Botero: Celebrate Life ! t/m 11 september 2016 in de Kunsthal, Rotterdam

BOTERO, ZELFPORTRET, KUNSTHAL
Botero, zelfportret met beschermengel, 2015

Tijdens een voorbezichtiging van de tentoonstelling Botero: Celebrate Life ! waren Botero (*1932) en zijn dochter Lina aanwezig. Emily Ansink, directeur van de Kunsthal, licht toe dat de titel van de expositie een citaat is uit Fernando Botero’s eigen woorden. Vier het leven ! In de kunsthal zijn schilderijen en beelden uit de eigen collectie van de kunstenaar bijeengebracht; een unieke kans om zoveel werk van de Colombiaanse schilder bij elkaar te zien. In Nederland was dat in 1975 voor het laatst mogelijk in Museum Boijmans van Beuningen. De kopieën van zijn werk door meestervervalser Geert Jansen -sinds zijn bestraffing- netjes gesigneerd ‘naar Botero’ heb ik niet meegerekend.

Botero_Monumentaal paard_2009
Botero, Monumentaal Paard, 2009

Sinds 1975 is het oeuvre van de Zuid-Amerikaan gestaag in volume toegenomen, letterlijk en figuurlijk ! De kunsthal toont zo’n honderd schilderijen, tekeningen, pastels en beeldhouwwerken, waar de 84-jarige kunstenaar zich op latere leeftijd eveneens in bekwaamd heeft. Centraal staat het enorme Caballo, uit de collectie van het voormalige Scheringa Museum, dat gedurende enkele jaren een bekend ijkpunt langs de weg naar Friesland was

Tijdens de bijeenkomst stond Botero de pers te woord. In antwoord op mijn voor de hand liggende vraag naar het waarom van de …‘blown-up, fat figures’… corrigeert Botero mij, geen ‘fat figures’, maar volumineuze figuren. Daarna volgt -naar Zuid-Amerikaans literair gebruik- een breedvoerig relaas. Nog maar 14 of 15 jaar oud begon hij te aquarelleren; als vanzelf ontstonden ronde vormen. Als jong volwassene werd hij gegrepen door de grote Italiaanse meesters; Giotto, Massaccio en vooral Michelangelo, die altijd bezig was met -aldus Botero-…’sensuality and fullness of flesh’. De verschillende Renaissance meesters wezen hem de weg èn (een niet nader gespecificeerd boek van) Bernard Berenson. Deze kunsthistoricus beschreef, in diverse uitgaven, de kunst van de Middeleeuwen en vooral de Italiaanse Renaissance.

Botero, the Bath, 1989
Botero, Bad, 1989

In 1930 werden deze laatsten gebundeld in The Italian Painters of the Renaissance. Met name  Berensons theorieën over ‘volumes’, daar heb je het, spraken Botero naar eigen zeggen aan. Zo is het dus gekomen dat zijn werk bol staat van volumineuze figuren! De schilderijen worden in de tentoonstelling thematisch gepresenteerd. Het dagelijks leven gebaseerd op herinneringen aan zijn geboortedorp, hommages aan beroemde oude meesters, onderwerpen ontleend aan het circus en het stierengevecht en uitbundige close-up geschilderde stillevens. Alles even kleurrijk, je wordt er helemaal blij van ! Botero verdient het niet dat zijn werk wordt afgedaan als een gimmick, een trucje, zoals Sandra Smets in een recensie van 18 juli jl. in NRC deed. Dat zou je dan ook wel kunnen zeggen van het werk van bijvoorbeeld Jackson Pollock of Karel Appel, die de kritiek op zijn werk: ‘dat kan mijn kleine zusje ook’, pareerde met: ..’dat kan wel wezen, maar ik heb het gedaan’ ! Botero’s werken, gedaan in een heel eigen unieke stijl, zijn samengebracht in een leuke tentoonstelling.

Zijn werk weerspiegelt zijn jeugd,  maatschappelijke problemen en beelden van de burgeroorlog in Colombia. Talrijk ook zijn de schilderijen met remakes van beroemde werken uit de kunstgeschiedenis. Botero groeide op in een provinciaal, geïsoleerd plaatsje in Colombia. Je had er niets; geen kunst, geen musea en communicatie met de hoofdstad was er evenmin. Eigenlijk was het een micro-republiek waar de wereldlijke en kerkelijke leiders de baas waren, zo vertelt hij. Aanvankelijk werd hij geboeid door pre-Colombiaanse kunst en altaarstukken in koloniale barokstijl. Als jonge man sloeg hij zijn vleugels uit. Hij reisde naar Bogota, Spanje en het kleurrijke Mexico, dat zijn palet zou gaan bepalen. Hier zag hij werk van de muralisten Diego Rivera en Jose Clemente Orozco. Hij volgde zijn ‘vocation’; hij moest schilderen. In de vroege jaren ’50 reisde hij naar Italië, waar hij studeerde aan de Academia van San Marco in Florence. Na Velazquez en Goya richtte hij de focus op Giotto, Andrea del Castagno, Piero della Francesca, Paolo Ucello, Michelangelo, Leonardo da Vinci, de held van de (noordelijke) Renaissance, Albrecht Dürer en de barokschilder Peter Paul Rubens. Zonder zich iets aan te trekken van de tijdgeest -figuratief werken was inmiddels not done– ontwikkelde hij zich tot een bekend kunstenaar. Al ging daar wel wat tijd overheen. Kunstcritici konden zijn figuratieve werk niet waarderen. Zijn schilderijen brachten in de vroege jaren ’50 nog geen brood op de plank. Vanaf 1957 vertoont zijn curriculum  een stijgende lijn in exposities. Het begon met een succesvolle tentoonstelling in de Gres Gallery in Washington. Het Moma kocht in 1961 Botero’s Mona Lisa, maar negatieve kritiek bleef, zoals bleek bij een tentoonstelling het jaar daarop in de galerie The Contemporaries. Na een expositie in 1966 in de Kunsthalle van Baden-Baden, volgen tentoonstellingen in o.a. Milwaukee, New York, Parijs, Zwitserland, Tokyo, Rome, Palermo, Knokke, Los Angeles en St. Petersburg. Tot de huidige dag worden zijn werken over de hele wereld en zelfs in Rotterdam getoond !

Botero,Kunsthal, De Straat
Botero, De straat, 2000

Behalve werk geïnspireerd op oude meesters, waarover straks meer, schilderde Botero ook ‘his childhood memories’; scènes uit het dagelijks leven. We zien vrouwen op de markt, vrouwen in een naaiatelier, Colombiaanse straatjes in een mix van realiteit en fantasie.

 

 

 

 

Botero, Kunsthal, Bloedbad
Botero, 20.15 Bloedbad, 2004

Diverse werken herinneren aan de ellende van de burgeroorlog in Colombia en de lange periode van strijd tussen overheid en guerilla-beweging FARC.  Zoals in ‘20.15 Bloedbad’ waarin een kamer met door geweld getroffen personen getoond wordtAan deze misere lijkt met het tekenen van een vredesakkoord  binnenkort een eind te komen, aldus een hoopvol gestemde Botero.

Geestig zijn de monumentale portretten van de president en de first lady van Colombia uit 1989.

Botero_De President_1989
Botero, de President, 1989
Botero_First Lady_1989
Botero, First Lady, 1989

 

 
Uit liefde voor de Italiaanse Renaissance kocht Botero een huis in Toscane, nabij Carrara, de groeve waar Michelangelo zijn marmer haalde. Hij begon met het maken van  sculpturen met de techniek van de oude meesters. In de expositie staan een aantal bronzen, die evenals de geschilderde figuren opgeblazen (dus niet dik…) en volumineus van vorm zijn. Op dezelfde wijze modelleert hij ook zijn op topwerken uit de Italiaanse Renaissance geïnspireerde schilderijen.  Zoals de geestige portretten van  Federigo da Montefeltro en zijn gade, in de 15e eeuw geschilderd door Piero della Francesca.

Botero, Frederico de Montefeltro naaar Pierro della Francesca, 1998
Botero, Frederico de Montefeltro naaar Pierro della Francesca, 1998
Pierro della Francesca, Frederico da Montefeltro, Uffizi, Napoli
Pierro della Francesca, Frederico da Montefeltro, Uffizi, Napoli

 

 

 

 

 

 

 

 

Evenals zijn vroegere voorgangers, brengt hij de verf ook zorgvuldig, laag voor laag aan. In een van de zalen zijn Botero’s watercolours, schetsen en tekeningen geëxposeerd, waarin we zijn eerste invallen en ideeën herkennen voor de elders in de opstelling getoonde schilderijen.

Botero_vader_1990
Botero, Portret van mijn vader, 1990
Botero_man en paard_
Botero, Man op een Paard, 2001

 

 

 

 

 

 

 

Humoristisch en sarcastisch tegelijk zijn de religieuze werken. Een in vol ornaat badende bisschop, ongetwijfeld verwijzend naar het ‘warme bad’, waarin de Romeinse prelaten leven. Een ‘kamerheer’ met donkere huidskleur staat al gedienstig met een handdoek klaar !

Botero_de vaticaanse badkamer_2006 _NEW

 

Botero, Kunsthal, Dorothy
Botero, De heilige Dorothea, 2014

Grappig is ook de reeks vrouwelijke hooggehakte heiligen in eigentijdse kleding, waarvan ik hier, als hommage aan een van mijn beste vriendinnen, de Heilige Dorothea laat zien. Vanzelfsprekend beperkt de gelijkenis zich slechts tot de naam. De heilige maagden zijn voor de goede verstaander herkenbaar aan hun traditionele attributen.

 

 

 

 

 

Botero_jongleur_slangenmens
Botero, Jongleur en Slangenmens, 2008

Via stierenvechters, portretten van kermisklanten en acrobaten, die, lijvig als zij zijn, toch lenig aan de rekstok hangen of behendig staan te jongleren, komen we bij de stillevens. Hier wordt de blik van de toeschouwer recht in de volle boeketten getrokken of in de schaal met appetijtelijk fruit. Een echtpaar ligt, luierend, maar ernstig kijkend, te picknicken.

 

 

 

Botero_sinaasappels_2008
Botero, Sinaasappels, 2008

Bij het schilderij met een sinaasappelstilleven staan Botero en zijn dochter Lina, die ons, beurtelings vertellend, rondleiden, even stil. Aan een simpel onderwerp als één enkele geschilderde sinaasappel kun je toch de stijl aflezen van een specifieke kunstenaar. Het lijkt een open deur, maar het is wel een eye-opener voor wie er nog nooit goed naar heeft gekeken. Leg maar eens een (sinaas)appel van Cézanne, naast een door Picasso of …. Botero geschilderd exemplaar! Bij veel kunstenaars kun je een ontwikkeling in stijl waarnemen. Gevraagd naar de ontwikkeling van Botero’s stijl (niet dus), antwoordt hij dat deze manier van werken nu eenmaal zijn ‘conviction’ is, ‘why change it ?’ Gevolgd door de ietwat cryptische woorden:…’A good artist looks for the solution of problems; a great artist looks for problems’…

Botero_picknick
Botero, Picknick, 2001

Zo komt het dus dat je tussen vroeg en laat werk, afgezien van wisselende inspiratiebronnen, nauwelijks significante stijlverschillen ziet. Vergelijkt Botero’s Picknick uit 2001  met bijvoorbeeld zijn Onze Lieve Vrouwe van Colombia uit 1992.

Botero, Onze lieve vrouwe van Colombia, 1992
Botero, Onze lieve vrouwe van Colombia, 1992

Uiteindelijk is er toch iets vreemds aan deze werken. Bij geen van de tentoongestelde werken ontdekte ik ook maar (een zweem van) een glimlach. Ondanks de vaak blije onderwerpen en vrolijke kleuren ontbreekt echte vreugde en dat in een tentoonstelling die nota bene oproept tot het vieren van het leven !…’How come’…? Ligt de oorzaak in de ongelukkige gewelddadige geschiedenis van Botero’s vaderland ?
Dat zou ik Botero, die zelf ook op geen enkele foto lacht, nog wel eens willen vragen !

Link:

Kunsthal Rotterdam, Fernando Botero

Info Kunsthal Telefoon 010-4400301
Openingstijden: dinsdag t/m zaterdag 10.00 – 17.00 uur, 
zon- en feestdagen 11.00 – 17.00 uur

 

 

 

 

 

 

Geverifieerd door MonsterInsights