In april nodigde ik u uit voor een denkbeeldige strandwandeling langs de kust van Romeins Nederland, nu neem ik u mee voor een bezoek aan de expositie Koninginnen van de Nijl.
Anders dan bij de meeste tentoonstellingen over het Oude Egypte, is de focus nu niet gericht op de koningen, maar op vijf koninginnen van naam; Ahmose Nefertari, Teje, Nefertiti, Hatsjepsoet en Nefertari, waarvan tenminste twee namen u wellicht bekend voorkomen. Deze vrouwen speelden naast hun echtgenoot, de farao, een prominente rol in de traditionele mannenmaatschappij. Nefertari en Hatsjepsoet braken destijds zelfs door het archaïsche glazen plafond. Zij bekleedden na de dood van hun echtgenoot het hoogste ambt in Egypte.
Voor we kennismaken met de Koninginnen van de Nijl, even kort iets over de farao’s, zonder wie zij niet bekend zouden zijn geworden. In de begeleidende publicatie leest u alles over het Egyptische koningschap; een vroege vorm van een absolute monarchie. De farao werd beschouwd als de plaatsvervanger van de god Horus. In die goddelijke positie kon hij zich veel permitteren, daarvan getuigen de megalomane bouwwerken van Ramses II bij Aboe Simbel en de piramides bij Gizeh. Om zijn bestuurlijke taken tot een succes te maken, had de farao de steun nodig van de goden. Deze moesten middels offers van de farao’s en de koninginnen die in deze expositie centraal staan, tevreden worden gesteld.
Slechts door enkele inscripties, beelden of fragmenten daarvan bekend, wordt het verhaal van de vorstelijke gemalinnen, met circumstantial evidence verteld. De geringe feitelijke informatie wordt aangevuld met alledaagse- en religieuze objecten, fragmenten met afbeeldingen en inscripties genoteerd op ‘ostraca’, postscherven die als ‘post-its’ van de Oudheid fungeerden.
In de tentoonstelling zijn ook sieraden te zien, zoals het kleine gouden hangertje van nog geen 3 ½ cm van een zittend prinsje in de gedaante van de zonnegod. Kleine jongetjes werden indertijd afgebeeld (vergelijk het kindje Horus) met vinger aan de mond en een zogenaamde jeugdlok. Geïnspireerd op het Egyptische klimaat èn de zonnegod Re koos architectenbureau Jowa voor een passende presentatie tegen een zonnige, goudgele achtergrond.
Bijzonder zijn een kralenkraag van glazuur en de ketting met kralen in de vorm van vliegen. Ervaren wij deze soort als hinderlijk; in het oude Oude Egypte was de vlieg een teken van moed en heldhaftigheid. In goud gevormd werd de vlieg als koninklijke onderscheiding door de farao verleend bij jubilea of bijzonders militaire prestaties; het lintje van de oudheid!
Behalve deze kleinoden zijn prachtige granieten beelden, foto’s, maquettes van koningspaleizen te zien en zelfs een reconstructie de tombe van koningin Nefertari. Deze werd in 1904 in het dal der Koninginnen bij Luxor ontdekt door de Italiaanse archeoloog Ernesto Schiaparelli. Op de spannende afdaling van de trap naar het nog onbekende graf, volgde in eerste instantie teleurstelling. Grote wanorde en een gebroken granieten sarcofaag deksel duidden erop dat anderen Schiaparelli en zijn team voor waren geweest. Afgezien van enkele door de grafrovers versmade objecten, waaronder 34 sjabti’s, was het graf leeg. Maar toen de archeologen de ogen opsloegen bleek er toch reden voor blijdschap te zijn. Op de wanden van de grafkamer zagen zij de meest kleurrijke figuren die zij ooit in grafkamers gezien hadden. Schiaparelli en zijn team legden deze vast op zwart-wit foto’s en ingekleurde replica’s. Negentig jaar later bleken deze van onschatbare waarde bij de restauratie door het Getty Conservation Institute. Het iconografisch programma van de wandschilderingen vertelt over de reis die de geest van de overleden koningin maakt door het dodenrijk. Deze zogenoemde ba-geest is achter haar afgebeeld als een vogel met het hoofd van de koningin. De bezoeker ziet Nefertari in gebedshouding voor de god van het geschreven woord, Thot, herkenbaar aan zijn Ibiskop en attribuut: een palet met inktpot. In de onderwereld was hij belast met een gewichtige taak: het wegen van het hart van de overledene. Op muurschilderingen zien we hem in de weer met een balans: met in de ene schaal het hart van de overledene en in de andere een veer; zo onbezwaard zou het hart van de overledene moeten zijn….
Tijdens een inleiding voor de Vrienden van het RMO wijst de samensteller van de tentoonstelling, Olaf Kaper, op het leuke kikkertje in deze scène. Het diertje verwijst naar het Nijlwater dat nodig is om inkt van de pigmenten te maken. Dezelfde kikker komt, naast andere elementen uit deze koninklijke tombe ook voor in decoraties die de schilder in zijn eigen tombe maakte. Het voor eigen gebruiken plagiëren van elementen uit koninklijke grafschilderingen was aldus Kaper volstrekt ongebruikelijk in de Egyptische kunst.
Behalve de kleurrijke grafschilderingen in geschonden graf bevatte het graf nòg een verrassing. Uit een door de grafrovers over het hoofd gezien nisje kwam een prachtige amulet tevoorschijn. Deze in verguld hout en blauwe faience uitgevoerde zogenoemde Djedzuil, symbool staat voor de ruggengraat van de god Osiris en diens wederopstanding na de dood, vormt een van de topstukken in de expositie. Uit dit graf zijn ook de andere versmade objecten te zien: 34 dienaren-beeldjes en een paar sandalen, die de overleden koningin over de eeuwen heen, heel dichtbij brengt. De afwezigheid van de mummie zelf heeft niet met de grafrovers te maken. Uit piëteit voor de vorstelijke doden, wiens rust verstoord werd, hebben priesters in later tijden de mummies elders herbegraven.
In de introductiezaal worden de hooggeboren dames naar anciënniteit aan de bezoekers voorgesteld:
Koningin Ahmose Nefertari (ca. 1562-1494 v. Chr.). Zij was, zoals gebruikelijk in het Oude Egypte, gehuwd met haar broer farao Ahmose I, stichter van het Nieuwe Rijk. Deze werd opgevolgd door zijn zoon Amenhotep I, die op zijn beurt weer met zijn zus Meritamon trouwde. Na Amenhoteps ontijdige dood nam moeder Nefertari het roer over in de rol van ‘grote koningin’. Zij loodste haar land door een periode van oorlog naar vrede. Zij werd vergoddelijkt en nog lang na haar dood vereerd. Ahmose Nefertari’s mummie werd in 1871 in een bergplaats voor koninklijke mummies in de Thebaanse dodenstad teruggevonden. Een beeldje uit het Museo Egizio in Turijn, dat het posterbeeld siert, toont haar met een zwart gezicht. Dat betekent niet dat zij van het negroïde ras was, maar de kleur verwijst naar de vruchtbare aarde en haar vergoddelijkte status. In een houten reliëf in de tentoonstelling, waarschijnlijk een decoratief element van een stoel, staat zij samen met haar zoon bij een offertafel.
De volgende koningin is Hatsjepsoet (1508-1458 v. Chr.). Zij was de eerste vrouwelijke farao van het nieuwe Rijk. Na de dood van haar echtgenoot en halfbroer Thoetmosis II werd zij aanvankelijk regentes. Later liet zij zich tot farao kronen en in mannelijke outfit, compleet met baard, afbeelden. Door 22 jaar op de troon te blijven, onthield zij deze aan haar stiefzoon Thoetmosis III. Na haar dood uitte hij zijn ongenoegen door de herinnering aan zijn stiefmoeder middels een beeldenstorm uit de annalen te wissen. Millennia later belandde de onthoofde romp van dit zeldzame roze granieten beeld in het Metropolitan in New York; de van de romp gescheiden kop kwam in het RMO terecht. Wellicht meende u dat het gedeelde bezit van Rembrandts Marten en Oopjen een unicum was in museumland, maar dit beeld van Hatsjepsoet gaat sinds 1998 al in deelbezit door het leven. Zij is beurtelings in Leiden en New York te zien. Haar dodentempel in Deir el-Bahri, doet door de strakke facade met symmetrische ingedeelde, repeterende openingen, modern aan en roept zelfs associaties op met Albert Speers nazi architectuur, maar dateert van de 15e eeuw v. Chr.!
Rond 1395-1324 betreedt koningin Teje als echtgenote van Koning Amenhotep III het vorstelijke toneel. Anders dan haar collega koninginnen was zij niet van koninklijke bloede. Haar beeltenis toont een prachtig profiel. Haar zoon Amenhothep IV, zou de geschiedenis in gaan als de ketterkoning Achnaton, waarover straks meer. Was zijn revolutie wellicht het gevolg van het ontbreken van blauw bloed? Ook zijn vader, Amenhotep III had zo te zien al excentrieke trekjes. Hij liet zichzelf talloze malen heel realistisch met opengesperde neus en geprononceerde lippen portretteren! Dit verregaande realisme wordt tijdens Achnatons regering tot het uiterste doorgevoerd.
Teje ontwikkelde zich tot een zeer invloedrijke vorstin. Getuige bewaard gebleven tekstfragmenten onderhield zij zelfs diplomatieke contacten met buitenlandse vorsten. Er dringt zich hier, en straks bij Nefertiti nog meer, een opvallende parallel aan mij op met een eigentijdse vorstin van gewone komaf. In de expositie is een van haar toiletartikelen te zien: een kohlflesje van faience, geglazuurd aardewerk, dat haar naam en die van haar echtgenoot Amenhotep II draagt.
De bekendste vorstin is Nefertiti (1370-1334), echtgenote van farao Achnaton, die de traditionele Egyptische wereld volkomen op z’n kop zette. Om de invloed van de oppermachtige priesters in te dammen schafte het Egyptische pantheon af en introduceerde een monotheïstische godsdienst. Het veelgodendom moest plaats maken voor de alleen heersende zonnegod Aton. Amenhothep IV veranderde zijn naam in Achnaton, verbrandde alle schepen achter zich en stichtte een nieuwe hoofdstad: Amarna. Binnen korte tijd telde deze nieuwe metropool zo’n 40.000 inwoners. Ook op kunstzinnig gebied had deze omslag gevolgen. Anders dan de gestileerde weergave van flora, fauna en menselijke figuren, zien we hier voor het eerst realistische, natuurgetrouwe afbeeldingen èn menselijke emoties! Nefertiti schonk haar echtgenoot 6 dochters en een zoon: Toetanchaton; hun beeltenissen zijn, voor zover bewaard, want ook op deze periode volgde een beeldenstorm, in prachtige reliëfs afgebeeld. Lang werd gemeend dat Nefertiti op jonge leeftijd was overleden, maar in 2012 bleek uit een ontcijferde inscriptie dat zij in het 16e jaar van Achnatons regering nog springlevend was! Haar graf is nooit gevonden. Wel haar portretbuste; een perfect hoofd op ranke hals, waarin zelfs het ene ‘blinde’ oog niet detoneert; pronkstuk van het Berlijnse Neues Museum.
In de nieuw ingerichte permanente wordt nòg een portretbuste met Nefertiti in verband gebracht. Na Achnatons dood zou zij of haar dochter Meritaton, als farao Nefer-neferoe-aton geregeerd hebben. Beide vorstinnen komen voor dit portret in aanmerking. Van Meritaton is nog een portret in de expositie. Het vreemde, langgerekte hoofd geeft geen realistisch beeld; maar is gemodelleerd naar de enigszins excentrieke artistieke opvattingen tijdens de zogenoemde Armarna periode.
Meritatons vader Achnaton gooide het roer niet alleen op religieus en politiek-, maar ook op artistiek gebied om. Hoewel in deze tentoonstelling de nadruk ligt op de koninginnen kunnen we niet om de ons allen bekende Toetanchamon (1334-1323 v. Chr.) heen. Achter deze naam gaat dezelfde persoon schuil die als Toetanchaton werd geboren. Na zijn besluit om terug te keren naar de oude religieuze en artistieke tradities die zijn vader overboord had gezet, veranderde deze zoon van Achnaton en Nefertiti zijn naam in Toetanchamon.
De 5e prominent belichte koningin in de Leidse expositie is Nefertari, echtgenote van farao Ramses II (1301-1245 v. Chr.). Dit verstandshuwelijk groeide uit tot ware liefde! Nefertari’s schoonheid en lieftalligheid wordt in tal van teksten en afbeeldingen door Ramses bezongen. De liefde voor Nefertari weerhield Ramses niet van intieme relaties met vele andere haremdames, bij wie hij honderd kinderen verwekte. Daar kon Nefertari niet tegenop: zij schonk hem 8 kinderen, die echter jong stierven. Evenals Achnaton en Nefertiti, kozen Ramses II en Nefertari een nieuwe hoofdstad, Piramesse, aan de oostelijke Nijldelta. Nefertari vergezelde haar echtgenoot bij ceremoniële aangelegenheden en zij werd reeds bij haar leven vergoddelijkt. De Hathortempel bij Aboe Simbel is aan haar gewijd. Met de boven beschreven grafschilderingen speelt zij in deze expositie een glansrol. Dankzij de vaardige hand van Ippolito Rosellini (1800-1843 bezitten wij daar, ruim 150 jaar na de vondst van haar graf, nog een kleurrijke impressie van.
De in bovengenoemde replica geschilderde kleding van Nefertari stond model voor de aankleding van een oosters ogende paspop, waarmee zij voor de bezoekers wat tastbaarder wordt. De koningin draagt een wit linnen wikkeljurk, met rode ceintuur met aan de voeten teenslippers, van het soort die werden gevonden in haar graf. Het geheel gecompleteerd met een brede halskraag, armbanden en oorbellen. Het hoofd tenslotte is bedekt met de zogenoemde gierenkap; een gier die zijn vleugels beschermend over haar uit spreidt. Afgaande op andere replica’s van Rosselini’s hand, wordt vermoed dat de koninklijke kleding waarschijnlijk kleurrijker was dan in deze afbeelding van de gestorven vorstin. Dat geldt ook voor de kleding van de farao.
Ramses II had naast de mooie Nefertari, nòg een ‘hoofdvrouw’: Isisnofret. Zij was kennelijk niet mooi genoeg, want in de geschilderde annalen figureert zij niet, aldus het persbericht van het RMO. Toch vond ik een afbeelding van haar. In de kolossale tempelbeelden van Ramses II in Luxor is zij ter hoogte van zijn kuit, ten voeten uit weergegeven, evenals Nefertiti die in reliëf achter zijn andere been staat. Isisnofret was evenmin onbelangrijk was zij evenmin, want zij schonk de farao een aantal zoons die hoge posities bekleedden. Een Engelse Egyptoloog fantaseert over het waarom: …’no glamourous beauty like Nefertari, but a wife with brains…’ Evenals Isisnofret staat Nefertari hier als een klein poppetje aan de voeten van haar man afgebeeld, maar in de tempel van Luxer bevindt zich ook een reliëf, waarin Nefertari op gelijke hoogte is weergegeven met Ramses II.
Evenals de farao’s ten tijde van het Nieuwe Rijk, genoten ook de koninginnen goddelijke status. Behalve aanwezigheid bij tal van staatszaken was de koningin verantwoordelijk voor het reilen en zeilen in de harem, waar zo’n 317 bedienden werkzaam waren. In de tentoonstelling is een prachtig beeldje van zo’n bediende te zien: een naakt meisje met een gouden gordeltje. Niet moeilijk voor te stellen dat jaloezie en onvrede binnen deze gouden kooi aan de orde van de dag waren. Stel je voor dat je je al wekenlang voorbereidt op een intiem rendez-vous met de farao, terwijl jouw moment van uitverkiezing uitblijft!
Beeld van een meisje, Nefertemaoe uit Thebe Museo Egizio, Turijn
Tijdens de regeringsperiode van Ramses III leidden spanningen en frustraties in de harem tot een succesvolle aanslag op het leven van de farao. In een zeldzame 5 meter lange papyrusrol, de zogenoemde Turijnse Juridische Papyrus, wordt de samenzwering uit de doeken gedaan! De vermoorde farao zelf leidt de verhandeling in. Wanneer hij er lucht van krijgt dat er iets gaande is geeft hij een aantal schenkers, vertrouwelingen van de farao, opdracht de geruchten te onderzoeken. Hij drukt hen op het hart voorzichtig te werk te gaan om te voorkomen dat onschuldigen gestraft worden. Het heeft niet mogen baten; de dreiging was echt en de koning werd vermoord. Wie achter het complot zat is niet duidelijk. De naam van een zekere Teje wordt genoemd; uit de annalen is maar een persoon met die naam bekend: zou het de moeder van Ramses III zijn, die plaats wilde maken voor haar (andere) zoon Pentaweret? Hoe het afloopt en welke toepasselijke straffen degenen kregen die niet goed geluisterd en opgelet, c.q. gekeken hadden om de moord te voorkomen, leest u in de begeleidende catalogus.
De expositie Koninginnen van de Nijl is tot en met 30 april in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden te zien. U heeft dus nog ruim de tijd deze te gaan bekijken. Wat daarna blijft is de herinnering, maar geen nood: onlangs is ook de volledig vernieuwde Egyptische afdeling geopend, waar u met de kennis van nu, veel interessante zaken zult herkennen!
Link:
Rijksmuseum voor Oudheden, Leiden