
Ons land is rijk aan exposities van oude en eigentijdse kunst. De getoonde werken zijn vaak niet alleen een lust voor het oog; ze openen onze blik ook voor het zien van verbanden. Dat Vincent Van Gogh van invloed was op tal van kunstenaars is bekend. Voor twee van hen fungeerde hij letterlijk en figuurlijk als artistiek kompas. Anselm Kiefer, wiens indrukwekkende werk dit voorjaar in een dubbeltentoonstelling te zien was, reisde in zijn jonge jaren in het voetspoor van Van Gogh naar Arles. Kiefers onmiskenbaar op zijn voorganger geïnspireerde tekeningen waren in het Van Gogh museum te zien. Het is wellicht minder bekend, maar ook Charley Toorop (1891-1955), de getalenteerde dochter van Jan, reisde Van Gogh achterna. In 1922 trok zij naar de Borinage. Evenals Van Gogh, die in 1880 als lekenprediker in de Belgische mijnstreek werkte, legde zij de robuuste, door een hard bestaan getekende koppen vast. Ook zij voorzag deze impressies vaak van een spirituele ondertoon. Hier ontdekte Toorop wat zij wil:
…’het leven in z’n volle gestalte te geven – God in iedere stof te zien, hoe dan ook uitgebeeld’…
Deze woorden echoën na bij het zien van haar doek met twee mijnwerkersvrouwen in de Borinage uit 1922. Toorop vereeuwigde de eigenares van het etablissement waar zij logeerde samen met haar dochter Lia. Het portret verbeeldt aldus het bijschrift twee uiterste lotsbestemmingen. Je kon in het logement eten, drinken en desgewenst gebruik maken van de diensten van de dochter des huizes.

Van Gogh en Toorop waren niet de enigen die compassie voelden met de arme bevolking van de Borinage. In 1934 maakte Joris Ivens een documentaire over de stakende mijnwerkers. Zoals Charley hun armoedige bestaan met haar penseel in een niets verbloemende rauwe stijl vastlegde, schilderde de cineast dat leven met bewegende beelden.
Levenslange fascinatie voor Vincent van Gogh
Charley Toorops bewondering voor Van Gogh was in het atelier van haar vader ontstaan. Jan Toorop kreeg al vroeg oog voor Van Goghs visionaire schilderstijl. Sinds 1892 was hij betrokken bij de eerste tentoonstellingen van zijn werk. Ook de kunstkenner en adviseur van Helene Kröller-Müller, Hendrik P. Bremmer, ontdekte enkele decennia later de vernieuwende artistieke kwaliteiten van Van Gogh. En in Charley herkende hij zelfs Van Goghs opvolger. Op Bremmers advies kocht Helene Kröller- Müller werken van haar hand. De meeste zijn niet op zaal te zien, maar voor deze tentoonstelling hebben Charley’s schilderijen het depot verlaten. Aangevuld met bruiklenen geven ze een goed overzicht van haar ontwikkeling. Haar inspiratiebron is direct zichtbaar.


De artistieke verwantschap tussen Van Gogh en Charley Toorop is niet iets van conservatoren onder elkaar; als leek zie je het ook en Charley zei het zelf. In een interview vertrouwde ze de toenmalige directeur van Kröller-Müller Bram Hammacher, toe: …‘Vincent van Gogh was er voor mij al vóór ik begon te schilderen, eigenlijk bij mijn bewustwording’…
Vooral ‘zijn diepe barre liefde’ voor de realiteit, de mens en de natuur’ raakte haar. De zoektocht naar de mentale gesteldheid van de mens zou ook haar drijfveer worden. De bevindingen vertaalde zij evenals van Gogh in een realistische en tegelijkertijd bezielde vormentaal, waardoor zij door een eigentijdse criticus als …’de voorvrouw van de moderne figuratieve kunst’…werd gezien.
Toen zij Van Goghs tekeningen en schilderijen in een naoorlogse tentoonstelling in Amsterdam zag ervoer Toorop een enorme verwantschap. Dit overkwam haar in 1951 weer tijdens een bezoek aan het Parijse Musée de Jeu de Paume. De impressionisten die ze bij die gelegenheid zag vond ze prachtig, maar het zelfportret van Van Gogh bleef nog lang op haar netvlies gebrand. Ook de Brabantse schilderijen die ze in 1953 in Museum Boijmans van Beuningen zag maakten diepe indruk. Aan het begin van de huidige expositie zie je Toorops verbeelding van Het Gezin, dat qua onderwerp en licht-donker behandeling duidelijk op Van Goghs Aardappeleters geïnspireerd is.


1.Charley Toorop, Het Gezin, 1920. Doek 142 x 143 cm. Museum Kröller-Müller, Otterloo 2. Vincent van Gogh, De aardappeleters, 1885. Doek op paneel 74 x 95 cm. Museum Kröller-Müller, Otterloo
Tweesprong
Toen de muzikaal getalenteerde Charley zich in 1917 gesteld zag voor de keuze doorgaan als musicus of als beeldend kunstenaar gaf Van Gogh de doorslag. De gekozen weg bleek niet gemakkelijk. Als jonggehuwde vrouw kreeg ze kort op elkaar 3 kinderen. De verzorging en opvoeding kwam geheel op haar neer, want hun vader Henk Fernhout kon niet van de fles afblijven. In de onlangs op deze site besproken tentoonstelling Good Mom/Bad Mom hangt een zelfportret van Charley Toorop met haar kinderen. Getoond naast een portret dat zij maakte van Mevrouw van Ravesteyn met haar kroost. Een anekdote illustreert de toen lastige combinatie van werken en moederen. Zonder opvang hield ze haar kinderen voor een studiereis naar Parijs gewoon van school. Het kwam haar op kritiek te staan, maar de kinderen hadden vast geen bezwaar.
Domburg
In de zomers van de vroege twintigste eeuw was Jan Toorop (1858-1928) vaak in het landelijke Domburg te vinden. Weg van de grote stad en de elders toenemende industrialisatie. Sociaal geëngageerd schilderde hij het eenvoudige leven van de hardwerkende boerenbevolking. Via haar vader en zijn schilderende vrienden kwam Charley in aanraking met eigentijdse stromingen als het kubisme en expressionisme. Ze zag werk van Bart van de Leck, Jacoba van Heemskerck, Ferdinand Hart Nibbrig en Piet Mondriaan met wie ze bevriend zou raken. In Domburg vonden zij tal van inspiratiebronnen; landschappen, duin- en dorpsgezichten, boerderijtjes en de eenvoudige veelal in streekdracht geklede lokale bevolking. Deze kunstenaars vertaalden hun onderwerpen vooral in licht en kleur; een stijl die als luminisme wordt aangeduid. Tijdens de jaarlijkse zomer tentoonstelling was hun werk sinds 1911 te zien in een door Jan Toorop bedacht en door de mecenas Marie Tak van Poortvliet bekostigd tentoonstellingsgebouwtje. Tussen de grote namen hing ook werk van Charley. De oorspronkelijke expositieruimte heeft de tand des tijds niet doorstaan, maar in 1994 is het als onderkomen van het Marie Tak van Poortvliet Museum herbouwd. De kunstenaars uit Toorops kring ontwikkelden een eigen stijl. De meest spectaculaire transitie is die van Piet Mondriaan, die in Domburg zijn weg naar abstractie vond, zoals te lezen in mijn bespreking van de tentoonstelling De ontdekking van Mondriaan.
In de tentoonstelling leer je niet alleen Charley, maar ook haar vader en diens schilderende vrienden kennen. In het groepsportret dat Charley tussen 1935-1938 schilderde, bracht zij hen, geschaard rond de ‘kunstpaus’ H.P. Bremmer, treffend gekarakteriseerd in beeld. Charley en haar vader vind je in de bovensten rij. Ook Jan Sluijters, Bart van der Leck en Van Gogh -goed kijken- hebben een plekje gekregen.

Charley bezoekt Parijs en de Mediterranée
Charley maakte vanaf 1916 deel uit van de kunstenaarsgroep Het Signaal. De leden stond ‘een diepe beleving van de werkelijkheid voor ogen’. Kenmerkend voor hun stijl zijn felle, door zware contouren omlijnde kleurcontrasten. In 1920 vertrok Charley naar Parijs, waar ze het kubisme en het expressionisme ontdekte. In Musée Guimet raakte ze bovendien in de ban van de Romeins-Egyptische dodenportretten uit de Fayoem. Een echo van de onnavolgbare blik waarmee deze doden in de verte staren, is overduidelijk aanwijsbaar in haar zelfportret uit 1922. Door de beeldvullende compositie en de intense concentratie komt de beeltenis indringend over. De enigszins hoekig vormgegeven gelaatstrekken verraden kubistische invloeden. Met het nog net zichtbare palet met penselen maakt ze hier nog een bescheiden statement. In haar Zelfportret met Palet uit 1934 dat als campagnebeeld fungeert laat ze alle terughoudendheid varen.


Het is één van de zeventien zelfportretten, waarin zij zich onderwerpt aan een grondig zelfonderzoek. Evenals van Gogh was Charley op zoek naar zichzelf. In een van haar zelfportretten kijkt Van Gogh via een kopie van zijn Zelfportret met grijze vilthoed over haar schouder mee.
Niet zelden weerspiegelen haar zelfportretten een enigszins onheilspellende gemoedsgesteldheid, zoals in haar latere Zelfportret met zwarte hoed en voile, Zelfportret met wintertakken en heteen-na-laatste Zelfportret in schilderjas.
Nadat zij tweemaal door een beroerte werd getroffen, bleef zij evenals Van Gogh die leed onder mentale problemen, stug doorwerken. Schilderen hield haar op de been.
Charley Toorop was niet alleen op zoek naar zichzelf. In 1924 schildert zij een reeks portretten van psychiatrische patiënten. Tijdens de bezoeken aan haar echtgenoot Henk Fernhout in de Willem Arntz Stichting, wekten zij haar belangstelling. Deze portretten confronteren de beschouwer met de zo treffend geformuleerde ongrijpbare kant van de menselijke psyche.

De onmacht om op rationeel niveau met een geesteszieke om te gaan bracht haar dichterbij van Gogh, maar brak haar op in haar huwelijk met Fernhout. Tegen de ellende van haar toxische huwelijksrelatie bestond maar één medicijn: schilderen. In het stilleven met geraniums, fles bord met messen en broodje verwerkt ze een voorval waarbij Fernhout haar werk met en mes te lijf ging.
We keren nog even terug naar Parijs. Hier vond zij eveneens types die haar empathie opwekten. Slapende clochards onder de Seinebrug en hologige vrouwen in de bistro’s. Zoals veel tijdgenoten geloofde Toorop in kunst als middel om de maatschappij te verbeteren. Met haar krachtige portretten van de mijnwerkers in de Borinage en de zwervers van Parijs droeg ze bij aan de bewustwording van hun ellende. Via Mondriaan die haar in Parijs aan woonruimte hielp kwam ze in contact met het destijds onder kunstenaars populaire theosofische gedachtengoed. De overtuiging dat alle religies en filosofieën uit een universele bron zijn voortgekomen.
Tijdens haar artistieke ontwikkeling onderzocht Charley Toorop vele schilderkunstige uitingsvormen. Deze leergang resulteerde in een eigen magisch realistische stijl. Bewonderenswaardig wanneer je bedenkt dat ze -afgezien van wat ze in haar vaders atelier opstak- autodidact was.
Na Parijs trok ze verder zuidwaarts. In 1923 reisde Charley naar St-Paul-de-Vence bij Nice. Gezien haar fascinatie voor Van Gogh lijkt een bezoek aan Arles en St-Rémy-de-Provence een volgende stap, maar zover is ze niet gekomen. Ook zonder deze bedevaart wist zij de geest van Van Gogh te vangen. En dat blijft niet onopgemerkt. Een eigentijds kunstcriticus noteerde ….’ze heeft de Provence door zijn ogen gezien’…
In 1924 is ze terug in Zeeland, waar ze vele zomers met haar ouders had doorgebracht. Geïnspireerd op de Brabantse boerenscènes van Van Gogh ontstaan haar met knoestige boeren en struise Zeeuwse boerinnen bevolkte magisch-realistische doeken. Ze schildert deze niet in het mondaine Domburg, maar in het eenvoudige dijkdorp Westkapelle, waar de bewoners in haar ogen nog puur en onbedorven zijn.

Uit de vroege dertiger jaren dateert een reeks litho’s met boereninterieurs en een straatje in Westkapelle. Wanneer kunsthandelaar G.J. Nieuwenhuizen Segaar de in zijn opdracht gemaakte litho’s weigert af te drukken neemt Toorop de productie zelf ter hand. Segaar had het kennelijk goed gezien, want er bestond weinig belangstelling voor de Zeeuwse werken. Na 1933 gooide Charley het daarom over een andere boeg.
Wanneer ze jaren later nogmaals naar Zuid-Frankrijk reist hebben Van Goghs invloeden plaats gemaakt voor de vrolijke toetsen van de (post)impressionisten. In een kleurrijk palet schildert zij de haven en het café van Villefranche-sur-Mer. De in divisionistische stijl geschilderde impressies van de Port de Villefranche en Bar Cosmopolitain zijn in de tentoonstelling te zien. Het zijn geen louter mooie plaatjes. In de ogenschijnlijk onbeduidende namen van de boten verwerkte Toorop een amoureuze herinnering. Cupido, Henri en Les Misérables refereren aan een korte zomerliefde die zij 10 jaar eerder beleefde met de dichter Hendrik Marsman. Het opschrift op de luifels van het café stellen de beschouwer gerust: Tout va Bien. Ze is er weer overheen: Capito…?

Haar laatste jaren bracht Toorop door in het schilders dorp Bergen aan Zee. Ze nam haar schildersezel mee naar buiten om de natuur direct op het doek te brengen. Van 1935 dateert haar eerste expressieve impressie van voorjaarsbloesem. Niet van de hele boom, maar een close-up waargenomen fragment. Van Goghs invloed is terug.

De rest van haar arbeidzame leven schildert Toorop, geïnspireerd door de seizoenen, vooral bloemen, bomen en winterlandschappen. Zoals het verstilde, door een raam waargenomen uitzicht op een besneeuwde tuin. In de vensterbank plaatste ze prominent een Christusbeeld. De zaaltekst dat hier geen christelijke boodschap aan ten grondslag ligt, lijkt bij een werk dat Charley een jaar voor haar overlijden schilderde, niet erg geloofwaardig.
De tentoonstelling. Charley Toorop. Liefde voor Van Gogh is tot en met 14 september in Museum Kröller-Müller te zien.
Ga naar de website voor het uitgebreide aanbod aan activiteiten.
NB: de toegang tot het Nationale Park de Hoge Veluwe, waar Museum Kröller-Müller ligt, is niet inbegrepen bij het museum ticket.