Het Van Gogh Museum is deze zomer in een feestelijke stemming, maar op het uitvergrote zelfportret, waarmee de bezoekers worden begroet kijkt Vincent niet blij. Toch heeft hij daar wel reden voor. Ter gelegenheid van het vijftigjarige bestaan presenteert het Van Gogh Museum een tentoonstelling over zijn laatste maanden in Auvers-sur-Oise. Aan dit onderbelichte hoofdstuk in Van Goghs artistieke nalatenschap is een prachtig geïllustreerde publicatie gewijd.
Via plattegronden van Auvers en omstreken neemt Wouter van der Veen, directeur van het Instituut Van Gogh in Auvers-sur-Oise, de lezer in Vincents voetsporen mee naar de plekken waar hij inspiratie voor zijn laatste werken opdeed. Op een oude ansichtkaart ontdekte Van der Veen enkele jaren geleden ook de precieze locatie van Vincents allerlaatste werk Boomwortels, dat eveneens in de expositie te zien is.
Om dichter bij zijn broer Theo te zijn verhuisde Vincent naar het bij kunstenaars geliefde Auvers sur Oise, waar hij op diens advies ook de zenuwarts Paul Ferdinand Gachet kon consulteren. Na zijn verblijf in een psychiatrische kliniek kwam Van Gogh in deze landelijke omgeving (ogenschijnlijk) tot rust. In medische zin haalde het niet veel uit, maar het contact met Gachet ontwikkelde zich tot een hechte vriendschap. In Gachet, die eveneens kunstzinnig talent had, vond Vincent op artistiek gebied een klankbord. Aan deze relatie is op de tweede verdieping een extra expositie gewijd: Dr. Gachet & Van Gogh. Experimenteren met etsen.
Toch ging het uiteindelijk niet goed. Zijn mentale gezondheid ging weer achteruit, maar Vincent bleef letterlijk en figuurlijk als een bezetene werken. Dat hielp, maar niet voor lang.
Enorme productiviteit
Alsof hij zijn einde voelde aankomen legde Vincent in Auvers, met gemiddeld één, soms wel twee schilderijen per etmaal, een enorme productiviteit aan de dag. In 70 dagen ontstonden 74 schilderijen!
Vanaf 20 mei, de dag dat hij aankwam in Auvers tot zijn sterfdag 29 juli 1890 dateren enkele van zijn meest indrukwekkende werken, zoals het dramatische Korenveld met kraaien.
In een brief van 10 juli 1890 (nr 898) aan Theo geeft Vincent lucht aan zijn geestesgesteldheid. Hij schrijft dat hij gewoonlijk tamelijk goedgehumeurd is, maar …’dat zijn leven aan de wortel is aangetast’… Hoewel het penseel naar eigen zeggen bijna uit zijn hand valt, heeft hij toch nog drie grote doeken geschilderd. In twee versies van uitgestrekte korenvelden brengt hij zijn triestheid en eenzaamheid tot uitdrukking. Van het derde doek, een impressie van de tuin van Daubigny, maakt hij in deze brief slechts melding, maar in zijn laatste brief van 23 juli (nr. 902) stuurt hij daarvan een getrouwe schets mee.
Ook al was het hem zwaar te moede toch had Vincent nog plannen. Hij bestelde verf en was vastbesloten de recente schilderijen aan Theo en zijn vrouw Jo te laten zien. Vincents droevige, doch vastberaden woorden leidden tot de veronderstelling dat de schilder niet door zelfdoding, maar door moord aan zijn einde zou zijn gekomen. In een destijds spraakmakende publicatie brachten de kunsthistorici Steven Naifeh en Gregory White Smith deze gedachte in 2011 naar buiten. De conservatoren van het Van Gogh Museum houden evenwel vast aan de theorie dat Van Gogh zichzelf van het leven beroofde.
Unieke bruiklenen
De tentoonstelling kwam in samenwerking met het Musée d’Orsay, dat acht eenmalige bruiklenen afstond, tot stand. De expositie is aangevuld met dertien niet eerder getoonde werken uit Amerikaanse museale- en privécollecties. Zo ziet de bezoeker het fijngevoelige portret van de dochter van de herbergier waar Vincent logeerde. Voor de poseer sessie had ze haar mooiste jurk aangetrokken. Toen Adeline Ravoux zestig jaar later werd geïnterviewd kenschetste zij de roodharige Hollander als een rustige man, die niet veel sprak. Van alle werken uit deze periode draagt alleen dit portret Vincents signatuur. Vincent vertrouwde Theo toe dat hij met zijn portretten iets van de ziel en gevoelens van de persoon tot uitdrukking wilde brengen. In de beeltenis van dit prille 12-jarige meisje, dat Van Gogh niet in opdracht, maar op zijn eigen verzoek portretteerde is dat goed gelukt.
Sightseeing in Auvers|
De chronologisch-thematisch ingedeelde expositie begint met Vincents eerste werken. Een tekening van de Oude Wijngaard gedaan in potlood, olie en waterverf uit de eigen collectie. Getoond naast zijn eerste schilderij uit Auvers: Bloeiende Kastanjebomen. Qua kleurgebruik, penseelstreek en compositie verraden beide werken invloed van de Japanse prenten die Vincent kort tevoren in een Parijse expositie gezien had.
1 Vincent van Gogh, Oude Wijngaard met boerin,1890. Potlood, olie- en waterverf. Vergépapier 44,3 x 54 cm. Vincent van Gogh Museum, Amsterdam.
2 Vincent van Gogh, Bloeiende Kastanjebomen, 1890. Doek 63,3 x 49,8 cm. Kröller-Müller Museum, Otterloo.
Daarna volgen schilderijen, waarin hij het hele dorp in kaart brengt. Via de landschappelijke dorpsgezichten met oude huizen wandel je in de geest door het pittoreske stadje, waar de tijd heeft stilgestaan. Bij Gezicht op Auvers met boerderijen wijst conservator Nienke Bakker de B & B aan waar zij onlangs nog logeerde. Ook attendeert zij ons op de bijzondere wolkenlucht in dit werk. Van Gogh bracht -even goed kijken- met witte verf de wolken als achtergrond aan; Met daaroverheen geschilderde blauwe vegen suggereerde hij de lucht.
In deze laatste periode wisselde Vincents artistieke aanpak nogal eens. Hij schakelde veelvuldig tussen stijlen en formaten. In tien van de twaalf panoramische landschappen rond Auvers hanteerde hij echter steeds hetzelfde van één rol gesneden formaat van 100 x 50 cm. Naast elkaar gepresenteerd komen ze -niet toevallig- mooi uit: Landschap bij Avondschemering en Landschap met wandelend paar tussen bomen, dat enkele jaren geleden in de tentoonstelling Van Gogh/Munch eveneens te zien was.
Bakker licht toe dat Van Gogh vaker in ensembles dacht, zoals in de tekening en het schilderij van het huis van Père Pilon. In de laatste zoemt hij iets in op de woning; geflankeerd door een impressie van Kastanjebomen.
1 Vincent van Gogh, (Doodlopende weg met) het huis van Père Pilon, 1890. Tekening, potlood, pen en inkt. 45 x 56 cm. Van Gogh Museum, Amsterdam
2 Vincent van Gogh (Doodlopende weg met) het huis van Père Pilon, 1890 olieverf op doek, 49 x 70 cm. Privécollectie
Tijdens de voorbezichtiging staan we even stil bij een voor Van Gogh atypische, vrolijke zomerse impressie van bootjes op de Oise. In heldere kleuren zette hij op impressionistische wijze een man op de kant en een vissend vrouwtje neer. Het werk doet denken aan Monets Baders bij La Genouillère, maar Vincent geeft aan zijn riviergezicht een heel eigen draai.
legaat van Robert H. Tannahill.
Indrukwekkend is de bijna beeldvullende impressie van De kerk van Auvers-sur-Oise. De architectuur van de prominent in beeld gebrachte Notre-Dame-de-l’Assomption tekent zich welhaast vibrerende af tegen de kobaltblauwe lucht. In een brief aan Theo schrijft Vincent dat deze kerk hem in de geest terugvoert naar de dorpskerk van hun jeugd in Nuenen.
Dr. Paul Gachet
In de tentoonstelling is ook aandacht voor dokter Paul Gachet, wiens portret door Vincent werd geschilderd. Gachet was gespecialiseerd in de behandeling van melancholie; tegenwoordig aangeduid als depressie. Van Gogh portretteerde hem heel toepasselijk in de traditionele, klassieke houding van een melancholicus met het hoofd zwaar rustend op de arm. Voor hem ligt -niet zonder betekenis- een takje vingerhoedskruid. Kennelijk was Gachet bekend met de medicinale werking van digoxine dat uit digitalis wordt gewonnen. De Engelse arts William Withering ontdekte in de 18e eeuw dat deze stof een heilzame werking had bij hartritmestoornissen en oedeem. Wellicht onderzocht Gachet de toepassing van dit plantaardige medicijn bij de behandeling van een overspannen geest. In de tegenoverliggende vitrine zie je een doos met homeopathische medicamenten uit de nalatenschap van de arts.
In dit gedeelte van de tentoonstelling zijn prachtige bloemstillevens van zowel Paul Gachet en Vincent van Gogh te zien. Gepresenteerd naast impressies van tuinen, waaronder de drie versies van de bloemrijke lusthof van de weduwe van de door Vincent hogelijk gewaardeerde Charles Daubigny. Twee bijna identieke doeken van ca. 50 x 100 cm uit respectievelijk de collectie van Rudolf Staechelin en het Hiroshima Museum of Art en een vierkante versie van de Vincent van Gogh Stichting. Aan deze laatste is een aardige anekdote verbonden. Aangetrokken door de bloemenpracht klopte Vincent aan bij Daubigny’s weduwe: of hij de tuin even mag zien. Meteen kreeg hij zin om de impressie vast te houden. Bij gebrek aan schilderslinnen legde hij de kleurenpracht vast op een theedoek van mevrouw Daubigny. Zijn laatste brief aan Theo bevat een ode aan de tuin, vergezeld van een schets.
(Vincent van Gogh Stichting)
Misschien wel het meest bijzondere doek in de expositie vormt de op een langwerpig formaat geschilderde impressie van een in de schilderkunst zelden weergegeven weersgesteldheid: een regenbui. Hiertoe raakte Vincent ongetwijfeld geïnspireerd door neerslag in Japanse prenten die hij zeer bewonderde.
Tekeningen, schetsboekjes en enkele brieven completeren deze boeiende expositie. In een van de vitrines ligt een interessante tekening van het gemeentehuis van Auvers. Daarin is ook een perspectiefraam te zien. Van dit optische hulpmiddel maakte Vincent ook eerder al gebruik. In een schets gemaakt in de duinen van Scheveningen, probeerde Van Gogh een boot op zee met behulp van zo’n perspectiefraam in de juiste afmetingen op het doek te krijgen.
Ontroerend is de al genoemde allerlaatste brief van 23 juli, die Vincent enkele dagen voor zijn dood op 29 juli schreef. In mineur doet hij Theo de volgende confessie: …’mijn werk, daarvoor riskeer ik mijn leven en het heeft me de helft van mijn verstand gekost’…
Op de tweede verdieping is de voornoemde kleine tentoonstelling ingericht: Dr. Gachet & Van Gogh. Experimenteren met etsen.
Hier zie je ook het palet van Gachet, dat Vincent mocht lenen voor het schilderen van het portret van Gachets dochter, dat ook aanwezig is in de expositie. Als droevig slotakkoord van de expositie ziet de bezoeker het aandoenlijke doodsportret dat Gachet, onder zijn pseudoniem Paul van Rijssel, van Vincent maakte.
Aan het eind van de expositie wordt kun je als postuum eerbetoon, een eigenhandig dankwoord aan Vincent schrijven…
…Dank Vincent voor zoveel moois dat uit zoveel verdriet is voortgekomen…
Wie denkt dat met dit boeiende laatste hoofdstuk van Van Goghs leven alles zo zoetjesaan wel is verteld vergist zich. Terwijl de openingstijden van deze expositie die nog tot 3 september te zien, wegens overweldigende belangstelling zijn verruimd, wordt achter de schermen al hard gewerkt aan de volgende tentoonstelling: Van Gogh aan de Seine, waarover dit najaar meer op dit blog.
Bibliografie
N. Bakker e.a., Brieven van Vincent van Gogh. Troost voor bedroefde Harten, Van Gogh Museum, Amsterdam, 2020.
Idem, Van Gogh in Auvers-sur-Oise; Zijn laatste maanden, Vincent van Gogh Museum/Musée d’Orsay, Amsterdam, 2023.
Link: Eerder artikel op deze site over afgelopen expositie “in the picture’ in het Van Gogh Museum