Augusta Curiel – Yere Mi Sten. Tot en met 6 november in Foam, Amsterdam.

Watervliegtuig, Dornier Do X op de Surinamerivier, 18 augustus 1931.

Ter gelegenheid van de 45-jarige Onafhankelijkheid van Suriname organiseerde het Stedelijk in 2021 een schilderijententoonstelling gewijd aan de Surinaamse School. Kunstenaars van diverse pluimage toonden hun figuratieve en abstracte werken. Kleurrijk èn zwart wit, want naast schilderijen waren ook vroege fotowerken te zien. Tijdens het openingswoord memoreerde de spreekster dat een expositie over Surinaamse kunst in het Stedelijk tot voor kort nog als lachwekkend zou zijn ervaren, maar de tijden zijn veranderd. Zoals zo vaak hadden mannelijke kunstenaars in deze expositie de overhand, maar vrouwen waren er ook. Zoals Noni Lichtvelt (1929-2017) en de Amsterdamse schilderende actrice Nola Hatterman (1899-1984).

Nola Hatterman, Op het terras, 1930, doek, 100 x 99 cm. Stedelijk Museum (langdurig bruikleen Amsterdam Museum)

Wanneer zij kennis maakt met Anton de Kom en zijn geruchtmakende boek Wij Slaven van Suriname, slaat haar fascinatie voor zwarte modellen om in oprechte belangstelling voor de problemen van Surinaamse arbeiders. Zij sympathiseert met de cultureel-nationalistische beweging Wie Eegie Sanie (onze eigen dingen) en ontwikkelt zich tot een geëngageerde kunstenaar. Met haar werk en dat van haar leerlingen werd in het Stedelijk een kleurrijk palet geschetst van het land dat auteur W.F. Hermans in 1969 nog omschreef als  …’de laatste resten tropisch Nederland’

Fotografe Augusta Curiel (1873-1937) werd in die tentoonstelling ook kort genoemd. Met de tentoonstelling Yere Mi Sten geeft het fotografiemuseum Foam haar niet alleen een stem, maar ook een eigen podium. De tijden zijn inderdaad veranderd. Portretfoto’s en beelden van het dagelijks leven, fotoalbums, ansichtkaarten, vintage prints en moderne reproducties weerspiegelen de wereld van Augusta en haar zus Anna. Met wie zij in de Domineestraat een fotohandel runde. Met hun impressies van het leven in het overzeese gebiedsdeel oogstten zij destijds veel succes, maar nu weerklinken ook antikoloniale geluiden. In de ogen van de tentoonstellingsmakers weerspiegelen de foto’s een bedrieglijke orde. Je ziet er vooral bijzondere soms nostalgische gebeurtenissen op, zoals de opname van het watervliegtuig op de Surinamerivier. Tijdens een vlucht van Rio de Janeiro naar New York maakte de Dornier Do X in 1931 een tussenlanding in Paramaribo. Dit event werd gadegeslagen door een aantal keurig in witte tropenpakken gestoken heren en … de gezusters Curiel die zich met hun camera op statief eveneens aan de Waterkant hadden geposteerd.

Dit laatste is minstens zo bijzonder als het eigenlijke onderwerp. Fotograferen was in die dagen een zware klus. Augusta en Anna moesten niet alleen het houten statief naar de oever dragen, maar ook de platencamera en de glasnegatieven, waarop het te fotograferen object na veel wikken en wegen werd vastgelegd. En dat was nog maar de eerste stap van een arbeidsintensief en gevaarlijk proces. Hier komt Augusta’s rechterhand in het verhaal. Anna beschikte over de kennis van de chemicaliën die benodigd waren om de negatieve opnames letterlijk en figuurlijk om te toveren in positieve beelden. In de niet meer leverbare publicatie over Augusta Curiel [J. van Dijk, Fotografe in Suriname 1904-1937 [dat tweedehands te koop is voor € 169,–) wordt dit proces en wat daar bij kwam kijken, uitgebreid beschreven. Zo werden bijvoorbeeld tweewekelijks grote staven ijs bezorgd om de chemicaliën op de juiste temperatuur te houden.

Tot 6 november is de bewonderenswaardig erfenis die onder hun handen ontstond te zien. De samenstellers van de tentoonstelling benadrukken dat deze zogeheten daglichtcollodiumzilverdrukken vooral een selectieve, mooie kant van het koloniale stadsleven en de binnenlanden laten zien. Ze geven een vertekend beeld van het koloniale verleden. In de toenmalige Surinaamse samenleving waren armoede en ongelijkheid aan de orde van de dag.

Je kunt het Augusta en Anna niet kwalijk nemen. Met fotowerk moesten de ongetrouwde dames in hun onderhoud voorzien. Logisch dat zij kozen voor aansprekende, goed verkopende onderwerpen. Ook al werkten ze hard, ze verdienden maar weinig, zoals een notitie op een briefkaart onthult. Vaak gingen ze tot in de kleine uurtjes door om de opnames te ontwikkelen en af te drukken.   

De aankomst van immigranten uit Brits- en Nederlands Indië. 1928.

Ze waren echter niet blind voor de minder mooie kant van het leven in en om Paramaribo. Daarvan getuigen beelden van de aankomst van contractarbeiders, die met misleidende vooruitzichten in Brits- en Nederlands-Indië waren gerekruteerd. Je ziet ook een impressie van veldarbeiders die bananen op een boot laden. En ook andere opnames tonen de keerzijde van de koloniale samenleving: zoals armoedige erfwoningen in Paramaribo. De foto van demonstrerende werklozen illustreert de armoede die door de economische crisis werd veroorzaakt. Voor dit aspect van de Surinaamse samenleving had Nola Hatterman ook al oog.

Werklozendemonstratie in Paramaribo in 1931 naar aanleiding van de economische crisis, Collectie Rijksmuseum Amsterdam

Met fotografische precisie
Lang voor Curiels tijd ontstonden getekende en geschilderde impressies niet alleen van het leven, maar ook van de Surinaamse natuur. Maria Sybilla Merian (1647-1717) bracht in de vroege 18e eeuw de betoverende tropische flora- en insectenwereld met fotografische precisie in beeld. De sinaasappels, met enigszins knoestige schil, die zij in Suriname schilderde inspireerden Augusta twee eeuwen later tot haar close-up.
Gerrit Schouten (1779-1839), zoon van een Amsterdamse zeeman en een moeder van gemengd bloed, gaf in zijn driedimensionale kijkdozen eveneens ‘realistische’ impressies van het dagelijks leven van de inheemse- en koloniale bevolking. De destijds als souvenirs gemaakte diorama’s van Plantage Zeezigt en Plantage Kerkshoven zijn van grote documentaire waarde. Je kunt ze tot 1 september bewonderen in de tentoonstelling Bittere Oogst waarover u op mijn website kunt lezen.

Terug naar de zussen Curiel, die als gezegd uitliepen om het grootste watervliegtuig ter wereld te bewonderen. Terwijl Augusta en Anna met hun camera in de weer waren, werden zij door een onbekende fotograaf vereeuwigd. Augusta en Anna waren niet de enige fotografen in Paramaribo. De opname van het watervliegtuig is mogelijk van Theodorus Rustwijk (1862-1914), wiens werk destijds in het Stedelijk eveneens te zien was. Een andere kandidaat is de politicus en amateurfotograaf Julius Muller, van wie in 1895 een overzichtstentoonstelling met honderden foto’s van het leven in die tijd in Paramaribo te zien was. Hiermee houden de opties niet op: ook Eugen Klein, Alfred del Castilho en Clarissa Heilbron hadden indertijd fotostudio’s in Paramaribo.

Pedigree 
Wie waren Augusta en Anna Curiel? Je zou hen kunnen omschrijven als sociale klimmers. Hun moeder Henriette Paulina Petronella Curiel was in 1840 als dochter van een Joodse immigrant: Mozes Curiel, nog in slavernij geboren. Sinds de afschaffing van de slavernij in 1863 was een middenklasse en bovenklasse van kleur ontstaan. Als middenstanders moesten de ongehuwde Augusta en Anna in hun eigen onderhoud voorzien en dat betekende hard werken.
Op foto’s die zij in opdracht van organisaties en bedrijven maakten blijkt dat zij onderdeel van het koloniale apparaat waren, aldus de samenstellers van de tentoonstelling. De foto’s van plantagewerkers, fabrieksarbeiders en hun levensomstandigheden weerspiegelen ook de sociaaleconomische en raciale ongelijkheid. Een open deur lijkt mij. Om de pijnlijke kanten van het verleden te verzachten zijn de opnames van anonieme werklieden in de expositie voorzien van context. Waar namen ontbreken lichten de samenstellers van de expositie toe waar de afgebeelde mannen werkten.  

Inladen van bacoven op een boot in de transporttrens 1915 Koninklijke Verzamelingen Den Haag

Op deze manier wordt eer betoond aan de arbeiders die hebben bijgedragen aan de opbouw van Suriname. Een samenleving waarin culturen uit Oost en West zijn samengesmolten tot een betekenisvolle en diverse gemeenschap.

Je kunt het tot 6 november met eigen ogen zien in Foam aan de Keizersgracht.

Geverifieerd door MonsterInsights