Tentoonstelling Zuid-Nederlandse Miniaturen; een impressie. Tot en met 3 juni in Museum Catharijneconvent

Posterbeeld magische miniaturen

Het is met Middeleeuwse manuscripten niet anders dan met hedendaagse boeken ; eenmaal liefhebber krijg je er nooit genoeg van. In deze tentoonstelling Magische Miniaturen worden letterlijk en figuurlijk de best bewaarde schatten van de Middeleeuwen ontsloten. Letterlijk want veel manuscripten zijn voorzien van sloten als bescherming tegen vocht, licht en ongedierte. Met bruiklenen uit de Koninklijke Bibliotheek, het Museum Meermanno, Kasteel Huis Berg, verschillende Universiteitsbibliotheken en exemplaren uit eigen bezit heeft het Catharijneconvent een bloemrijke tentoonstelling ingericht. Onder een erehaag van strooibloemen – een uitvergroting van een zogenoemde Gents Brugse strooirand – betreedt de bezoeker de wondere wereld van de miniaturen.

Strooirand uit getijdenboek, atelier Simon Bening, Brugge ca. 1510-1520, ABM S11

De Middeleeuwen werden vaak gezien als een duistere periode, ingeklemd tussen de klassieke Oudheid en de Renaissance. Met deze gedachte wordt in deze tentoonstelling  afgerekend. Miniaturen vormen de best bewaarde kunst van de 14e en 15e eeuw; dichterbij de Middeleeuwen kun je niet komen.

De kleurrijke goudversierde initialen en miniaturen hebben 500 jaar na dato niets van hun glans verloren. Naast een lust voor het oog bieden de boeken niet alleen godsdienstige-, historische- en politieke informatie, maar ook inkijkjes in het dagelijks leven. In de randdecoraties en kalenders van  getijdenboeken zien we ontluikend en vaak overtuigend realisme. De illustraties van de werken van de maanden in het Getijdenboek van de Meester van Morgan maken duidelijk dat de ‘duistere’ Middeleeuwen veel kleurrijker waren dan vaak wordt gedacht.

Juni Getijdenboek
Maand juni, in een getijdenboek
Meester van Morgan M. 491, Brabant, ca. 1530 Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 133 D 11

Diverse films verduidelijken de wordingsgeschiedenis van de handgeschreven en prachtig verluchte boeken. Van het prepareren van het perkament (voor een lijvig boek was een kudde schapen nodig) tot de ‘finishing touch’ uitgevoerd door de makers van de versierde hoofdletters (de initialen) , de randversieringen (de marginalia) en niet in de laatste plaats de miniaturen. Hoewel miniatuur in ons taalgebruik staat voor iets kleins, is dat niet de oorspronkelijke betekenis van het woord waarmee deze illustraties worden aangeduid. Ze werden aanvankelijk met rode verf aangebracht. Een handeling die in het Latijn werd aangeduid als miniare ofwel rood maken. Gaandeweg werden de illustraties kleurrijker. Kleine wandteksten informeren de bezoeker over organische en anorganische kleurstoffen: het uiterst kostbare ultramarijn, gemaakt van gemalen lapis lazuli, het rozerode kraplak gewonnen uit schildluizen, waaraan in die tijd geen gebrek was! En natuurlijk goud dat rijkelijk gebruikt om teksten en illustraties letterlijk te verlichten: illuminare.

Later sneden op geld beluste handelaren mooie miniaturen en versierde hoofdletters uit de boeken om los te verkopen. In de kloostergang hangen er enkele; keurig ingelijst, waaronder een initiaal met de oudtestamentische heldin Judith, die in oorlogstijd (zogenaamd) overloopt naar de vijand. De illustratie laat zien hoe zij de hoofdman Holofernes onthoofdt, nadat zij hem eerder het hoofd op hol had gebracht.

Glazier Rylands
Fragment van de Glazier-Rylands Bijbel, Henegouwen ca 1260-1270, Vervluchting: Pontifical Master Enschede, Rijksmuseum Twenthe

Het is nauwelijks meer voor te stellen dat al deze boeken met de hand werden afgeschreven. De uitdrukking monnikenwerk geeft aan dat het kopiëren van grote folianten, maar ook kleine gebedenboekjes geen sinecure was. Urenlang pennen in een slecht verlicht, koud scriptorium met pijn aan hand en schouders moet voor velen een kwelling zijn geweest. Het werd nog niet zo genoemd, maar RSI bestond ook toen al. Dit alles ter ere van God: Soli Deo Gloria.

Johannes de Evangelist
Johannes de Evangelist, in een evangeliarium Maasland, tweede helft 12e eeuw, Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 76 E

Hoe verheugd een monnik kon zijn na voltooiing van een lange schrijfopdracht, blijkt uit een opmerking in het colofon van een middeleeuws handschrift: … ‘Men brenge de schrijver nu wijn, en wel van de beste…
Wanneer in de 15e eeuw handel en welvaart toenemen ontstaat onder invloed van de Moderne Devotie vraag naar gebedenboeken voor privé devotie. Deze zogenoemde getijdenboeken bevatten een verkorte versie van de officiële koorgebeden, welke binnen de kloostermuren 8 maal per dag op vaste tijden (de getijden) werden gezegd en gezongen. De verschillende gebeden, zoals de Maria getijden, de boetpsalmen en het dodenvigilie, zijn in de rijk versierde boeken geïllustreerd met een miniatuur. Om aan de vraag te kunnen voldoen ontstaan buiten de kloostermuren steeds meer profane schrijfateliers. De tentoonstellingsmakers spreken van de bestsellers van de Middeleeuwen, maar alleen de allerrijksten konden zich zulke dure boeken veroorloven. Op de internationale kunstbeurs de Tefaf waren deze handschriften bij Les Enluminures en Dr. Günther Jorn visueel en zelfs manueel  even binnen handbereik; wat een rijk gevoel.

Datzelfde gevoel ervaart de bezoeker in deze wonderschone tentoonstelling. Je mag er alleen maar naar kijken, maar aankomen niet…. Dit is gelukkig niet helemaal waar, want de museumbezoeker kan op verschillende plekjes zelf creatief aan de slag; fröbelen met het stempelen van marges en het stickeren van strooiranden.

Boeken waren kostbaar en het bezit ervan was slechts weggelegd voor kloosterbibliotheken, vorsten, vermogende geestelijken, leden van de adel en welgestelde burgers. In de tentoonstelling zijn grote en kleine religieuze werken te zien en wereldlijke boeken. Eén, misschien wel twee kent u nog wel van de Middelbare school: de Roman de la Rose, hier bezorgd door Jean Molinet, die het werk aan zijn opdrachtgever Philips van Kleef aanbiedt. In de achtergrond ziet u Molinets logo: een molentje.

Jean Molinet Roman de la Rose
Jean Molinet, roman de la Rose Moralisé et Translaté De Rime en Prose Henegauwen, 1500 Den Haag Koninklijke Bibliotheek, Ms.128                                                                                                                                                                                                                                          Het andere boek dat u wellicht nog kent is Jacob van Maerlants Spieghel Historiael. Het eerste geschiedenisboek in de volkstaal, waarin de verhalen uit de Bijbel, beginnend met de Schepping, kunstig vervlochten zijn met gebeurtenissen uit de wereldse geschiedenis. De Middeleeuwer was niet verbaasd wanneer Alexander de Grote plotseling een verhaal binnen stapte. Van Maerlants Spieghel Historiael wordt voor de ogen van de museumbezoeker ontsloten. Via een touchscreen verschijnt de aangeklikte miniatuur vol in beeld en ziet de bezoeker bijvoorbeeld hoe Godfried van Bouillon met ware doodsverachting een ladder beklimt om de belegerde stad Jeruzalem binnen te gaan. Deze daad in 1099 overleefde hij, maar in 1100 vond hij een ontijdige dood in het Heilige Land. Hij werd in de Heilig Grafkerk in Jeruzalem begraven.
Maerlandt Rhijmbijbel
Jacob van Maerlant, Rhijmbijbel, die wrake van Jherusalem, ca 1340, Belegering van Jeruzalem, Groningen Universiteits-bibliotheek

Een van de films toont hoe de boeken van Jacob van Maerlants werden onderzocht met Infrarood Reflectografie. Deze methode om onder de verf te kijken brengt soms verrassende pentimenti aan het licht. Momenten waarop de miniaturist zich bedacht.  Zo was onder een scène met vissen eerder een woud met bomen gepland.

De tentoonstelling werpt ook licht op de plaatsen van herkomst en voor zover bekend voor en door wie ze zijn geschreven. U ontmoet enkele voorname opdrachtgevers zoals Philips de Goede en zijn (onwettige) zoon David van Bourgondië, die door zijn vader krachtdadig als bisschop van Utrecht naar voren werd geschoven. Niet alleen met deze bisschopsbenoeming, maar ook in 1430 met de stichting van de Orde van het Gulden Vlies probeerde de Bourgondische hertog zijn invloed overal in zijn rijk te laten gelden. In verschillende miniaturen zien we Philips de Goede in gebedshouding; voor het gemak heeft hij zijn trippen uitgeschopt. Naar de toenmalige smaak modieus gekapt knielt hij in een inmiddels 500-jarige aanbidding…

Philips de Goede
Getijdenboek van Philips de Goede Oudenaarde, Jean De Tavernier en assistent, 1453(?) Toegevoegde gedeelten: Brugge, Meester van de Gebedenboeken
van omstreeks 1500, ca. 1490-1495, Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 76 F 2

In de laatste zaal krijgen de doorgaans anonieme kunstenaars, een naam. In de hier getoonde verfijnd verluchte  getijdenboekjes lieten zij hun sporen na: Simon Marmion, vader en zoon Bening, Lieven van Lathem en de uit Utrecht afkomstige Willem Vrelant die om den brode naar Brugge vertrok. Had hij misschien heimwee toen hij in de achtergrond van een miniatuur met kruisdraging de Domtoren schilderde?

Kruisdraging
Kruisdraging met in de marges engelen en wildemannen, Getijdenboek, overgangsstijl tussen Goudenrankenmeester en Willem Vrelant, Brugge ca 1450, Den Haag, Koninklijke Bibliotheek

Hier ziet u ook een miniatuur met berouwvolle Koning David uit het laatste kwart van de 15e eeuw. Op de linker bladzijde heeft hij zijn kroon en harp neergelegd en smeekt God om vergeving. De rechterpagina onthult de aard van zijn berouw. In de versierde hoofdletter bespiedt David zijn buurvrouw, die zich in de ondermarge van het blad in haar tuin zit te poedelen. Hij nodigt haar uit op het paleis en …. van het een kwam het ander… Op de linkerpagina heeft David spijt.

De miniaturist heeft het oudtestamentische verhaal geactualiseerd. We bevinden ons in Brussel, daarover bestaat dankzij het urinerende kereltje in de achtergrond geen twijfel.

Gerard Brillis
Getijdenboek
Meester van Gerard Brilis, Meester van de Vederwolken en Meester van Willem van Bossuyt, Gent, ca. 1475 Amsterdam, Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, XXV C 26

Stond u in de eerste zaal vol bewondering voor het kleine getijdenboekje van de Meester van Morgan, in de laatste zaal wacht u een visueel afscheidsgeschenk: het Trivulzio getijdenboek. Een gebedenboekje zo groot als een I-Phone, dat ondanks het formaat beschouwd wordt als de Nachtwacht van de Koninklijke bibliotheek. Het ligt open op een miniatuur met Johannes op Padmos. Een engel dicteert de tekst. Achter deze vitrine ligt een facsimile op folio formaat, waarin u, anders dan met overige manuscripten, eigenhandig mag bladeren!

Thuis kunt u dit nog eens overdoen via de volgende link: Trivulzio Getijdenboek

Johannes op Patmos, Trivulzio-getijdenboek, Simon Marmion, Valenciennes; Liever van Lathem, Antwerpen; weense meester van Maria van Bourgondië, Gent ca 1470, Den Haag KB, 1900 A 009, f. 157v

Link Museum Catharijneconvent ; magische miniaturen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geverifieerd door MonsterInsights