In het binnenmuseum van het Zuiderzeemuseum is de tentoonstelling Wild van Water: de kunst van genieten t/m 6 november 2016 te zien. Het buitenmuseum staat tot 23 oktober 2016 in het teken van het thema De Zuiderzee Overspoeld. Indachtig de opwarming van de aarde en daardoor stijgende zeespiegel, zoals we regelmatig via de media vernemen, wordt de dreiging van overstromingen steeds actueler. Hoe desastreus deze in het verleden waren wordt hier getoond en verteld.
Zelf genietend van water, koersen wij met de Aqua Marijn elk seizoen minstens één maal naar Enkhuizen om in het buitenmuseum een wandeling te maken door het land van toen. De Zuiderzee cultuur; leven en werken in de dorpjes rond de Zuiderzee wordt tegen het decor van elders afgebroken en hier weer opgebouwde authentieke huizen en werkplaatsen geïllustreerd. De klinkerpaadjes van ijsselstenen, moestuintjes en keukentjes met petroleumstellen, herinneren mij aan het dorp van mijn grootvader. Behalve oude levenswijzen door historische figuranten in scène gezet, (‘wilt u een vorkje meeprikken ?’) worden oude ambachten metterdaad gedemonstreerd en in een winkeltje uit grootmoederstijd is sunlightzeep, zoethout en duimdrop te koop. Ook zijn historische kinderspelen te beoefenen, jazeker oefenen, want ‘de jeugd van tegenwoordig’ loopt niet meer zo één-twee-drie weg op stelten. Het laatste sla ook ik over, maar als ik kinderen zie worstelen met het laten rollen van een ijzeren hoepel geef ik even een demonstratie …(geleerd van mijn moeder die dat als kind deed).
Nieuw in het buitenmuseum is de Watersnoodstraat, waar de gevolgen van de Zuiderzeevloed uit 1916 in beeld worden gebracht. Kapot geslagen huisraad, losgeraakte stoelpoten, een geruïneerde wieg, alles bedekt met slijk en dat is nog een vriendelijke impressie. Behalve een toch al levenloze drenkeling in de vorm van een pop zijn de menselijke slachtoffers en het verdronken vee uit de historische filmbeelden die in een aanpalende tent geprojecteerd worden, hier achterwege gelaten. Voor de deuropening van een door de vloed getroffen huisje, staan twee dames in door-de-weekse dracht, de omslagdoeken strak om zich heengetrokken tegen de gure wind. Ze bespreken de ellende met elkaar èn de museumbezoekers. Ze nodigen ons binnen om het verwoeste interieur te zien en zij laten ons de kranten van toen zien, met indrukwekkende foto’s van de overstroomde dorpen. Goed gedaan: dames figuranten ! Niet eenmaal laten zij zich verleiden om in de tegenwoordige tijd met ons mee te praten; living history op z’n best !
Eind mei bezochten wij ook het binnenmuseum, waar de bezoeker een indruk krijgt van kunst, cultuur en erfgoed van de tijd voor- en na de afsluiting van de Zuiderzee, waartoe na de watersnoodramp van 1916 uiteindelijk werd besloten. Verbazingwekkend dat Simon Stevin in de 17e eeuw hier al plannen voor ontwikkelde ! Ondanks protesten – welke gevolgen had de afsluiting voor de vissers – was de afsluitdijk ontworpen door Ir. Lely in 1932 een feit. Zo ook de veiligheid van de bewoners rond de Zuiderzee, die werd omgedoopt in IJsselmeer. Vele vissers bleven op het IJsselmeer, anderen gooiden hun netten op volle zee uit.
Anders dan in het buitenmuseum heeft de tijd in het binnenmuseum niet stilgestaan. Naast historische objecten maakt de bezoeker kennis met een verrassende collectie hedendaagse kunst, vormgeving en design. Die aanpak is ook te zien in de toonstelling Wild van Water, waar ik wild enthousiast over ben.
Water en Nederland zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden; anders dan de akelige kant van water, zojuist gezien in het buitenmuseum, wordt hier het plezier dat water kan bieden getoond. Op eigentijdse wijze worden zo’n 150 werken uit verschillende periodes samen geëxposeerd. Zeventiende eeuwse impressies van zee- en havengezichten, worden naast latere werken gepresenteerd, waarin leven, werk en vooral plezier op en in het water worden verbeeld.
Variërend van het bevoorraden van oorlogsschepen in Woelige zee met schepen uit 1697 door Ludolf Bakhuizen en het overvaren van mens en dier in Salomon van Ruysdaels Stad aan een rivier uit 1647. In Jacob Timmermans aquarel Gezicht op de Vliet uit 1788, zien we een veerboot waarop niet alleen mens en dier, maar zelfs een koets wordt overgezet !
Geduldige hengelaars op idyllische plekjes, zoals Carel de Moor ‘s vroeg 18e eeuwse impressie van De hengelaar. De goede verstaander begrijpt dat het hier om meer gaat dan het aan de haak slaan van een visje…
Leuk zijn ook de voorstellingen van spelevarende lieden, zoals in de naïef aandoende tekening door Jacob Timmermans, Vestwal uit 1788, met watersportliefhebbers in vol 18e eeuws ornaat. Aanvankelijk werden de bedrijfsbootjes op zondag voor dit doel gebruikt, maar eind 16e eeuw werden al speciale ‘speeljachten’ gebouwd.
Een laat 17e eeuws schilderij van Abraham Storck toont een wereldprimeur: de eerste jachthaven ter wereld, gelegen aan het IJ op de plek van spoor 1 en 2 van het huidige Amsterdamse Centraal Station ! De oude Jachthaven van Amsterdam. Leuk gespiegeld bij Jan Altinks eigentijdse impressie van de Jachthaven aan het Paterswoldesemeer daterend van het midden van de 20e eeuw.
Bijzonder leuk vond ik de naakte zwemmers (zwembroek nog niet bedacht) gespot in Jacob van Ruisdaels Het Huis Kostverloren aan de Amstel uit 1660, waarin bouwvakkers bezig met herstelwerkzaamheden aan het naastgelegen kasteel Kostverloren, in de pauze even een frisse (…) duik in de Amstel maken !
In de tentoonstelling hangen geschilderde en gefotografeerde zwemmers van toen en nu hangen broederlijk bijeen. Behalve het campagnebeeld: Ellen Davidzons, Joy of Life uit 2013, met in de branding spelende kinderen vond ik ook de foto van Carel Tirion uit 1934 ontzettend leuk: Glijbaan. De aanblik waarvan ik op een of andere manier zo suggestief ervoer, als klom ik zelf naar boven !
Behalve zomerse taferelen biedt de tentoonstelling talloze historische en eigentijdse impressies van bevroren water. Zeventiende eeuwse- en in navolging daarvan 19e eeuwse winterlandschappen. Ze tonen de typisch Hollandse ijspret, die afgezien van de kleding en de huidige klapschaats door de eeuwen heen in wezen onveranderd is gebleven. Scènes met provisorische koek-en-zopie tentjes als in Charles Leickerts Bevroren vaart met schaatsvolk uit de tweede helft van de 19e eeuw komt met stereotype beelden van schaatsers.
In 17e eeuwse werken met ijsvermaak verwerkte Hendrick Avercamp steevast wat onderbroekenlol: een gevallen schaatsende vrouw ligt met de billen bloot, haha ! Deze grap ben ik in latere gekuiste winterscènes niet tegen gekomen. Prachtig zijn de grote foto’s van L.J.A.D. Creyghton en Wout Berger, Schaatsers op de Zuiderzee. De enorme ijsvlakte van de Gouwzee bezaaid met schaatsende figuurtjes en tot zeilwagens aangepaste zeilbootjes. Uiterst realistische beelden, zonder opsmuk, vastgelegd vanuit een hoogwerker.
Interessant om deze beelden te vergelijken met de eerste foto’s van winterlandschappen uit de vroege 20e eeuw. Je moet echt twee keer kijken om te ontdekken dat het geen geschilderde winterlandschappen zijn, maar foto’s, gemaakt door Barend Arendsen. Deze fotograaf was lid van de zogenoemde picturalisten, fotografen die beelden vastlegden en, geïnspireerd op 17e eeuwse (winter)landschappen, zodanig bewerkten om fotografie tot kunst te verheffen !
Met de foto van eenzame schaatser op het Nannewijd van Bas Jongerius uit 2013 en een still uit Noortje Haegens video-installatie Experiencing yourself experiencing uit 2011, wordt de grootsheid van de natuur en de nietigheid van de mens daarin, op woordeloze, in het laatstgenoemde werk zelfs op bijna angstaanjagende wijze verbeeld.
Link: