PAN Amsterdam 2024

Een bezoek aan de PAN Amsterdam 2024 RAI Amsterdam

Deze week bezocht ik de 37e editie van de Amsterdamse kunstbeurs, die haar naam, anders dan je wellicht zou denken, niet dankt aan de mythologische bosgod maar de letters zijn een initialisme van de titel die de initiatiefnemers voor deze beurs in 1987 bedachten: Pictura Antiquairs Nationale, PAN. In deze mega verkooptentoonstelling kun je, naar de letterlijke betekenis van het woord ‘pan’ behalve schilderkunst alle andere takken van kunst en design vinden. Het door Nynke Teynagel ontworpen Campagnebeeld geeft daarvan een duizelingwekkende inhoudsopgave!

Nynke Tynagel, Campagnebeeld PAN Amsterdam 2024

Om in enkele uren mijn weg in het overweldigende aanbod van ruim 2000 jaar kunstgeschiedenis te vinden kies ik dit jaar het impressionisme als leidmotief. Dit thema sluit mooi aan bij de actuele tentoonstelling Vive l’Impressionnisme, waarin het Van Gogh Museum herdenkt dat de stroming 150 jaar geleden werd ‘uitgevonden’.
Nou ja, uitgevonden… In 1872 gaf Claude Monet met enkele schetsmatige penseelstreken een onacademische impressie van de Le Havre bij zonsopkomst. Tegenwoordig zijn de laat 19e -eeuwse impressionisten populair, maar destijds wekten de schetsmatige, ogenschijnlijk onvoltooide momentopnames de spotlust van het publiek. Gevraagd naar de titel van het schilderij dat in 1874 getoond werd zou Claude Monet nonchalant geantwoord hebben: noem het maar Impression soleil Levant. Kunstcriticus Louis LeRoy omschreef de werken van Monet en zijn geestverwanten daarna als het werk van de impressionisten. Dat was niet als compliment bedoeld, maar de naam van een stroming was geboren. Met hun on-academische werk werden zij geweigerd op de Salon; de officiële tentoonstelling van de Academie des Beaux Arts.   

De impressionisten organiseerden daarom alternatieve exposities. De voorspelling van de laat 19e -eeuwse auteur Marcellus Emants dat hun werken… ‘nimmer den naam van kunst [zouden] kunnen verdienen’…is niet uitgekomen. De destijds beschimpte werken van Claude Monet, Berthe Morisot, Auguste Renoir, Paul Cézanne, Edgar Degas, Alfred Sisley en anderen worden vandaag de dag voor fabelachtige bedragen verkocht. Een doek met Hooibergen van Monet werd in 2019 voor 100 miljoen dollar verkocht. Bizarre gedachte dat deze werken tegenwoordig niet zelden als belegging worden gekocht, om ze na een incubatietijd in een Zwitserse kluis weer op de markt te brengen!

Mijn zoektocht naar de impressionisten van het eerste uur bleek wishfull thinking, maar op de PAN worden heel wat werken aangeboden die het etiket impressionisme verdienen. Voordat ik daarvan een korte impressie geef ga ik even terug naar het thema dat ik vorig jaar voor mijn bloemlezing koos: water.  Het in beeld brengen van dit fluïde, steeds van gedaante en tint wisselende element stelde de impressionisten voor een uitdaging. Zelfs Monet, die kon toveren met impressies van licht, lucht en water had er moeite mee. Om de schittering op het azuurblauwe water te vangen had hij naar eigen zeggen ‘een palet van diamanten en edelstenen nodig’!

Paul Leduc, Zicht op Martiques, Provence-Alpes-Cote d’Azur aan de Cote d’Azur, 1905. Foto Marina Marijnen

Op de PAN schittert Monet door afwezigheid, maar bij Kunsthandel Studio 2000 (stand 15) zag ik een mediterrane impressie die deze woorden illustreren. Paul Leducs Zicht op Martiques aan de Cote d’Azur uit 1905 verraadt dat deze schilder zo’n door Monet genoemd palet bezat.

Kim Boske (1978), Untitled, 2024. Inkjet in artist frame. 100 x 150 cm. Gallerie Flatland

Het zien van een beeldvullende bloemrijke impressie bij Galerie Flatland (stand 99) roept ook associaties op met Claude Monet. In zijn beroemde doeken van zijn tuinen in Giverny zoomde Monet vaak helemaal in op de weelderige vegetatie. Het Huis tussen de Rozen dat nu in het Van Gogh Museum getoond wordt is daar een goed, bijna abstract voorbeeld van. De titelloze inkjet van Kim Boske is in mijn ogen onmiskenbaar geïnspireerd op Monets tuinimpressies, compleet met waterlelies. Met haar fotografische werk probeert Boske de essentie van de natuur te vangen. Door het werk uit meerdere lagen op te bouwen creëert zij bovendien de illusie van diepte.  

Impressionisme in Nederland
In navolging van de Franse impressionisten bevrijdden ook Nederlandse kunstenaars zich van de academische regels. In de late 19e en vroege 20e eeuw schilderden zij luchtige, kleurrijke landschappelijke impressies en scènes uit het dagelijks leven. Bij Kunstgalerij Albricht (stand 103) vind je werk van Hendrik Jan Wolter, Ferdinand Hart Nibbrig en Co Breman (1865-1938) die vertegenwoordigd is met een kleurrijke impressie van een Wilg aan de Slootkant. Een in paarstinten neergezet Boslandschap van Jan Sluijters is tijdens het openingsweekend voor €450.000,– verkocht. Je moet er op tijd bij zijn.

Co Breeman, wilg aan de slootkant (Kunstgallerij Albricht Oosterbeek)

Van Jan Toorops hand zie je een Appelplukster en een kleine zomerse impressie van een biddend Zeeuws meisje. Samen met geestverwanten als Piet Mondriaan bracht Toorop in de vroege 20e eeuw de zomermaanden door in Domburg. Geïnspireerd door de stijl van hun Franse collega’s brachten zij het pittoreske Zeeuwse land, de folkloristische modellen en het Zeeuwse licht met kleine toetsjes van ongemengde kleuren op het doek.

Het Angelus, Olieverf/Doek 29,7 x 34,3 cm Rechtsonder gesigneerd “J.Th. Toorop” (Kunstgalerij Albricht Oosterbeek)

De titel van dit doek het Angelus is afgeleid van de begroeting van de engel die Maria de blijde boodschap brengt: Weesgegroet Maria. Hiermee past de katholieke Toorop een stukje geschiedvervalsing toe. De heersende godsdienst op het eiland Walcheren was het protestantisme. De muts van het meisje, met een typerende brede strook aan de achterkant, werd alleen door protestantse meisjes gedragen; mijn Zeeuwse grootmoeder droeg er als kind ook een. Hiermee is meteen een belangrijkste les van kunstbeschouwing gegeven: goed kijken!

We blijven even in Zeeland. Bij Ivo Bouman (stand 127) zag ik een doek met een impressie van een anders dan door Bløf bezongen Grauwe dag in Zoutelande van Ferdinand Hart Nibbrig (1866 – 1915). Bij Studio 2000 (stand 15) vind je nog een Zeeuws meisje van Jan Heyse (1882-1954) en een impressie van de Ondergaande zon boven Veere van Theo van Rysselberghe (1862-1926).

Franse impressionisten van het eerste uur heb ik niet gevonden. Bij Albricht (stand103) zag ik wel werk van Eugène Boudin (1824-1898) en Johan Barthold Jongkind (1819-1891). Deze kunstenaars worden als voorlopers van de Franse impressionisten gezien. Niet alleen door latere kunsthistorici: Monet zei het zelf:
…’C’est a lui [Jongkind] que je doit mon oeil’!..
Boudin was een van de eersten die ‘en plein-air’ haven-, strand- en stadsgezichten schilderde. Zijn Rivierlandschap bij Duinkerken uit 1889, wordt toepasselijk getoond naast Schepen op rivier van Johan Hendrik van Mastenbroek (1875-1945). Beide schilders kozen voor een lage horizon, zodat zij met een hoge wolkenlucht de sfeer van een winderige dag in krachtige toetsen konden weergeven.

E. Boudin, rivier bij Duinkerken

In het vervolg van dit stukje neem ik de naam van de vaak als licht en luchtig gedefinieerde stroming maar even ruim, want niet alle impressionistische doeken zijn licht getoonzet. De stadsgezichten van George Hendrik Breitner (1857-1923) en de landschappen van Johan Hendrik Weissenbruch (1824-1903) zijn met een impressionistische blik waargenomen, maar in een gedempt palet met hier en daar een kleurrijk accent in beeld gebracht. Breitners impressies van de dam, waarvan ik bij kunsthandel Pygmalion (stand 91) een mooi voorbeeld zag zijn exemplarisch.

George Hendrik Breitner (1857 – 1923) Dam bij avond,
Kunsthandel Pygmalion, Maarssen

De Nederlandse impressionisten zoomden vaak in op hun onderwerp.  Breitner bracht Drie vrouwen in de sneeuw  met snelle brede toetsen close-up in beeld. Deze compositie werd hem als amateurfotograaf ingegeven. De door snelle snapshots per ongeluk afgesneden beelden, gebruikte hij bewust als vernieuwend compositorisch element.

George Hendrik Breitner, Drie vrouwen in de Sneeuw, doek  70 x 100 cm

Sprekend over snelle impressies van het dagelijks leven mag Isaac Israëls (1865-1934) niet ontbreken. De getalenteerde zoon van de Haagse schilder Jozef Israëls, was met zijn schildersezel regelmatig op de boulevard van Scheveningen te vinden. Voorbijgangers waren verbaasd over de snelheid waarmee hij een portret kon maken. Toen iemand kritiek had op de korte tijd waarin Israëls zijn portret had ‘afgeraffeld’, repliceerde de schilder …’wat je ook van het portret vindt, je kunt niet zeggen dat je er te lang voor geposeerd hebt’…  Bij het zien van zijn voltooide portret meende een andere opdrachtgever dat hij nog in de grondverf stond.   
Bijzonder goed getroffen zijn Israëls impressies van een Lezende dame in het bois de Boulogne, (Albricht, stand 103), een stel dat een glaasje drinkt op een Parijs terras of een dame die een sigaretje opsteekt dat ik zag bij Mark Smit (stand 32).

Isaac Israëls, Dame die sigaret opsteekt, doek 36,5 x 28,5 cm Mark Smit kunsthandel. Foto Marina Marijnen

Israëls schilderde slechts sporadisch mannen, maar Studio 2000 biedt een portret van een ten voeten uit geschilderde Altviolist aan. Hier zie je bovendien dat Israëls niet de enige zoon van een schilder was. Ook Simon Maris (1873-1935) nam evenals zijn vader het palet ter hand. Anders dan de verstilde Hollandse landschappen van Willem Maris (1844-1910) van wie werk wordt aangeboden door kunsthandel Bies en Hein Klaver, verkoos Simon scènes uit het bruisende nachtleven. Daarvan getuigt de in gedempte tonen geschilderde vrolijke impressie van een zwarte musicus met een bevallige witte dame.

Simon Maris (Den Haag 1873 – Amsterdam 1935) Muzikanten Kunsthandel Studio 2000 Blaricum

Op de drempel van de 20e eeuw kwamen zwarte musici vanuit de VS naar het continent. In jazzcafés en nachtclubs veroverden zij niet alleen de harten van muziekliefhebbers, maar ook die van Europese vrouwen. Liefde en muziek verlenen glans aan het leven en dat zie je ook in dit doek van Simon Maris, dat tevens een interessant beeld geeft van de Jazz Age.  

Aan het einde van mijn rondgang viel mijn oog bij Mark Smit (stand 32) op een kleurrijke Van Gogh-achtige oogstscène van Johan Dijkstra (1896-1978). Interessant en actueel werk, want vanaf 30 november biedt het Groninger Museum onder de wervende titel Hoe Van Gogh naar Groningen kwam een podium aan de schilders van het Groningse kunstenaarscollectief De Ploeg.

Johan Dijkstra (Groningen 1896 – Groningen 1978) Oogsten in Noord-Groningen Olieverf op doek 60 x 91.5 cm, gesigneerd linksonder Mark Smit Kunsthandel Ommen

Alleen maar kijken is al heerlijk en kopen natuurlijk ook, maar via Pan Podium kun je ook nog wat leren. Deze week worden 40 lezingen aangeboden, waarin experts op velerlei gebied hun licht laten schijnen over kunst in de breedste zin van het woord met themalezingen over Kunst en Welzijn, Alles is Kleur en Amsterdam 750 jaar. Nadat de kunstgeschiedenis eeuwenlange his-story was, wordt in PAN Podium nu ook her-story verteld; deze blijven niet beperkt tot verhalen over vrouwelijke kunstenaars, maar ook kunstverzamelaars en vrouwelijke kunsthandelaren. Over vergeten vrouwelijke kunstenaars lees je meer in mijn bespreking van TEFAF 2023.

Waar ik mij slechts heb gericht op de schilderkunst is er nog zoveel meer te zien. Ga voor informatie over lezingen en rondleidingen naar www.Pan.nl

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Geverifieerd door MonsterInsights