Als kind bezocht ik met mijn ouders de mozaïeken van Ravenna. Prachtig vond ik al die uit kleurrijke steentjes samengestelde figuren en dieren. Hoe deden ze het?! Destijds had ik geen idee, maar inmiddels weet ik dat vaardige handwerkslieden hun voorstellingen aan de hand van ontwerptekeningen in de met cement bedekte wanden aanbrachten. Voor de ornamenten gebruikten ze sjablonen. Door de marmeren en glazen steentjes een beetje schuin in het cement te duwen gingen de voorstellingen door de reflectie van het licht, letterlijk stralen. En dat doen ze bijna 1500 jaar na dato nog steeds!
Om de doorstroming te bevorderen, maar ook om ervoor te zorgen dat toekomstige belangstellenden van deze kleurenpracht kunnen genieten mogen bezoekers van het kleine Mausoleum van Galla Placidia en het Battistero Neoniano maar 5 minuten binnenblijven.
Anders dan wel gedacht is de als opus tessallatum aangeduide kunstvorm geen Romeinse uitvinding. In de 8e eeuw v.Chr. werden in Klein-Azië al eenvoudige vloermozaïeken gelegd. De Grieken vervaardigden in de 5e eeuw v. Chr. ook al figuratieve mozaïeken van kiezelstenen. Handwerkslieden uit Byzantium brachten hun kennis en vaardigheid naar Ravenna, dat van de 6e tot de 8e eeuw onder Byzantijnse heerschappij stond. In de beeldtaal van deze mozaïeken komen de laatantieke Romeinse en Byzantijnse tradities samen.
Terwijl het aan de overzijde van de rivier de Rubicon gelegen Rimini zwaar geleden heeft tijdens WOII zijn de eeuwenoude vroegchristelijke bezienswaardigheden van Ravenna gespaard gebleven. In de naoorlogse jaren heeft deze historische stad op economisch gebied een enorme industriële sprong voorwaarts gemaakt. Dat is de omgeving van Ravenna niet ten goede gekomen. Advies: gewoon de andere kant op kijken! Dat is in Ravenna geen probleem: de stad herbergt een schat aan interessante vroegchristelijke gebouwen. De oudste dateren van de tijd waarin Ravenna onder keizer Honorius, de hoofdstad van het West Romeinse Rijk was. Zijn vader, keizer Theodosius besloot in 395 tot tweedeling van het immense gebied. Zijn zoon Arcadius heerste in het Oost-Romeinse Rijk. Honorius zwaaide van 393 tot 423 de scepter over het westelijke deel. In 402 vestigde hij zich in Ravenna. In de geschiedenis van deze periode komen we zijn naam en die van zijn halfzuster Galla Placidia (ca. 388-450) veelvuldig tegen. Na de ontijdige dood van haar echtgenoot Keizer Constantius III trad zij op als regentes voor haar zoon Valentinianus III. Galla Placidia’s bizarre levensloop, die buiten het bestek van dit stukje valt, is een filmscript waardig.
Einde West-Romeinse Rijk
Met de inval van de Germaanse generaal Odoaker kwam in 476 een einde aan het door corruptie en wanbestuur verzwakte West-Romeinse Rijk. Zijn heerschappij was echter van korte duur. Odoaker werd in 493 door de Ostrogotische koning Theodorik (454-526) op lafhartige wijze vermoord. Ook deze potentaat was geen blijvertje, maar de bouwwerken die hij liet verrijzen staan nog steeds overeind. Na Theodorik komt de Byzantijnse keizer Justinianus in het verhaal. Hij nam met succes de wapenen op tegen de Goten en zou van 527-565 aan de macht blijven. Ze zijn allang tot stof vergaan, maar de herinneringen aan Justinianus, zijn voorgangers en de ‘barbaarse’ heersers zijn nog springlevend. Daarvan getuigen acht op de werelderfgoedlijst van UNESCO genoteerde monumenten. Het bekendst zijn de mozaïeken van Ravenna, die, dat is wellicht minder bekend, voor het merendeel aangebracht zijn in de gebouwen die uit Theodoriks tijd dateren.
De mozaïeken van de kerken in Ravenna zijn prachtig, maar de bouwgeschiedenis is ook interessant. De ‘barbaarse’ vorst Theodorik was niet alleen de bouwheer van zijn eigen Mausoleum; hij gaf ook opdracht tot de bouw van de San Vitale, de Sant’Appolinare Nuovo en de Sant’Apollinare in Classe. In deze kerken liet Justinianus I (527-565) de mozaïeken aanbrengen waar we in het navolgende naar gaan kijken.
Behalve het imposante Mausoleum van Theodorik, de San Apollinare in Classe en de Sant’Appolinare Nuovo liggen alle bezienswaardigheden op loopafstand in het oude centrum.
Wie was Justinianus?
Zijn naam is niet alleen verbonden met de mozaïeken van Ravenna, hij is ook de bouwheer van de Haghia Sophia in Constantinopel. Na de verovering van de door Constantijn de Grote gestichte hoofdstad van het Oost-Romeinse Rijk door Mehmet II veranderde deze vroegchristelijke kerk in 1453 in een islamitisch gebedshuis. Justinianus vestigde zijn macht niet alleen in Ravenna, maar heroverde ook grote delen van het Romeinse Rijk die in handen van de oorspronkelijke bewoners waren gevallen. Daarenboven is Justinianus de geschiedenis ingegaan als de man achter het eerste burgerlijk wetboek: het Corpus Iuris Civilis
Julius Caesar
Je ziet er niets meer van, maar verder terug in de tijd werd in de streek rond Ravenna ook al geschiedenis geschreven. In 49 v. Chr. stak de Romeinse veldheer Julius Caesar de Rubicon over, een riviertje tussen Ravenna en Rimini. De woorden die hij daarbij sprak: alea iacta est; de teerling is geworpen, waren veelbetekenend. Met deze provocerende handeling ging hij niet alleen over een geografische-, maar ook over een politieke- en psychologische grens! Caesar daagde zijn rivaal consul Pompeius uit. Diens bevel om zijn troepen te ontbinden, had Caesar genegeerd. Geschrokken nam Pompeius de wijk naar Griekenland, waar hij door Caesar werd verslagen. De rest is geschiedenis, zoals in de aan Caesar gewijde tentoonstelling in Museum H’ART onlangs te zien was.
Anders dan soms gedacht, was Caesar zelf geen keizer. Met zijn optreden plaveide hij echter wel de weg naar het erfelijk keizerschap. Zijn adoptiefzoon Octavianus zou als keizer Augustus een belangrijk hoofdstuk vullen in de geschiedenis van het Romeinse Rijk. Ook bij Ravenna liet hij zijn sporen na. Als thuisbasis van de vloot, de Classis, liet Augustus een haven aanleggen. In de loop der tijd is deze verzand, maar de naam van het plaatsje Classe herinnert nog aan de dagen van weleer. Door talrijke overzeese contacten ontstond hier een multiculturele gemeenschap, waar plaats was voor Grieken, Syriërs, Armeniërs, Joden en Christenen. Rond het jaar 44 stichtte Apollonaris, het bisdom Ravenna. Met Apollinaris, wiens naam je in Ravenna veelvuldig tegenkomt, begint het navolgende virtuele bezoek aan de mozaïeken van Ravenna. We starten in Classe op enkele kilometers buiten het centrum.
San Apollinare in Classe
In de voorhof van deze kerk wordt de stichter van de haven gememoreerd met een kopie van het beroemde standbeeld van Augustus van Prima Porta, dat in de 19e eeuw werd gevonden bij de Villa van Livia in Rome.
De in 549 gewijde kerk is boven het graf van de martelaar Apollinaris gebouwd. De voor de regio karakteristieke campanile dateert van de 10e eeuw. In het muurvlak boven de zuilen zijn in de 17e eeuw de portretten van de bisschoppen van Ravenna aangebracht. Interessant, maar daar zijn we niet voor gekomen. Evenals de gebouwen in de binnenstad is ook deze kerk gesierd met schitterende mozaïeken. In het betoverende apsis mozaïek is Appolinaris prominent aanwezig. Vanuit een paradijselijke weide kijkt hij over de grazende lammeren, naar de schapen in de kerk. Zijn handen in antieke orante houding geheven in een gebed zonder eind. De schapen zijn voor meerdere uitleg vatbaar. Ze kunnen geduid worden als de stammen Israëls, de 12 apostelen en als gelovigen in het algemeen.
Boven Apollinaris is een symbolische interpretatie van de Transfiguratie op de berg Tabor te zien. Bij deze in het Nieuwe Testament op drie plaatsen beschreven wonderlijke ‘transitie’ van Christus, zouden de Oudtestamentische figuren Mozes en Elia verschenen zijn. Het wonder wordt symbolisch verbeeld door een met edelstenen bezet kruis. De drie lammeren staan voor de discipelen die Jezus op de berg vergezelden: Johannes, Petrus en Jacobus. De dadelpalmen in de pendentieven neigen hun kruinen naar de hoofdvoorstelling.
een ‘portret’ van Christus
Onder de aartsengelen Michaël en Gabriël bevinden zich de apostelen en evangelisten. Rechts zie je een gecomprimeerde voorstelling van de drie Oudtestamentische offerscènes van Abel, Melchisedek en Abraham die in de christelijke leer als voorafbeeldingen worden gezien van de offerdood die Jezus voor de mensheid bracht.
Langs de Via di Roma gaan we in noordelijke richting naar de eveneens aan Apolinaris gewijde Sant’Apollinare Nuovo.
Basilica di Sant’Apollinare Nuovo In deze kerk bereikt de mozaïekkunst een ware apotheose. De Sant’Apollinare Nuovo werd in 490 gebouwd als paleiskapel van Theodorik de Grote (454-526). Een tiental meters verderop zijn nog enkele reminiscenties van het cosidetto, maar onbewezen, Palazzo di Teodorico te zien. Evenals bij de andere vroegchristelijke kerken van Ravenna, verraadt het sobere exterieur niets van de pracht die de bezoeker binnen te wachten staat. Deze kerk is een mooi voorbeeld van een vroegchristelijke basilica. Zo’n door twee zuilenrijen geflankeerde rechthoekige ruimte met een halfronde nis tegenover de ingang had in voorchristelijke tijden een publieke functie. Na Theodoriks tijd werd deze kerk opnieuw gewijd. Dat was nodig, want de Ostrogotische heerser was een volgeling van de dissident Arius (256-336), die -even kort door de bocht- de goddelijke drie-eenheid ontkende. Arius aanvaardde God, maar ontkende de goddelijke natuur van Jezus. Om deze reden werden hij en zijn volgelingen door de kerk als ketters beschouwd. Bisschop Agnellus liet rond het midden van de 6e eeuw afbeeldingen van Theodorik en zijn hofhouding uit het decoratieschema van de kerk verwijderen. Degenen die met deze taak belast waren maakten zich er kennelijk snel van af. Als je goed kijkt kun je in de voorstelling van Theodoriks paleis met zuilen en voorhangen boven de zij ingang nog enkele ‘vergeten’ handen van in orante houding biddende figuren uit Theodoriks tijd zien.
Het rijkversierde interieur zorgt voor een letterlijk en figuurlijk duizelingwekkende ervaring. Hier geen overweldigend apsis mozaïek, maar een barok altaar dat ik voor gezien houd. Aan de in drie lagen aangebrachte mozaïeken op de zijwanden hebben we onze handen, of liever, onze ogen al vol! In de bovenste rij zie je scènes uit het leven van Jezus en de wonderen die hij verrichtte. Na enig speuren ontdek ik de opwekking van Lazarus en, precies zoals ik het mij van een kleurplaat op de lagere school herinner: de genezing van een verlamde man. Omdat er door de voordeur geen bijkomen aan was, lieten enkele mannen een lamme man op draagbed aan touwen door het dak voor de voeten van Jezus neerdalen.
Onder deze reeks staan heiligen en profeten prominent in het gelid. De daar weer onder aangebrachte processies springen echter het meest in het oog. Links van het altaar staan over de hele lengte van het schip 22 devote in het wit geklede maagden. Voorzien van hun naam volgen ze de wijzen uit het Oosten die hen voorgaan naar de in Byzantijnse stijl weergegeven tronende Moeder Gods met haar kind.
Op de tegenoverliggende wand wordt de optocht van de maagden gespiegeld in een processie van 26 in witte toga’s gehulde martelaren. Zij zijn op weg naar een knappe tronende Christusfiguur, van wie ook niet-gelovigen terstond gaan houden!
Achter de maagden gaf de anonieme mozaïekkunstenaar een interessante contemporaine impressie van de haven van Classe. Voor de twee vuurtorens en de ommuurde stad liggen enkele schepen voor anker.
Mausoleum van Theodorik
Buiten het centrum kun je (op een combi-ticket) het Mausoleum van Theodorik bezoeken. Het massieve uit enorme kubieke blokken steen opgetrokken bouwwerk staat 1500 jaar nadat het eind 19e eeuw letterlijk uit de drassige bodem boven water kwam, weer fier in het landschap. Opnieuw rijst de (onbeantwoorde) vraag hoe deden ze het?! Dat geldt vooral voor de 300 ton wegende uit Istrië afkomstige steen die de koepel vormt van het tienhoekige, twee verdiepingen tellende bouwwerk. De verstilde atmosfeer van de indrukwekkende lege en koele ruimte wordt verhoogd door de stemmige tonen van Albinoni’s Adagio in G minor.
Via een buitentrap bereik je de bovenverdieping. Laat hier je fantasie even werken bij de aanblik van de enorme op een badkuip gelijkende porfieren sarcofaag. Hierin vond Theodorik volgens de overlevering zijn laatste rustplaats. Het is dat er een bordje non toccare hangt, maar anders…
Na de bezichtiging van deze buiten de stad liggende monumenten keren we terug naar het centro storico, waar Galla Placidia in de eeuw voor Theodorik en Justinianus ook haar sporen achterliet.
Mausoleum van Galla Placidia
Volgens de overlevering gaf Galla Placidia (390-450), dochter van keizer Theodosius I en zus van keizer Honorius opdracht voor de bouw van het naar haar genoemde Mausoleum. Ook hier geeft het eenvoudige exterieur niets prijs van het met prachtige mozaïeken versierde interieur. Onder een blauwe sterrenhemel staan drie sarcofagen, waarin de stoffelijke resten van Galla Placidia, haar tweede echtgenoot Keizer Constantius III en keizer Honorius of Placidia’ s zoon Valentinus zouden zijn bijgezet. Deze in de jaren ‘80 door George Zarnecki, een autoriteit op het gebied van de vroegchristelijke kunst, geopperde ‘wetenschap’ lijkt inmiddels achterhaald. Dat de in Rome overleden Galla Placidia hier haar laatste rustplaats vond wordt tegenwoordig betwijfeld. Dit doet niets af aan de pracht van deze vermoedelijk aan de martelaar Laurentius gewijde kapel. In de apsis tegenover de ingang herken je hem aan zijn attribuut, het rooster, waarop de onfortuinlijke man levend werd verbrand. Naast hem staat een op een eigentijds zogeheten minibiebje gelijkend kastje met de geschriften van de evangelisten: neem en lees!
Het schaarse licht dat door de albasten vensters binnenvalt zorgt voor een mysterieuze sfeer. Maar gelukkig worden de mozaïeken met sterke lampen aangelicht. Anders dan de overige iets latere vroegchristelijke mozaïeken in Ravenna zijn deze nog zonder Byzantijnse invloed in de laatantieke Romeinse stijl gemaakt. Opvallend is het realisme dat niet alleen de figuren, maar ook het landschap kenmerkt. Het centrale kruis in de koepel symboliseert Christus; de symbolen in de pendentieven verwijzen naar de schrijvers van de boeken in het kastje: de 4 evangelisten. De leeuw voor Marcus, de adelaar voor Johannes, de os voor Lucas en de gevleugelde mens voor Mattheus.
Het mozaïek boven de ingang toont het iconische beeld van Christus als de Goede Herder, zoals beschreven in Johannes 10: 11-14. e.v. De drinkende herten en duiven verwijzen naar Psalm 42, ’t Hijgend hert, der jacht ontkomen!…
San Vitale
Naast het Mausoleum van Galla Placidia bevindt zich de achthoekige Basilica di San Vitale. De bouw van de naar de martelaar Vitalis genoemde kerk ving nog tijdens Theodoriks bewind aan en werd in 548 toen Justinianus aan de macht was door bisschop Ecclesius gewijd. De heilige Vitalis zou ten tijde van de christenvervolgingen onder keizer Diocletianus rond het jaar 304 levend begraven zijn. De kerk weerspiegelt de overgang van de klassieke naar de Byzantijnse bouwkunst. In de apsis troont Christus op een blauwe wereldbol, geflankeerd door de heilige Vitalis en bisschop Ecclesius. Op de wanden daarnaast vind je de reeds genoemde beeltenissen van Keizer Justinianus en zijn gemalin met hun hun gevolg. Opmerkelijk voor die tijd zijn de portretmatige gezichten. Let ook op het prachtige detail in de zoom van Theodora’s gewaad: een minuscule afspiegeling van de Driekoningen die we eerder in de San Apollinare Nuovo zagen! Rechts van Justinianus heeft aartsbisschop Maximianus een plekje gekregen.
In de apsis zien we het aandachtspunt van de gelovigen: Christus die de gaven van Justinianus en zijn vrouw in ontvangst neemt. Ook hier zien we de al besproken oudtestamentische prefiguraties van Jezus offerdood. Interessant terzijde: mocht je ooit een bezoek brengen aan de Paltskapel die Keizer Karel de Grote rond 800 in Aken liet bouwen, dan zie je in één oogopslag dat deze geïnspireerd is op de San Vitale.
Naast de San Vitale vind je het Museo Nazionale, ondergebracht in een voormalige Benedictijnerklooster. De collectie bestaat uit Romeinse en vroegchristelijke objecten, waaronder reliëfs uit de Byzantijnse tijd, munten, iconen uit de Venetiaans-Kretenzische school en schilderijen van onder anderen Paolo Veneziano.
Battistero Neoniano
Een bezoek aan het historische centrum van Ravenna is niet compleet zonder een kijkje te nemen in het Byzantijnse Battistero Neoniano, ook aangeduid als de battistero degli Ortodossi, waarmee bedoeld wordt dat deze anders dan de Battistero degli Ariani, niet-Ariaans is.In 458 gaf bisschop Orso opdracht voor de bouw, die onder de naamgever van de kapel, bisschop Neone werd voltooid. De oorspronkelijke vloer, die ver onder het huidige straatniveau ligt, is achter een hekje zichtbaar gelaten. De wanden van de 8-hoekige binnenruimte zijn verdeeld in 2 boven elkaar geplaatste bogenrijen. De achthoekige vorm verwijst symbolisch naar de zeven scheppingsdagen en de dag van het Laatste Oordeel. Het interieur is eveneens bekleed met mozaïeken. Op het plafond prijkt een mozaïek vanJohannes de Doper die Jezus, staand in de rivier, onder het toeziend oog van de twaalf discipelen, doopt.
Van Theodorik ‘s tijd dateert nog een achthoekige doopkapel: het Battistero degli Ariani. Ook hier is de doop van Christus in de Jordaan in het koepel mozaïek afgebeeld. Door het water zie je zijn ontblote onderlichaam. Anders dan de in de Bijbel genoemde ‘kemelharen’ mantel is Johannes hier gehuld in een luipaardvel. De oude man naast de doopscène staat, conform de klassieke iconologie, als stroomgod voor de rivier de Jordaan. De witte duif boven hen staat voor de Heilige Geest die na de doop neerdaalde uit de hemel terwijl de stem van God volgens Mattheus 3: 13-17 klonk: …’dit is mijn geliefde zoon in wie ik vreugde vind’…
Museo Arcivescovile
Na het bezichtigen van deze monumenten kun je je kennis over de periodes waarin ze gebouwd en versierd werden verdiepen in het Museo Nazionale en het Museo Arcivescovile – het aartsbisschoppelijk Museum, dat ondergebracht is in het achter de Dom gelegen aartsbisschoppelijk paleis. Hier zie je nog meer mozaïeken, sculpturen, kunstvoorwerpen uit de oude dom, een marmeren sarcofaag en een (onthoofd) porfieren standbeeld van vermoedelijk keizer Justinianus. Niet te missen hoogtepunt is de in een glazen vitrine geplaatste ivoren troon van bisschop Maximianus. Neem even de tijd om de gedetailleerde reliëfs met bijbelse scènes te bekijken. De zetel werd in de 6e eeuw in Alexandrië gemaakt. Aan de voorzijde zie je panelen met Johannes de Doper en 4 evangelisten. De achterzijde vertoont scènes uit het leven van Jezus.
Met het aantreden van Justinianus beleefde Ravenna een bloeiperiode. De dood van de keizer in 565 vormde het begin van het einde. Zoals elders in de Romeinse wereld werd ook de teloorgang van Ravenna bespoedigd door factoren als wanbestuur en corruptie. Met de verovering door de Longobarden was het in 751 met Ravenna als hoofdstad van het Byzantijnse rijk gedaan. In latere tijden viel de stad achtereenvolgens onder Venetiaans- en Vaticaans bestuur. De talrijke architecturale en artistieke overblijfselen getuigen van deze bloemrijke verschillende hoofdstukken uit de lange geschiedenis van Ravenna.