodenwake, de dodenvigilie, zie je meer dan eens hoe engelen met vervaarlijke duivels strijden om de ziel van de overledene. Op een impressie van een rechtszitting uit het Bonnefanten Museum bracht de anonieme schilder met grijpgrage Boschiaanse duivels een soortgelijke dubbele boodschap aan. Staand achter het panel met raadslieden moeten zij potentiële boosdoeners afschrikken en magistraten aansporen om rechtvaardig en onafhankelijk te oordelen. Het paneel bevond zich rond 1477 in het Maastrichtse Dinghuis, waar destijds recht werd gesproken.
Deze objecten maken de expositie al de moeite waard, maar twee topstukken van edelsmeedkunst uit de tijd van Karel de Stoute spannen letterlijk en figuurlijk de kroon. Nadat hij de strategisch belangrijke stad Luik wegens verzet in 1441 had verwoest schonk hij de stad een schitterende reliekhouder. Voor de staande figuur van de heilige Joris knielt Karel de Stoute met in zijn hand de houder met een vingerkootje van de heilige Lambertus. Het kostbare stuk is een stille getuige van de wijze waarop de geografische eenheid door de Bourgondische hertog werd bevochten. Op de sokkel staat zijn devies Je lay empri[n]s; ik heb het ondernomen. De voltooid verleden tijd van het hedendaagse ‘wir schaffen es’.

De inwoners van Luik beschouwden het hertogelijke geschenk als een zoenoffer, maar voor de krijgszuchtige hertog was de schenking een daad van propaganda. Een grappig symbolisch terzijde geeft aan dat de strijd in de aanloop naar de tentoonstelling nog niet gestreden was. Getuige Beckers woorden moest het kostbare topstuk veel bureaucratische lagen passeren voordat het België mocht verlaten.
Ook de gouden kroon van Margaretha van York uit de schatkamer van de Dom van Aken spreekt tot de verbeelding. Ooit rustte dit staaltje van ongeëvenaarde edelsmeedkunst op het hoofd van de echtgenote van Karel de Stoute. In 1474 deed Margaretha de kroon cadeau aan de Dom van Aken. Het is eveneens bijzonder dat deze nu in Venlo te zien is, want het kostbare stuk verlaat de schatkamer alleen voor de zeldzame momenten waarop deze, op het hoofd van het Mariabeeld in de Dom, aan de gelovigen getoond wordt.

Behalve een schat aan historische informatie en tastbare objecten heeft de Bourgondische overheersing de Maaslanders, aldus Beckers, nog iets nagelaten. Zij gingen op zoek naar een eigen identiteit. Onder de inwoners die kortstondig als eenheid geregeerd werden door de Bourgondiërs ontstond zelfbewustzijn. …[…] politici die naar de Staten-Generaal gaan [presenteren zichzelf] in 1473 als Limburger. …geschiedschrijvers [gaan] hun eigen streek onderzoeken en kunstenaars [proberen] een eigen visuele stijl te ontwikkelen. Mensen gaan op zoek naar een onderlinge verbintenis’…
Met zevenmijlslaarzen nam ik je mee naar de Bourgondiërs in Limburg. Een geschiedenis die niet alleen verhaalt van oorlogen en moordpartijen. Schilderijen, miniaturen en andere kunstvoorwerpen brengen ook de verfijnde hofcultuur in beeld. De rijk voorziene dis van het banket van de fazant houdt het beeld van de aan hen ontleende spreekwoordelijke luxe levensstijl in stand. Ervaar het zelf; dat kan nog tot en met 1 februari.
Verder lezen:
Bart van Loo, De Bourgondiers; Aartsvaders van de Lage Landen, uitgever De Bezige Bij, Amsterdam, 2018.
Bart Funnekotter, Knokken, moorden, dichten en drinken. Recensie De Bourgondiërs. NRC 8 februari 2019.
Bart van Loo, Stoute schoenen, in het voetspoor van de Bourgondiërs, uitgever De Bezige Bij, Amsterdam 2024
Link naar Limburgs Museum